Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 38
27 Mar 2011, 14:50
foto


“Ai heren, de zuipploeg is weer compleet, daar drinken we op.”
“Ja mang, de vorige week waren we uitlandig, jongoe, Ron ging via Curaçao naar Caracas.”
“En Jim ging met vrouw via Aruba naar Miami.”
“Ik hoor, je had na twee dagen ontwenningsverschijnselen.”
“No *&^%$, wil je.”
“En Kries is naar Trinidad gegaan.”
“Wat een globetrotters zijn we, maar Sjaak is thuisgebleven, hij zat hier in z’n eentje te zuipen.”
“En niemand was er om hem tot orde te roepen; de barkeeper vertelde me dat het gisteren hier fout met hem is gegaan.”
“Oh, daarom is hij er niet.”
“Tjeezis, heeft hij gevochten?”
“Nee, nog erger, hij heeft flink gezongen.”
“Mi gado, hij heeft zeker ook onkerkelijke teksten gebruikt en z’n lichaam wulps bewogen zoals tijdens dat optreden in de kathedraal; zo lees ik in de krant.”
“Tja, komt ervan als je je kerk aan derden verhuurt; ze gaan dan echt geen Ave Maria’s bidden.”
“Volgens mij zal Onze Lieve Heer gedacht hebben: ‘Eindelijk wat soul in Mijn huis.”
“Ja, spot er maar mee, jo heiden.”
“Begin jij eerst minder te drinken en meer naar de kerk te gaan.”
“Maar wat Sjaak betreft, de barkeeper vertelde me, dat hij luid begon te zingen:”Nieuw Suriname, oh ding van m’n drooo-men, heb-lustige Voorie uit Mega ge-spoeld.”
“En toen?”
“Toen zijn twee M.B’s boos geworden en die wilden hem te lijf gaan.”
“M.B’s?”
“Mollige Bhaiwa’s, net als hun twee kijvende voorzitters.”
“Nazieb-hier-en-daar en Harriez-de-babbelaar.”
“Mega heeft wat met MB’s, eentje ging er zelfs nog vóór de verkiezingen uit.”
“Of MB’s hebben wat met Mega.”
“Volgens mij Baas breti tak’a hebi foe Njoen Sranan gwe lieb’ing.”
“Wat een gedoe met al die kleine partijen in grote combinaties.”
“Ik blijf erbij, artikel nummer zoveel uit onze kieswet schrappen. Dat artikel staat pre-electorale combinaties toe. Dan krijg je dat allerlei kiesclubjes met machtsgeile voorzittertjes zichzelf net vóór de verkiezingen oprichten, flink lawaai maken en zich dan aansluiten bij een grote partij. Zo krijg je van die waterhoofdcombinaties die niet eens rechtspersoonlijkheid bezitten.”
“Dus jij vindt: elke partij apart de verkiezingen in.”
“Jawel, ieder voor zich, en de kiezer kiest de beste. Als ik een bepaald merk tandenborstel wil kopen, moet je dat niet samen met een vieze tandpasta, een bot weggooischeermesje en een verroest penlightbatterijtje in één verpakking verkopen, dat heet koppelverkoop. Dat krijg je bij onze verkiezingen en daarom krijg je steeds rommel ertussen aan de macht.”
“Ik zie ze al dat artikel in de kieswet veranderen.”
“Ik ga een petitie bij Baas indienen: schrap artikel zus zoveel.”
“Baas kijkt je aan, ziet je bezopen gezicht en zegt: ik schrap jou.”
“En heren, vertel, hoe was de reis?”
“Onze Netsjenel Kerriejer doet zijn best. Alleen de naam: ons land heet officieel Suriname en niet dat akelige Soerinemm, met dat stomme neusaccent van die Jenks, maar onze national carrier heet Soerinem Eerwees.”
“Ach, zeur nou niet, dat klinkt internationaal veel beter en iedereen is al aan die naam gewend.”
“Maar zo houden we dat ‘Soerinemm’ zelf in stand.”
“En hoe was de flight?”
“Goed, die piloten van ons weten te vliegen, de bediening was goed, alleen die bamie of hoe dat ding dat we te eten kregen, moest heten, was redelijk geurloos en onsmakelijk.”
“Ai, dat is me ook opgevallen: een land met zoveel lekker eten serveert zulk een onsmakelijke hap in z’n vliegtuigen.”
“Geef ons dan liever 75 US$ dollar korting op die ticket en we nemen onze eigen hap mee van Zanderij.”
“”Johan Adolf...”
“Neks Johan Dingens, gewoon Zanderij, mi no de nanga Jap-ning dati.”
“Jij zegt ook nog steeds Coppenamestraat?”
“Jazeker, alleen dat stukje straat voor dat gebouw met die vlaggen mogen ze anders noemen.”
“En Wanicastraat?”
“Zeer zeker, ook dat stukje bij die fakkel mogen ze met toestemming van de bewoners die andere naam geven. Ook zo met de Rust en Vredestraat en Gravenstraat. Wat voor daadwerkelijke opbouw en ontwikkeling hebben deze lieden voor ons land gebracht?”
“Verbroedering.”
“Je bedoelt het generaties lang in stand houden van etniciteiten, omdat dat een makkelijke manier van stemmen trekken is?”
“Onafhankelijkheid.”
“Je bedoelt grotere afhankelijkheid van allerlei donoren en het versneld wegdragen van onze bodemschatten?”
“Behalve Staatsolie.”
“Is er een belangrijke straat naar Eddy Olie genoemd?”
“Paarden die de haver verdienen, krijgen die niet.”
“Maar die Poerrofski of hoe hij heet, wordt wel de nieuwe financieel directeur.”
“Waarom mocht dat niet? La we zien wie zichzelve daar allemaal met onze olierijkdom hebben gezegend.”
“En wie zich nu gaan zegenen, in naam van land en volk.”
“Vakbondsrechten.”
“De vakbeweging heeft eerder leiders voortgebracht die de vakbeweging als springplank voor politieke macht hebben gebruikt.”
“Ai, eentje is er zelfs president door geworden.”
“Maar is er daadwerkelijke verbetering gekomen voor de harde werkers? In een staatsbedrijf mocht onlangs nog niet eens een vakbond opgericht worden.”
“Niet eens een minimumloon kennen we.”
“Maar dat is niet alleen de schuld van de vakbeweging.”
“Mensenrechten?”
“Hou toch op, man. Zelfs kinderen in kindertehuizen zijn tot de dag van vandaag niet beschermd. Pedofielen lijken eerdere beschermd te worden.”
“Maar hadden jullie problemen met overvracht?”
“Juist niet, wij hadden ondervracht: naar en van Miami mag je per persoon twee koffers van 23 kilo meenemen.”
“Waw, dat is 46 kilo per persoon.”
“Meenemen kan je nauwelijks wat, maar terugkomen met veel gebeurt wel.”
“Maar dat is meer een stimulans voor de Amerikaanse export, niet voor onze export.”
“Laat ze dit doen op de vlucht naar Amsterdam, boi, dan ga je Surinaamse export zien.”
“Groenten, cassavechips, pindasambel, zuurgoed, bita wiri, gomma wiri, podo siri ...”
“Vergeet niet: cocca-siri, cocca sambel, bita cocca-wiri, coccachips, tot zelfs cocca- zuurgoed, tjeezis, wat ze niet bedenken.”
“Als de SLM 46 kilo per persoon naar Amsterdam toestaat, en dat is best mogelijk met die ticketprijs op de midatlantische route, dan zal de douane op Schiphol heel erg wakker moeten zijn.”
“Je hebt het over Schiphol, maar la me je een actuele kiek geven over Miami airport. Tijdens de nachtdienst zijn twee vliegtuigen op eigen houtje geland; de overwerkte controller in de toren sliep heel diep.”
“Jakkes, en wat is er met hem gebeurt?”
“Onslag op staande voet natuurlijk.”
“Dja vakbond b’o staak dj’a mang.”
“Zeg geen nonsens over onze vakbeweging, okay er zijn wel een paar rotte appels in de vakbondsmand...”
“Maar die Amerikanen hebben nu wel besloten dat er tijdens nachtdiensten twee controllers in de toren moeten zitten. Zie je, ook daar leren ze steeds wat bij.”
“Maar f’a waka nanga aankomsthal foe Johan A.., ik bedoel van Zanderij?”
“Ja mang, ziet er steeds beter uit. Je weet, ik beoordeel een openbare faciliteit naar de stand van de toiletten. En die van onze aankomsthal zijn krekschool, granieten tegels, geen plasjegeur en bemorst papier links en rechts, ja mang, a aankomsthal boeng, in tegenstelling tot ding twalet foe vertrekhal. Ik weet niet wat voor hebi we in dit land hebben, maar er moet constant schoongemaakt worden, niet alleen aan het einde van de dag. In het buitenland zie je de mensen constant plastic zakken uit tonnen halen, proppen opbezemen en de vloer dweilen, in ploegen na elkaar, de hele dag door. Daarom oogt het daar veel netter en komen wij hier zo morsoe over.”
“Mooi gepraat broeder, maar ga dat eens effe hier organiseren; je stuit op allerlei weerstanden en vakbondsrechten enzo.”
“En nog iets: ik blijf me als Surinamer die z’n eigen land binnenkomt, het nut afvragen van die domme papiertjes die je moet invullen. Tijdverlies en papierverlies.”
“En hoe was het eten daar in Miami?”
“Na die smaakloze hap uit het vliegtuig was alles lekker.”
“Effe serieus, een vriend van me vertelde hoe hij zich volgegeten heeft in die foodcores van die malls.”
“Nou, echt niet geweldig. Vettige hap, gemiddeld 6 tot 8 US, hun rijst met black beans of doppertjes of iets wat op nasi lijkt is vettig en smaakloos, net als in het vliegtuig, oooh, dat willen ze zeker naäpen.”
“Zeg ik ook, een eettent met Surinaamse bruine bonen, petjiel, roti met masalakip of doks, of onze echte moksalesi, boi, oen b’o law ding Latino’s in Miami.”
“Eh, het lagere personeel daar praat alleen Spaans, ik werd steeds in het Spaans aangesproken, now mi srefi e ‘bon dia senjora, grasias senjoor, no habla espanjol, cienko dollar”.
“Nou, je ziet het, zuiplappen leren snel talen, maar nu moet ik betalen zonder dralen, want ik moet eten gaan halen, anders gaat mijn vrouw balen. Ik zie jullie.”

Rappa
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May