Volgens de magistraat heeft Raoul A. wel deelgenomen aan een criminele organisatie. Ook heeft hij de Vuurwapenwet overtreden, omdat in zijn woning patronen en een illegale AK-47 aangetroffen werd. In deze zaak had officier van justitie, Cynthia Klein, respectievelijk een celstraf van zes jaar (Raoul A.) om vier jaar (Nasser I.) geëist tegen de verdachten. De gebroeders hebben de beschuldiging steeds ontkend.

Klein haalde toen het bewijs uit getuigenverklaringen, diverse ambtelijke bestanden en digitaal gerechercheerde telefoonbestanden. De openbare aanklager had een 40 pagina’s tellende requisitoir. Klein voerde toen aan dat deze twee verdachten zich ook schuldig gemaakt hebben aan het voorbereiden en/of bevorderen van terroristische misdrijven, het financieren van terrorisme en het werven van een of meerdere voor de gewapende jihadstrijd. Ook hebben zij illegaal munitie in hun bezit gehad. De openbare aanklager merkte op dat de verdachten middelen en inlichtingen hebben verschaft aan personen en hen zover kregen om af te reizen naar Syrië met als doel om zich aan te sluiten bij de jihadstrijders. Ook hadden zij contact met onbekende ISIS-leden.

Murwin Dubois, advocaat van de gebroeders, had reeds aangevoerd dat het bewijs niet geleverd is; het is niet bewezen dat de gebroeders deel hebben genomen hebben aan een criminele organisatie. Ze hebben volgens de raadsman niemand geronseld voor een gewapende strijd in Syrië. Ook zouden zij zich niet schuldig hebben gemaakt aan het financieren van terrorisme. Wat wel bewezen is, is dat Raoul A. financiële middelen heeft ontvangen. Wat niet gebleken is, is dat deze middelen voor terroristische doeleinden aangewend is. 

Johanns had deze strafzaak van collega Cynthia Valstein-Montnor overgenomen. Johanns had besloten de verdachten wederom te horen in deze zaak en te confronteren met getuigenverklaringen. De broers ontkennen zich schuldig te hebben gemaakt aan hetgeen hen verweten wordt. 

Wanita Ramnath