Commissie ‘Ordening goudsector’ bespreekt stappen met belanghebbenden

De commissie ‘ordening goudsector’ heeft in een ontmoeting met belanghebbenden de te ondernemen stappen dinsdag besproken. Op de vergadering in het perscentrum van het kabinet van de president, deelde voorzitter Melvin Linscheer, mee dat nadere afspraken gemaakt zullen worden met de gouddelvers die uit het Meriangebied zijn vertrokken. Hij drukte de mensen in de goudsector op het hart om zich te registreren. De regering wil exact weten hoeveel mensen actief zijn in het gebied en wat de middelen zijn waarmee er gewerkt wordt.

Hendrik Babel, woordvoerder van de Paramaccaanse granman Samuel Forster, vindt de vergadering constructief. Er moeten concrete afspraken worden gemaakt over het nieuwe werkgebied van de gouddelvers die uit het Meriangebied moesten vertrekken. De ondernemers hebben veel geïnvesteerd en hebben hun gezinnen te verzorgen. "Wij zijn allemaal Surinamers en wij moeten respectvol met elkaar omgaan", aldus Babel.

Linscheer legde uit dat de operatie in het Meriangebied een pilot-project was dat succesvol is verlopen. Ook andere gebieden zullen worden aangepakt. Hij benadrukte dat het overheidsgezag in het binnenland hersteld zal worden. Er zullen op verschillende plaatsen militaire en politieposten worden opgezet. Gouddelvers uit het Meriangebied vinden dat het niet nodig was om grote groepen militairen en politiemannen te sturen voor de ontruiming. Zij voelen zich hierdoor bedreigd. Linscheer legde uit dat bij de ontruiming van ruim 2000 personen je niet volstaan met een handjevol agenten en militairen.

De Paramaccaanse gouddelvers willen zekerheden. Zij hebben veel geïnvesteerd en hebben inkomsten nodig om hun schulden te betalen en hun gezin te verzorgen. Babel zegt dat in een apart gesprek met de commissie goede afspraken gemaakt moeten worden. De mensen die nog spullen hebben achtergelaten in het gebied, hebben een week de tijd om op te ruimen. Daarna zal de goudmaatschappij Surgold beginnen met de werkzaamheden. Babel zegt dat de gouddelvers gauw weer aan het werk moeten.