Er is veel kritiek op de Surinaamse politie. Dat weten we. Je ziet haar mondjesmaat op straat, laat
staan in de avonduren. De benzine kost veel geld, personeel is niet op volle
sterkte waardoor er in de avond en nachtelijke uren zelden patrouilles hun
‘observerende’ werk doen. Maar niets gebiedt mij te zeggen dat de politie niet
alleen maar kritiek verdient.
Onlangs raakte ik verzeild in een auto-ongeluk. Een personenauto reed
vol op mij in terwijl ik linksaf wilde afslaan. Nota bene vond de veroorzaker
van het ongeluk het nodig zijn fatsoen te doorbreken en zijn auto snel in zijn
achteruit te zetten om vervolgens hard langs mij te rijden. Zo fout! Nog nauwelijks bijgekomen van de klap en de
schrik, observeerde ik mijn alerte kinderen op de achterbank. Gelukkig geen
lichamelijk letsel. Alleen de schrik zat er bij hen goed in. Zij noteerden het
kentekennummer.
Van kastje naar de muur
En toen begon de wandelweg met de politie. Thuis aangekomen belde ik
meteen met het bureau. Dat verwees mij vriendelijk naar de politiepost Geyersvlijt. ‘Oh moet ik daar zijn?’ Maar
eenmaal daar bleek ik snel geholpen. Ik moest naar Keizerstraat. Daar zouden ze
me helpen. Maar helaas. Ook op bureau Keizerstraat, het was inmiddels ver na
middernacht, wist men van niets. ‘Nee meneer bureau Munder. Het ongeluk is daar
en daar gebeurd, dus moet u daar zijn.’ Ok, dat wordt dan de volgende dag.
Daar aangekomen na een nachtje gerust te hebben, tekende een agent in
een prachtig gestreken blauw uniform de schets van mijn ongeluk en noteerde
mijn gegevens. ‘Ik bel u vandaag of morgen terug. We gaan de veroorzaker
achterhalen en regelen dan de papieren die u nodig zult hebben voor de
verzekering.’ Na twee dagen wachten ga ik nog maar eens poolshoogte nemen op
het bureau. Of er al iets bekend is van de veroorzaker, maar niemand weet van
iets. Een commandant in burgerkleding, waarschijnlijk klaar met zijn werk en
waarschijnlijk daar privé aanwezig, wijst mij een stoel. ‘Neemt u plaats.’
Nogmaals leg ik hem mijn ongeluk uit. En dat de persoon in kwestie door gereden
was. Hij pleegt wat belletjes over en weer. Komt in telefonisch contact met de
veroorzaker. ‘You have serious problem’
laat hij de man aan de andere kant van de lijn weten. Ik zal zo snel mogelijk
gebeld worden, laat de commandant buiten functie in vrijetijdskleding T-shirt,
korte broek en slippers mij weten.
En dat klopt want de volgende dag rinkelt mijn cel. ‘Ja goedemorgen de
politie. Kom naar het hoofdkantoor van Self
Reliance en we handelen de zaak keurig voor u af.’ Daar aangekomen tref
ik de doorrijder tevens veroorzaker van het ongeluk. Dat ik hem nog te zien
krijg! Hij heeft, zal ik eerlijk toegeven, een waardig alibi om door te rijden
nadat hij bij mij was binnen gereden. De vriendelijke agent buiten dienst maakt
een kletspraatje en samen vullen we de schadeformulieren in. Als laatste worden
er schadefoto’s van beide voertuigen gemaakt. ‘Ziezo. Dit is afgehandeld,' laat
de agent weten. Ik kijk verbaasd om mij heen. Ok, zo kan het dus ook. De
verzekeringsmaatschappij zal het verder met mij afhandelen. Voor mij een
signaal hoe dienstbaar de Surinaamse politie ook kan zijn, in haar vrije tijd!
Arjen Stikvoort