Geachte
Minister,
Dat er
Cubaanse collega's voor de Regionale Gezondheidsdienst (RGD) ter
beschikking zijn, hebben wij uit de media kunnen vernemen. Daar dit nimmer
met de Vereniging RGD-artsen (VRA) is gecommuniceerd, ontkomen wij niet aan de
mening dat deze handelswijze ondoordacht en ongefundeerd is geschied.
Uit onze
dagelijkse praktijk hebben wij immers niet gemerkt dat er een tekort aan artsen
is op deze schaal binnen de RGD. Ook is het ons niet bekend dat er daartoe enig
onderzoek naar is gedaan. Wij wijzen erop dat er momenteel grote aantallen
assistent-artsen, co-assistenten en pre-klinische studenten zijn.
Tewerkstelling
van buitenlandse collega's op onze locaties brengt de nodige
taakverzwaring met zich mee. Dit stellen wij onder andere door:
- dat cliënten
kort na bezoek aan de buitenlandse collega's toch de Surinamer; consulteert
voor een betere analyse van het klachtenpatroon dit door de taalbarrière;
- dat over het
voorschrijfgedrag van de buitenlander ons is opgevallen dat er herhaaldelijk
grove fouten worden gemaakt die zelfs fataal kunnen aflopen. Wederom wordt de
Surinamer door de apothekersassistente gevraagd te corrigeren;
- dat ook blijkt
dat de buitenlandse collega's niet gewend zijn aan de werkdruk. Het
werktempo is laag welke een verlengde wachttijd met zich meebrengt. Dit wekt de
nodige irritatie bij de cliënt en onnodige overbelasting van Surinaamse artsen;
- dat ook
interpretatie van zowel intercollegiale als specialistisch medische
feedback problematisch verloopt met alle gevolgen van dien.
Genoemde
waarnemingen maken dat adequate samenwerking met deze collegae zeer moeilijk
wordt.
Wij zijn van
erop de hoogte dat de VMS wel formeel is geïnformeerd en ook haar reactie
daarop is ons bekend. Bij deze benadrukken wij van de Vereniging van RGD artsen
volledig achter de standpunten van de VMS hieromtrent te staan. Wij doen een
dringend verzoek op u om de tewerkstelling van deze groep van artsen in
heroverweging te nemen.
Namens de
VRA,
Rajendra Ramautar,
voorzitter