Ingezonden: Rillingen van acceptatie seksueel misbruik kinderen
02 Apr 2011, 06:00
foto
Roël Lugard.


Toen ik klaar was met het lezen van het artikel met de kop “Minister Misiedjan belooft onderzoek seksueel misbruik kinderen” op de site van Starnieuws, kreeg ik onaangename rillingen door mijn heel lichaam.

Het deel van het artikel dat mij deed rillen tot in het diepste van mijn ziel, was: "Het assembleelid kreeg een rapportage dat Bofokoele een krutu heeft belegd en achter het schoolhoofd staat. De mensen zijn bang dat hun kinderen geen onderwijs meer zullen krijgen."

Kennelijk hebben de mensen in Bofokoele zich verplicht gevoeld om te kiezen tussen aan de ene kant, acceptatie van seksueel misbruik van kinderen door een schoolhoofd met zekerheid voor het voortbestaan van het onderwijs in het dorp en aan de andere kant, ageren tegen dit schoolhoofd met als gevolg dat hij weg moet, waardoor er onzekerheid ontstaat over de voortgang van het onderwijs zonder dit schoolhoofd.

Voor mij is het bizar en onverteerbaar om vast te stellen dat een gemeenschap in het binnenland zich gedwongen heeft gevoeld om te kiezen tussen twee grote kwaden, namelijk acceptatie van seksueel misbruik van hun kinderen of acceptatie van onzekerheid in het onderwijs van hun kinderen.

Toen ik over Sjerome S. hoorde, moest ik denken aan een geval in Nieuw Aurora ongeveer 25 jaar geleden. Daar had een schoolhoofd van Marron komaf een aantal minderjarige leerlingen van de Johannes Arabischool seksueel misbruikt, van wie twee zwanger waren geworden. Ik kan mij nog herinneren dat de gemeenschap in Nieuw Aurora ook niets gedaan had en ook EBGS, als zijn werkgever van de onderwijsgevende, had niets tegen deze man ondernomen.
Omdat de twee meisjes die zwanger waren familie zijn van mijzelf en van dezelfde Hugo Jabini, die de zaak van Sjerome S. bekend heeft gemaakt, hebben wij afzonderlijk geprobeerd om iets hiertegen te doen, maar wij zijn niet verder gekomen, dan via EBGS ervoor te zorgen dat een bedrag van het salaris van deze man werd ingehouden voor de verzorging van de kinderen die hij had verwekt bij de minderjarige meisjes.
Ik weet nu niet eens meer hoelang deze inhouding van salaris heeft geduurd. Ik denk dat er zeker meer gevallen van seksueel misbruik van kinderen door onderwijsgevenden tussen 25 jaar geleden en nu in het binnenland zullen zijn, waaraan geen aandacht geschonken is.

Als ik nu terugdenk, dan ben ik van overtuigd dat het niet ingrijpen door de gemeenschap niet heeft betekend dat de gemeenschap van Nieuw Aurora toen, dit gedrag van het schoolhoofd had goedgekeurd en ik denk dat dit ook het geval is in Bofokoele. Laat niemand jou wijsmaken dat het hebben van seks met minderjarigen in het binnenland normaal is. Dat is niet normaal en afkeurenswaardig. Maar de machteloosheid die de mensen in zo’n situatie voelen, als het om iemand gaat waartegen ze opkijken, moet niet onderschat worden. De opstelling van de mensen in Nieuw Aurora toen en nu in Bofokoele is niet goed te praten, maar ik kan het nu wel begrijpen.

Als in Paramaribo dit zou voorvallen, dan hadden de ouders geen rede om te denken dat hun kinderen door vertrek van zo’n leerkracht geen onderwijs meer zullen krijgen. Maar in het binnenland moet jammer genoeg wel die afweging worden gemaakt door de gemeenschap. Dat is daar de realiteit.

De mensen van Bofokoele zijn niet gek. Ze weten heel goed dat seks met kinderen niet “normaal” is. Maar het gaat in hun geval om de negatieve consequenties/gevolgen die ze denken dat het vertrek van het schoolhoofd voor de onderwijstoekomst van hun kinderen zullen kunnen hebben.

Kinderen horen ten allen tijde beschermd te worden door de gemeenschap. Maar als er voedingsbodem is voor het misbruik van deze kinderen, dan zullen wij altijd te laat zijn om ze te beschermen.

Nu in Bofokoele de aanpak van en ageren tegen een vermeende misdaad tegen kinderen door de gemeenschap wordt gekoppeld aan het voortbestaan van het onderwijs, zal Suriname naast het bestraffen van eventuele misdaden op dit punt ook het stil moeten staan bij het vraagstuk van verzekeren van het onderwijs in het binnenland.
Het onderwijs in het binnenland mag niet afhankelijk van mensen zoals Sjerome S. blijven en zeker mogen de binnenlandsbewoners niet het gevoel blijven houden dat de voortgang van het onderwijs in hun woongebied van deze “bijzondere mensen” afhankelijk is. Voorlichting aan de mensen is zeker niet verkeerd, maar alleen dat is niet voldoende.

Mensen die denken dat ze onmisbaar zijn, durven meer ongeoorloofde en dubieuze handelingen te plegen. Suriname moet daarom niet alleen deze zaak juridisch aanpakken, maar ook nagaan hoe zulke wandaden in te toekomst te voorkomen en voedingsbodem voor deze ongeoorloofde handelingen structureel op te heffen.

Roël Lugard – voorzitter stichting Teeifuka ( www.teeifuka.nl)
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May