Niet alle studenten is het gegeven om het schooljaar succesvol af te
sluiten. De dag van de uitslag van het examen is voor menige student een dag
van angst en beven. De knagende onzekerheid, de ondraaglijke spanning doen het
stressniveau naar ongekende hoogte stijgen. De ontlading die zich manifesteert
bij de verlossende onthulling, ‘je bent geslaagd’ is daarom overweldigend. De
emoties lopen heel hoog op en tranen van vreugde krijgen de vrije loop.
Maar er zijn bij afgewezenen ook tranen van teleurstelling en gevoelens
van vertwijfeling. Ik heb dat zo vaak meegemaakt. Wellicht zijn er studenten
die er met de pet naar gooien, maar er zijn ook kandidaten die met inzet van
alle krachten toch niet de eindzege behaald hebben. Ondanks ‘blokken’, zoals de
studenten het plegen uit te drukken, zijn ze niet geslaagd. Sommige studenten
hebben onder schrijnende omstandigheden moeten studeren. De thuissituatie
blijft veelal verborgen voor de school. Geven wij ons er wel rekenschap van dat
er ook mensen zijn die nauwelijks op behoorlijke wijze in eigen levensonderhoud
kunnen voorzien? Het vooruitzicht om nog een jaar over de opleiding te moeten
doen, kan deprimerend zijn.
Wat zeg je tegen zo’n student?
Welke troostrijke woorden en houvast kun je hem bieden? Ja, achter de
wolken schijnt de zon. En je haalt voorbeelden aan van medestudenten die het
vorig jaar bakzeil gehaald hebben, maar nu glansrijk zijn geslaagd. Daaruit zou
je inspiratie moeten putten zou je denken, maar op een dergelijk moment van
diepe teleurstelling zijn onze goed bedoelde woorden maar een schrale troost.
Veel studenten die niet geslaagd zijn, voelen zich afgewezen. Zij hebben
gefaald. Zij moeten nu huiswaarts keren om de droeve tijding te brengen aan
ouders die ook in spanning verkeren. De verwachting is niet waargemaakt en het
vertrouwen is beschaamd. Dat is een bittere pil om te slikken. Dit is een niet
ondenkbeeldige vertolking van de gemoedstoestand en perceptie van de afgewezen
kandidaat.
Ben je over of geslaagd?
Met het oog op de onderwijsstatistieken heb ik het afgeleerd om
leerlingen en studenten te vragen of zij geslaagd zijn. Ik stel ook geen vragen
aan ouders. Je doet er verstandig aan om dat na te laten, want de kans is groot dat je met deze vraag
alleen maar frustratie oproept. Het percentage geslaagden van de GLO-toets is
59 in 2019 en dat is boven het gemiddelde van de afgelopen 10 jaar. De helft
van de MULO-leerlingen is niet (direct) geslaagd. HAVO scoort 47.5% direct
geslaagden en VWO doet het veel beter met 67.5% direct geslaagden. Na het
herexamen zal het resultaat enkele punten oplopen. De zittenblijvers-en
drop-outpercentages zijn hoog in vergelijking met de regio. Wie wil er nou
steeds aan herinnerd worden dat hij of zij is blijven zitten of niet geslaagd
is? Wij willen toch met succes geassocieerd worden en niet met falen?
Begeleiding
De school doet er goed aan om studenten die niet geslaagd zijn extra
begeleiding te geven. In de eerste plaats moet nagegaan worden welke onderdelen
niet gesnapt worden en dan moeten de
hiaten op systematische wijze worden weggewerkt. De school dient voor elke
leerling een logboek bij te houden, waarbij een tijdspad wordt uitgezet
waarbinnen elk van de niet begrepen onderwerpen moet worden opgelost. Hiervoor
zullen speciale vakleerkrachten moeten worden opgeleid maar, vooruitlopend
hierop kunnen er per vaksectie taakuren gegeven worden. De student moet
benaderd worden als een klant en er zullen wederzijdse afspraken gemaakt moeten
worden waaraan beide partijen zich moeten houden. Na elke toets of tentamen
moet er een foutenanalyse gemaakt worden waarna er een quick response wordt
gepleegd om de hiaten weg te werken en de student weer op spoor te brengen.
Inzicht bevorderende aanpak en leren om te leren worden steeds belangrijker.
Wij mogen studenten niet aan hun lot overlaten. Er zullen investeringen
gepleegd worden om de begeleidingscompetenties van leraren te vergroten. Dat
moet allemaal gebudgetteerd worden. Langer aan de kantlijn staan is geen optie.
Business as usual zal de doorstroming niet vergroten. Wij willen optimale
ontwikkelingskansen bieden aan onze kroost. Wij willen blije gezichten zien van
succesvolle en zelfbewuste jonge mensen.
Interdepartementale samenwerking
Problemen van sociale aard kunnen een nadelige invloed hebben op
schoolprestaties. Het is bekend dat het drop-outpercentage hoog is. Uitvallers
zijn vrijwel kansloos op de arbeidsmarkt. Het Ministerie van Onderwijs doet er
goed aan om na te gaan welke omstandigheden de kans op voortijdig
schoolverlaten doen toenemen. Op basis van het risicoprofiel moet de
thuissituatie worden doorgelicht en moet sociale ondersteuning worden
aangeboden. Er zal een integrale interdepartementale aanpak gelden waarbij o.a.
school, huisvesting, levensonderhoud, transport in beschouwing genomen worden.
Desnoods zal het beurzenbeleid worden verruimd met voorwaarden voor strikte
monitoring van schoolbezoek en prestaties. Er zal meer professionele
begeleiding moeten plaatsvinden voor leerlingen met emotionele problemen of
specifieke leerbehoeften. Indien er geen structurele maatregelen genomen worden, zullen de prestaties niet verbeteren.
Investeren in onderwijs is investeren in de toekomst.
Ivan Fernald