Technische problemen zouden aan de basis hebben gelegen van het besluit van Ferrier. Door onder andere de stagnatie bij de klinische fase, duurt de zevenjarige opleiding tot arts veel langer. Bij de doorstroming heeft ze ook opstoppingen geconstateerd.

Bouterse benadrukt dat de komst van de 50 Cubaanse artsen en het besluit om minder studenten tot de Medische faculteit, een toevallige samenloop van omstandigheden is. Minister Antoine Elias van Volksgezondheid benadrukt ook dat de Cubaanse artsen "niet zomaar" zijn gehaald. Bouterse en Elias stellen dat Suriname ver beneden het gemiddelde ligt van artsen per bevolking. De Cubanen krijgen een inburgeringscursus en een training in het medisch systeem van Suriname. “Ze zullen worden ingezet op plekken waar geen Surinaamse artsen zijn,” merkt Elias op.

Op een persconferentie waar over de numerus fixus en de komst van de Cubaanse artsen is uitgesproken, heeft minister Ferrier aangeven dat er op dit moment 200 aanmeldingen zijn voor de Medische Faculteit. De problemen die er al bestonden, waaronder de technische, zijn nog steeds niet opgelost, liet president Bouterse weten. Hij zegt dat hij zich omstandig heeft laten informeren over de problemen die er zijn.

Hij merkt op dat het Wanica Ziekenhuis, het Albina Ziekenhuis en het Ziekenhuis Atjoni moeten worden ingevuld en dat in een kort tijdsbestek. “Geen gemakkelijke opgave.” Ondanks de technische problemen niet zijn opgelost, heeft de president met zijn deskundigen het besluit genomen om terug te gaan naar het vertrekpunt van 60 studenten. “De tekortkomingen moeten we gezamenlijk aanpakken.”

Ferrier heeft aangegeven dat er nog 90 studenten zijn die de klinische fase nog moeten afronden, maar dat er onvoldoende begeleidende specialisten zijn. Ze oppert dat misschien de toestroom moet worden beperkt en dat er wordt gekeken naar de invulling van begeleidende specialisten. De bewindsvrouw zegt dat het Medisch Wetenschappelijk Instituut niet berekend is op de toestroom van studenten. Daarbij komt nog bij kijken dat de klinische fase grotendeels wordt afgewerkt in het Academisch Ziekenhuis Paramaribo. De onderwijsminister wijst erop dat straks 40 bursalen terugkeren, maar dat deze groep ook nog de klinische fase hier moeten doorlopen. De klinische fase moet onder begeleiding van een specialist. Ze merkt ook op dat specialisten nu voorrang geven aan buitenlandse studenten bij de klinische fase. “We moeten prioriteit geven aan de Surinaamse studenten boven de buitenlandse.”

Ferrier merkt op dat medische opleidingen niet goedkoop zijn. Voor de universiteit staat er SRD 160 miljoen op de begroting en dat voornamelijk voor personeelskosten. Er is “heel veel huiswerk” voor de ministeries van Onderwijs en Volksgezondheid. Ook de doorstroming van de studenten naar het eerste B1 jaar is een probleem. Volgens Ferrier stroomt ongeveer 50% direct door, wat “veel te weinig is.” Ze herhaalt dat de verschillende opstoppingen in het opleidingsproces moeten worden opgelost.