DNA keurt samenwerking met Servië goed

De vriendschaps- en samenwerkingsovereenkomst tussen Suriname en Servië is door De Nationale Assemblee donderdag aangenomen met 30 (algemene) stemmen. Commissievoorzitter André Misiekaba (NDP) benadrukt dat het gaat om een overeenkomst waarin het institutionele kader is aangegeven voor samenwerkingsgebieden. Hij voegt daaraan toe dat zaken gedetailleerder zullen worden geregeld.

Suriname en Servië hebben al geruime tijd vriendschappelijke banden met elkaar, merkt Misiekaba op. “Suriname is in termen van populatie, economie, industrie en bewapening een kleine speler in de wereld. Aan de andere kant zijn wij een grote speler op het gebied van natuurlijke hulpbronnen. Onze enorme bosbedekking met een rijke biodiversiteit, onze zoetwaterbronnen, onze diversiteit aan culturen als een uniek toeristisch schouwspel”, weegt Misiekaba. Hij benadrukt daarbij de grootte van het Surinaamse maritiem grondgebied dat groter is dan het land. “Dit is een enorme potentie in economische zin geloof ik daarom dat onze toekomst voor een belangrijk deel op zee ligt. The future lies in blue economy”, stelt de politicus.

Commissielid Chan Santokhi (VHP) plaatst kanttekeningen bij deze overeenkomst. Hij vindt dat de regering eerst haar zaken in eigen huis moet regelen met de buurlanden alvorens een samenwerking aan te gaan met land dat ver weg is. Ook zegt Santokhi dat deze overeenkomst eerst behandeld moest zijn geworden om daarna allerlei vormen van samenwerkingen aan te gaan met Servië. Hij verwijst daarbij naar de eerdere overeenkomst met een Servisch bedrijf om de nieuwe identiteitskaarten te maken, waar naar zijn mening heel wat onduidelijkheden in zijn.

“Het legt een smet op de samenwerking die je wil aangaan, omdat de dingen niet goed zijn aangepakt. Het is een omgekeerde werkwijze. Beide landen moeten voordelen hebben aan de samenwerking, we moeten van tevoren die sectoren en gebieden zichtbaar maken. Ze moeten waarneembaar zijn. Daar gaat deze overeenkomst de mist in”, merkt Santokhi op. Zijn fractie heeft ondanks zijn kanttekeningen vóór de wet gestemd, wel met deze kritische opmerkingen.

De huidige realiteit in de wereld noopt volgens de minister van Buitenlandse Zaken, Yildiz Pollack-Beighle, Suriname om zoveel mogelijk vriendschapsrelaties aan te gaan. Zij merkt op dat het land aan het bewegen is in een ‘global village’, waar afstanden geen rol meer spelen. “De economische samenwerking met Servië moet de handel, toerisme, buitenlandse investeringen, landbouw, bosbouw, watermanagement bevorderen”, somt de minister de samenwerkingsgebieden op. Ook op het gebied van sport en jeugd, naast de gebieden van nationale veiligheid en gezondheidszorg zal de samenwerking met Servië tot uiting komen.

Yvanka Ozir-Awailame