Reactie op 'In Memoriam: Harold Jap A Joe'
05 Aug 2019, 10:36
foto


Op 12 juli 2019 is in Starnieuws een artikel verschenen getiteld 'In Memoriam : Harold Jap A Joe',  geschreven door Jack Menke en Jerome Egger. Daarin komt onder meer de volgende passage voor. Ik citeer:
“Prof. Lamur, de promotor van Jap, gaf te kennen dat de werkwijze ethisch en wetenschappelijk volstrekt onaanvaardbaar was en trok zich terug”.[cursivering Lamur]

Deze uitspraak van de heren Menke en Egger is in strijd met de waarheid, zoals hierna uit mijn stuk zal blijken. Daar komt bij dat de passage door mij als zeer kwetsend word ervaren.  
In mijn stuk zal ik in het kort weergeven hoe de beoordelingsprocedure van het concept-proefschrift van de heer Drs. Harold Jap- A- Joe is verlopen, wat ertoe heeft geleid dat hij het besluit nam niet meer aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname te promoveren.

De titel van het concept-proefschrift luidt: 
Tussen Kruis & Kalebas

In een brief dd. 2 juli 2008 heb ik de voorzitter van de Commissie voor Promoties en Eredoctoraten [CPE] meegedeeld dat ik het concept-proefschrift van de promovendus Drs. Harold Jap –A–Joe heb goedgekeurd. In dezelfde brief noemde ik ook de namen van 3 deskundigen die ik heb voorgesteld als lid van de promotiecommissie t.w.: Drs. E. Loswijk, Dr. Mr. E. Marshall en Dr. H. Zamuel. Twee maanden later op 28 augustus 2008 hebben deze drie deskundigen het concept-proefschrift goedgekeurd. 

Wat betreft de beide leden die door de Commissie voor Promoties en Eredoctoraten [CPE]  zijn aangezocht, ligt dat anders. In een brief van 23 juli 2008 schrijft Dr. Derveld [een van de twee leden] aan de voorzitter van de CPE onder meer het volgende: “Mijn inzet om een acceptabele dissertatie van het huidige werkstuk te maken zou een grotere en directere betrokkenheid bij het werkstuk van de promovendus vergen”. De voorzitter van de Commissie, Mevr. Dr. de Bies deelde mij in een brief dd. 6 augustus 2008 mede dat Dr.  Derveld,  “bezwaren [heeft] tegen het proefschrift”. 
Waar het mij om gaat is het volgende. Indien een lid van een promotiecommissie een negatief oordeel over een  proefschrift uitspreekt, dan dient dit oordeel overeenkomstig art. 22 lid 2 van het promotiereglement te worden gemotiveerd. Een motivering van de bezwaren van dr. Derveld. zoals bedoeld in het artikel 22 lid 2 van het promotiereglement, heb ik als promotor nooit ontvangen.
Sterker nog. Aan het einde van de brief van Dr. de Bies van 6 augustus 2008 wordt mij tenslotte duidelijk wat hier allemaal achter steekt. Gezien het belang van deze weinig verheffende affaire laat ik Dr. de Bies zelf aan het woord:

“5. Ik heb dr. Derveld gepolst en hij heeft geen bezwaar om als co-promotor zitting te nemen in de commissie om het werk op een aanvaardbaar niveau te brengen”. [cursivering Lamur]

Kortom, het gaat hier om een transactie waarbij Dr. De Bies van mij verlangt mee te werken aan de benoeming van een lid van de promotiecommissie tot copromotor, in ruil voor het leveren van een veronderstelde maar nog steeds niet geleverde bijdrage van dat lid aan het concept-proefschrift. Het voorstel van de voorzitter van de CPE heb ik onmiddellijk [telefonisch] van de hand gewezen, omdat het voor mij ethisch én wetenschappelijk volstrekt onaanvaardbaar is. Daar komt bij dat haar voorstel een universiteit onwaardig is. Mijn besluit is gebaseerd op het feit dat ik niet mee doe aan koehandel en mij door niemand laat chanteren

Enkele weken later, op 31 augustus 2008 heb ik de voorzitter van de CPE meegedeeld dat alle drie leden van de promotiecommissie die door mij zijn voorgesteld [Drs. E. Loswijk, Dr. Mr. E. Marshall en Dr. H. Zamuels ] het manuscript al hebben goedgekeurd. Verder heb ik haar gevraagd mij zo spoedig mogelijk doch vóór 7 september 2008 te berichten wat het oordeel is van de 2 leden van de promotiecommissie die door de CPE zijn aangezocht, om verder met haar over volgende stappen te overleggen. Ik acht het niet aanvaardbaar dat de promovendus, Drs. Harold Jap-A-Joe langer wordt opgehouden. [brief Lamur dd. 31 augustus 2008 geschreven aan de voorzitter van de CPE]. 

Ruim een week later, op 10 september 2008 stuurde ik het Bestuur van de Anton de Kom Universiteit van Suriname een brief. Daarin vroeg ik onder meer aandacht voor de impasse waarin de beoordeling van het concept-proefschrift van de promovendus Drs. H. Jap-A-Joe was geraakt. Op mijn brief heb ik nooit antwoord ontvangen. 
Op 8 december 2008, na maanden wachten [!], had ik [promotor] de motivering van de bezwaren van Dr. Derveld tegen het concept-proefschrift nog steeds niet ontvangen. Voor de promovendus was toen de maat vol. Hij besloot zijn promotieaanvraag in te trekken. Voor zijn besluit voerde hij argumenten aan die zijn vastgelegd in zijn brief van 8 december 2008 aan de voorzitter van de CPE. Van deze brief heeft de promovendus mij als zijn promotor een kopie gestuurd. Ik citeer enkele passages uit zijn brief.  

“Mijn verbazing geldt eveneens het feit dat Dr. Derveld, na eerst zonder enge motivering een negatief oordeel te hebben uitgesproken, kennelijk na maanden nog niet instaat is dat oordeel te motiveren.”
“Evenzeer verbaasd ben ik om het feit dat de onder Uw leiding staande commissie tot nu toe niet heeft ingegrepen om deze impasse te doorbreken, terwijl in het gesprek dat ik met deze commissie voerde op 19 augustus 2008 er herhaaldelijk werd gezegd dat “de promovendus centraal staat”. 
“Deze houding van zowel U als van Dr. Derveld kan door mij niet anders dan als beledigend en daardoor als onacceptabel worden opgevat.” “Het is dan ook daarom dat ik na lang wachten en ampele overweging, het besluit heb genomen om mijn aanvraag tot promotie aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname in te trekken, hoezeer ik dat ook betreurenswaardig vind.” 
 
Met het besluit van de promovendus kwam er een einde aan het proces dat moest leiden tot zijn promotie aan de Anton de Kom Universiteit. Een proces van vernedering en weinig respect voor de promovendus. De vernedering had de promovendus bespaard kunnen blijven indien de voorzitter van de CPE,  het lid van de promotiecommissie [dr. Derveld] voor de keus had gesteld de motivering van zijn bezwaren tegen het concept-proefschrift binnen de door het promotiereglement vastgestelde termijn naar mij [de promotor] te sturen, of hem anders te vervangen als lid van de promotie commissie.
 
Door het besluit van drs. Jap-A-Joe om zijn aanvraag om aan de Anton de Kom Universiteit te promoveren in te trekken, kwam er een eind aan mijn taak als zijn promotor.  

Ik vraag mij in alle gemoede af hoe en waarom de heren Menke en Egger die wetenschappers zijn, mij in hun artikel bepaalde zaken toedichten die in strijd zijn met de waarheid. Het getuigt van een ongelofelijke naïviteit om ongefundeerde uitspraken te doen in een artikel.  Van wetenschappers word verwacht dat zij moeten of behoren te weten dat hun artikel gebaseerd moet zijn op feiten, die verkregen zijn na een volledig en gedegen onderzoek. En daar is hier geen sprake van.

Het heeft er alle schijn van dat het de heren Menke en Egger met hun artikel erom te doen is geweest, mij opzettelijk in een kwaad daglicht te stellen. Dit is heel kwalijk.
Het zou de heren Menke en Egger sieren indien zij mij hun excuses aanbieden en de onjuistheden in hun artikel, die voor mij zeer kwetsend zijn, rectificeren

Amstelveen, 
Professor Dr. H.E. Lamur
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May