IMWO presenteert rapport over onderzoek kinderarbeid
29 Jan 2019, 02:47
foto
Waarnemend directeur IMWO Natasha Moe Soe Let presenteert het SCLS-rapport aan de minister van Arbeid, Soewarto Moestadja.


Het rapport over de ‘Suriname Child Labour Survey’ is vrijdag gepresenteerd door het Instituut voor Maatschappij Wetenschappelijk Onderzoek (IMWO). Elk jaar tijdens knippa-tijd verschijnen krantenkoppen over jonge kinderen die knippa’s verkopen op drukke, gevaarlijke kruispunten. Knippa-verkoop is een vorm van kinderarbeid. Dit regardeert de gehele samenleving, vandaar dat de minister van Arbeid en de minister van Sport en Jeugdzaken te gast waren bij de presentatie. Samen met een aantal vertegenwoordigers van belanghebbende instanties hebben zij het rapport in ontvangst genomen.

Het doel van het onderzoek was, te bepalen hoe vaak kinderarbeid in Suriname voorkomt, of kinderen gevaarlijke arbeid verrichten, uit welke milieus de werkzame kinderen komen en of het werken invloed heeft op hun schoolsituatie. De uitkomsten zijn belangrijk, omdat de Surinaamse overheid vervolgens een nationaal actieplan kan ontwerpen om het verschijnsel kinderarbeid uit te bannen. Voorwaarde hiervoor is wel een integrale benadering en een interministeriële samenwerking.

In zijn speech gaf minister van Arbeid, Soewarto Moestadja, dan ook de waarde van het rapport aan en dat de data onmisbaar zijn om de conventies en wetgeving die reeds zijn aangenomen, efficiënt te kunnen implementeren. De resultaten zullen gebruikt worden om gerichte programma's te ontwerpen om kinderarbeid op lokaal niveau uit te roeien. Moestadja onderstreepte dat ‘kinderarbeid een verraad is tegenover de jonge mens die kwetsbaar is en afhankelijk is van de hulp, zorgzaamheid, begeleiding en liefde van de ouderen en van de samenleving als geheel. Kinderarbeid is overal onaanvaardbaar, ook in Suriname.’

Het IMWO heeft op aanvraag van het ministerie van Arbeid (en dat weer in opdracht van de ILO) het onderzoek verricht. Het US Department of Labour heeft het project gefinancierd. Van de periode oktober 2016 tot januari 2018 is het veldwerk uitgevoerd, waarna verslag is gedaan. Dit onderzoek past geheel binnen de doelstellingen van de Universiteit van Suriname en het instituut, namelijk een brug slaan naar de samenleving door middel van het verrichten van wetenschappelijk onderzoek en dienstverlening. Dit was voor het IMWO het eerste project, aangegeven door een internationale opdrachtgever, dat op deze schaal is uitgevoerd. Ondersteuning van het geheel is geleverd door diverse externe partijen, zoals enquêteurs, het ABS en leden van de stuurgroep die bestond uit vertegenwoordigers van diverse ministeries, het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld. Het IOL bood technische bijstand.

Uit het onderzoek blijkt dat 3.3% van alle kinderen tussen de 5 en 17 jaar wonende in de 8 kustdistricten werkzaam zijn, dit vooral in de districten Paramaribo en Wanica. Jongens verrichten eerder kinderarbeid en gevaarlijker werk dan meisjes. Onder kinderarbeid wordt verstaan de betrokkenheid van kinderen bij verboden arbeid (volgens de nationale wetgeving, ILO Minimum Age Convention 1973 en de WFCL Convention 1999), die uitgebannen moet worden, omdat zij sociaal en moreel ongewenst is. Met gevaarlijk werk wordt bedoeld, werk dat door de aard of omstandigheden onder welke zij wordt uitgevoerd, schadelijk kan zijn voor de gezondheid, veiligheid of het moraal van kinderen.

De presentatoren van het rapport, Natasha Moe Soe Let en Presella Young A Fat, gaven ook de beperkingen van het onderzoek aan. Vanwege de hoge kosten zijn er alleen huishoudens in de kuststreek bezocht. Sipaliwini en Brokopondo zijn niet meegenomen, terwijl die vaker genoemd worden in internationale rapporten als het gaat om de ergste vormen van kinderarbeid en mensenhandel (mijnbouw etc).

In het binnenland is ook minder toezicht van de Arbeidsinspectie. Daarnaast is het van belang dat in de toekomst in andere onderzoeken het verschijnsel kinderarbeid direct wordt meegenomen. Ook is aanbevolen om de effecten van kinderarbeid nader te bekijken. In de vragenronde die volgde na de presentatie kwam ook naar voren dat het zinvol zou zijn om bestaande instanties ten behoeve van kinderen te versterken, en een ombudsman aan te stellen. De media kunnen, door middel van het verspreiden van informatie, een belangrijke rol spelen bij de uitbanning van kinderarbeid in Suriname.
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May