Opleiding mensenrechten voor overheidsfunctionarissen

In mei gaat de eerste post-graduate opleiding mensenrechten voor overheidsfunctionarissen in Suriname van start. Het officiële startsein werd vorige week gegeven op het FHR Lim A Po Institute for Social Studies, dat de nieuwe opleiding gaat verzorgen. Het FHR Lim A Po Instituut doet dit in samenwerking met het International Institute for Human Rights in Den Haag.

Het doel van de acht maanden durende training is om de cursisten kennis en vaardigheden bij te brengen op het gebied van onder meer het Inter-Amerikaanse mensenrechtensysteem. Ook de manier waarop internationale mensenrechtenverdragen kunnen worden opgenomen in de nationale wetgeving staat op het programma.

De training, die volledig wordt gefinancierd uit de begroting van het ministerie van Justitie en Politie, is een uitvloeisel van het tussen de Surinaamse regering en de UNDP (United Nations Development Program) overeengekomen projectdocument “Support for Implementing the Policy Plan for Protection of Legal Rights and Safety- Legal Protection and Human Rights, and Anti-Corruption”. De opzet van dit project is om het bewustzijn in de samenleving met betrekking tot mensenrechten te vergroten. Eerder zijn in dit kader trainingen verzorgd aan onder andere mediavertegenwoordigers, niet-gouvernementele organisaties en religieuze instellingen.

Tijdens de bijeenkomst op vrijdagavond hield minister Martin Misiedjan van Justitie en Politie de cursisten voor dat de Surinaamse overheid er alle vertrouwen in heeft dat zij deze “intensieve opleiding" succesvol kunnen combineren met hun volledige dagtaak bij de overheid. De minister stelde verder dat het tot stand brengen van bewustzijn ten aanzien van mensenrechten een van de speerpunten is van het beleid van zijn ministerie. Een van de activiteiten in dit kader is het opnemen van het onderdeel mensenrechten in het curriculum van de komende opleidingen voor politiemensen en penitentiaire ambtenaren.

FHR-directeur Hans Lim A Po en UNDP-vertegenwoordiger Thomas Gittens wezen in hun toespraken op de rol van de staat bij het toezien op de naleving van mensenrechten. Ook stonden ze stil bij de internationale verplichting om over strafbare kwesties te rapporteren. Dat geldt als voortvloeisel van het ondertekenen van internationale mensenrechtenverdragen.

Aan de training doen acht functionarissen mee van het Ministerie van Justitie en Politie. Ook de ministeries van Sociale Zaken & Volkshuisvesting, Onderwijs & Volksontwikkeling, Regionale Ontwikkeling, Binnenlandse Zaken, Buitenlandse Zaken en Arbeid, Technologische Ontwikkeling & Milieu hebben vertegenwoordigers aangewezen. In totaal zijn ongeveer twintig cursisten voorgedragen.