Verdachten in mega drugszaak gehoord; één in vrijheid gesteld
07 Jun 2019, 00:42
foto


In de zaak waarbij 2300 kg cocaïne werd onderschept op 8 januari, staan terecht Dharmindersingh A., Narinder R., Sharwin P., Preshand P., Arun J., Roenish A., Parmanand R., Doednath H., Soebhan Y., Fariq Y., Farhaad Y. en Shailindra O. Acht containers waarin rijst en cocaïne zaten, stonden klaar voor verscheping toen de Port Control Unit de drugs ontdekte. De rijst was afkomstig van Nivash rijstpellerij, de onderneming van wijlen Nitinder Oemrawsingh. Deze verdachte werd dood aangetroffen op een strand in buurland Guyana. 

Ze worden beschuldigd van poging tot uitvoer van cocaïne en medeplichtigheid aan dit strafbare feit. Hen wordt tevens verweten dat ze een nauwe en bewuste samenwerking hadden. In deze zaak heeft kantonrechter Siegline Wijnhard de verdachten donderdag gehoord. Nadat de verdediging het verzoek tot opschorting van de voorlopige hechtenis had gedaan, besloot de kantonrechter slechts voor Parmanand R. dat verzoek in te willigen. Voor de overige verdachten werd het verzoek afgewezen.

De rechter besloot allereerst Narinder R. te horen. Hij is voorman geweest bij het bedrijf. Hij verklaarde dat hij wel op de hoogte was gesteld door zijn werkgever, Oemrawsingh, over de drugs die verpakt moest worden in de rijstzakken. In eerste instantie wilde hij niet eraan meewerken, maar toen werd hij met de dood bedreigd door wijlen Oemrawsingh. Op 29 december moest hij een aantal van de medeverdachten ophalen, zodat ze de drugs samen met de witte rijst konden verpakken in zakken van 50 kilogram. De zakken kregen vervolgens een knoop. De drugs waren in rechthoekige blokken verpakt. Na afloop nam hij een deel van de mannen mee naar huis en een ander deel werd door Oemrawsingh zelf afgezet. Vervolgens kreeg hij van zijn werkgever de opdracht dat de rijst met drugs opnieuw verpakt moest worden en wel in zakken van 25 kilogram. Daarna werd in opdracht van Oemrawsingh wederom alles ingeladen in een container. 

Op 30 december moesten de arbeiders weer komen werken. De verpakte rijst met drugs zou ingeladen worden. Vervolgens belde hij in opdracht van Oemrawsingh naar Dharmindersingh A., die douaneambtenaar is, voor de lading. Hij kwam toen naar het bedrijf en ze hebben samen de lading, alle acht containers, verzegeld. Hij plaatste de zegels van zijn maatschappij, terwijl Dharmindersingh A. de douanezegels plaatste. 

Medeverdachten ontkennen
De medeverdachten met deze afgelegde verklaring van Narinder R. geconfronteerd, bleven erbij dat ze niet op 29 december gewerkt hadden. Ook wisten ze niets van de drugs af, terwijl Narinder R. verklaard had dat Oemrawsingh hem in het bijzijn van hen de mededeling over de drugs had gedaan. Dit ontkenden deze verdachten. Farhad Y. gaf aan dat hij niets van de drugs afwist. Hij is hyster operator en heeft slechts de rijst ingeladen in de container. Ook zou hij niet gewerkt hebben op 29 december. Fariq Y. verklaarde dat hij tractorbestuurder is en niets van de drugs afwist. Hij heeft slechts op 30 december gewerkt. Ook Soebhan Y. ontkende iets af te weten van de drugs. Hij zou ook slechts op 30 december gewerkt hebben. Sharwin P. zegt dat hij freelancer is en slechts op 30 december heeft geholpen met het inladen van de rijst. Hij droeg geen kennis van de aanwezige drugs. Ook Arun J., Roenish A. en Doednath H. verklaarden dat ze slechts geholpen hebben met het inladen van de rijst op 30 december. Van de drugs wisten ze niks af. 

Narinder R. bleef erbij dat de verdachten ook aanwezig waren op 29 december en ze wisten allemaal van de drugs af, maar de verdachten bleven ontkennen. Parmanand R. verklaarde dat hij slechts een vriend was van Oemrawsingh en dat hij niet was geweest bij hem op die dagen. Hij was thuis en was even uit huis om naar een vriend te gaan. Hij wist niets van de drugs af en heeft ook niet gewerkt voor de ondernemer. De rechter merkte op dat de verklaring van Narinder R. wel strookt met die van andere getuigen. Ook had een aantal van de medeverdachten in eerste instantie bekend dat ze kennis droegen over de drugs. Vervolgens kwamen ze terug op hun verklaringen. 

Tegenstrijdige antwoorden
Vervolgens werd Dharmindersingh A. gehoord. Hij legde uit dat op 21 december een dienstaanvraag werd gedaan door het bedrijf om de volgende dag rijst in te laden. Wegens omstandigheden werd de rijst niet meer ingeladen. Vervolgens werd hij voor 30 december gevraagd. Hij had afspraken lopen met een collega, maar had afgezegd. Toen moest hij zelf gaan. Volgens de magistraat heeft die collega verklaard dat hij nooit gevraagd was door Dharmindersingh A. om de controle te doen. 

Dharmindersingh A. beweerde dat toen hij de plaats aandeed, twee containers reeds driekwart gevuld waren. Nadat alle acht containers ingeladen waren, heeft hij gekeken en samen met de voorman de containers verzegeld. De controle heeft hij volgens de instructies van de Scheepvaartwet, wat in zijn taakomschrijving opgenomen is, uitgevoerd. De controle wordt globaal gedaan. Indien er vermoedens zijn, gaan ze over tot visitatie. Ook had Oemrawsingh een risicoverklaring getekend waarin opgenomen was dat de lading uit witte rijst bestond. Indien er wat anders in zou zitten, was de ondernemer daar verantwoordelijk voor. Pas later wist hij dat een van de containers aan Shailindra O. behoorde. De rechter vroeg hem waarom hij bij het opgeven van namen van rijstexporteurs aan zijn meerdere, de naam van Oemrawsingh had weggelaten. Dharmindersingh A. gaf verschillende antwoorden hierop. Eerst zei hij dat het al bekend was dat de lading van Oemrawsingh was, vervolgens zei hij dat hij eerst in het cahier moest kijken wie allemaal in die periode geëxporteerd hadden. 

Shailindra O. werd ook gehoord. Hij zei dat toen hij ter plekke arriveerde, zijn container reeds verzegeld was. Zijn truck was de tweede in de rij en de voorste was ook verzegeld. Dit ontkende Dharmindersingh A. In de container van Shailindra O. werd ook de drugs aangetroffen. Hij ging na afloop weg met zijn truck, maar kwam laat in Paramaribo aan. Hij parkeerde zijn container bij een neefje en logeerde bij zijn zus. De kantonrechter vroeg hem waarom hij zijn truck bij zijn neefje geparkeerd had. De verdachte zei dat hij al dertien jaren als truckchauffeur actief is, maar voor het eerst laat was. Het was ook wel de eerste keer dat hij zijn voertuig ergens geparkeerd had. 

In opdracht gehandeld 
De raadslieden Irvin Kanhai en Frank Truideman deden het verzoek om de voorlopige hechtenis van alle verdachten op Narinder R. na, op te willen schorten. Truideman heeft aangehaald dat zijn cliënt Dharmindersingh A. de Scheepvaartwet niet heeft overtreden. Kanhai voerde aan dat Dharmindersingh A. douanier is en mag volgens zijn jurist een onkostenvergoeding krijgen als hij diensten buiten zijn normale werktijden verricht. Dit heeft niets met het aannemen van giften en beloften te maken. Volgens Kanhai hebben de werknemers de opdrachten van hun werkgever uitgevoerd. Ze hebben binnen deze gezagsverhouding gehandeld en er was geen sprake van nauwe en bewuste samenwerking. 

Officier van justitie, Roline Gravenbeek, vroeg de kantonrechter om niet mee te gaan met dit verzoek. Ze voerde aan dat de ernstige bezwaren nog overeind staan en dat nog meer getuigen gehoord zullen worden. De rechter besloot uiteindelijk  slechts Parmanand R. naar huis te sturen. Op de volgende zitting zullen twee getuigen gehoord worden. De verdachten worden juridisch ook bijgestaan door de raadslieden Benito Pick, Joan Garib en Vishaal Rambharos. 

Wanita Ramnath
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May