Boeren die agrarische producten leveren voor de export, worden drie dagen getraind in Good Agricultural Practices. (Foto: LVV via NII)
Landbouwers
van het ressort Wanica C-Santodorp zijn gisteren begonnen met de Good Agricultural Practices (GAP)-training.
Het gaat om boeren die gewassen leveren voor de export. Ze krijgen handvatten
om de gewassen te verbouwen volgens de GAP-standaarden. Toepassing van GAP,
waarbij vooral data wordt verzameld van de teelt, zorgt er onder andere voor
dat het produceert 100% traceerbaar is.
De dreiging
die de Surinaamse export van landbouwgewassen naar de Europese markt boven het
hoofd hangt, heeft het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) aangezet
met spoed maatregelen te treffen in een poging het exportverbod het hoofd te
bieden. Boeren die de driedaagse training succesvol doorlopen, krijgen een
producentencode en een certificaat. Groenten- en fruitexporteurs mogen in de
toekomst hun exportwaar alleen opkopen bij boeren die in het bezit zijn van een
producentencode.
Bij
afwijkingen in de gewassen, kunnen de producenten ervan worden opgespoord en
kunnen voorzorgsmaatregelen en of corrigerende maatregelen worden getroffen.
Volgens LVV stonden de landbouwers open voor deze verandering van aanpak.
"Ze zijn zich bewust dat hun inkomstenbron kan komen weg te vallen als zij
niet voldoen aan de door de EU gestelde exporteisen."
In
eerste instantie richt het ministerie zich op de boeren die gewassen voor de
export leveren, maar de bedoeling is om na dit traject de aandacht te richten
op de landbouwers die de lokale markt voorzien, laat LVV optekenen via het Nationaal Informatie Instituut.