Minister Edgar Dikan van Regionale Ontwikkeling tijdens de begrotingsbehandeling. (Foto: Raoul Lith) |
In het Lawa-gebied heeft de districtscommissaris samen met het collectief van de Aloekoe, de kapitein en de lokale ondernemers, een vuilophaalsysteem opgezet. Dat is het antwoord van minister Edgar Dikan van Regionale Ontwikkeling (RO) op een vraag van Aida Nading (NDP) in De Nationale Assemblee (DNA). Het lid vroeg wanneer er een eind komt aan het dumpen van vuil langs de rivier.
Voor het vuilophaalsysteem
worden de lokale bewoners ingezet. Er wordt drie keren per week vuil opgehaald
met een vuilophaalboot. Het vuil wordt vervolgens gedumpt op een speciaal
daarvoor bestemde plek. Volgens minister Dikan is de grote uitdaging dat de bestuursdienst geen bestuursambtenaren heeft die permanent
gestationeerd zijn in het gebied, vanwege het ontbreken van een BO-kantoor. “Hierdoor kan de
bestuursdienst geen adequate en regelmatige controle uitoefenen. Om dit
probleem op te vangen heeft de dc korte communicatielijnen ingesteld met
personen met wie wordt gewerkt.” Ook is het ministerie van RO samen met het ministerie van Volksgezondheid bezig na te gaan
hoeveel brandovens nodig zijn en waar ze geplaatst kunnen worden in het gebied.
Nading somt het aantal bestuursambtenaren in het gebied op en
benadrukt hoe weinig dat is. “Ik wil de regering vragen om een mogelijkheid te creëren
om mensen in dienst te nemen in de functie van bestuursambtenaren. Er wonen
veel mensen in het achterland en we hebben bestuursambtenaren nodig”, stelt het
lid. Dikan geeft haar gelijk, inderdaad zijn de bestuursleden in het
Lawa/Tapanahony gebied, op de vingers te tellen. Hij heeft de dc’s om een
formatieplan gevraagd om een beter beeld te kunnen hebben van waar de bestuursambtenaren
te veel of juist te weinig zijn. “Er is een scheefgroei en we wachten het
formatieplan af waardoor we evenwicht kunnen brengen”, laat de minister weten.
Yvanka Ozir-Awailame