'Gemiste kans deskundig team Buitenlandse Dienst!'
21 Nov 2018, 22:37
foto


Op dinsdag 20 november 2018 werd in De Nationale Assemblee (DNA) de Wet op de Buitenlandse Dienst aangenomen. Dat er reeds lang een wet op de Buitenlandse Dienst had moeten zijn, staat buiten kijf. Het professionaliseren van onze Buitenlandse Dienst had een prominente plaats in het partijprogramma van DA’91 in 2010 en 2015.

De Surinaamse Buitenlandse Dienst begon heel sterk in 1975, met scherpe en sterke selectieprocedures en een selectie commissie waar je 'u' tegen zegt. Het is betreurenswaardig dat dit gedenkwaardige feit noch gememoreerd werd door de huidige minister en DNA, noch als voorbeeld en inspiratie diende voor de samenstelling van de huidige wet.
Het aanbieden van deze wet aan DNA en de Surinaamse samenleving gaf een unieke gelegenheid om onze buitenlandse dienst te verheffen tot het bijzonder niveau waar het hoort te zijn. Echter moeten wij constateren dat cruciale voorwaarden voor het garanderen hiervan wederom buiten de wet gelaten zijn.

Zo is er geen beperking op het aantal partijpolitieke benoemingen. De opmerking van DNA-voorzitter Jennifer Simons dat elke partij wel over voldoende kader moet beschikken om invulling te geven aan de functies, verraadt ook wederom dat er geen serieuze intenties zijn om andere dan partijpolitieke voordrachten te doen. Bovendien zijn de partijpolitieke benoemingen gevrijwaard van een medische en goed gedrag certificering. En vooral het laatste is bij een serieuze aanzet voor een sterk diplomatiek lichaam, van essentieel belang. Niet alleen nationaal, maar ook internationaal.

Deze wet sterkt ook niet het geloof in het waarderen en stimuleren van kwaliteit, aangezien promoties bepaald en beslist worden door de minister op basis van een werkopdracht. Subjectiever kan het gewoon niet. De voorwaarden van goed bestuur zijn zoek in deze wet want ook als er een klacht zou worden ingediend naar aanleiding van een opgelegde straf of onthouden promotie, wordt dat behandeld door dezelfde minister en eventueel een commissie door de minister samengesteld.

Opmerkelijk is dat de wet zich hoofdzakelijk richt op de intrede in de diplomatie en het idee gewekt wordt als zou met de aanname van deze wet, Suriname plotsklaps over een professioneel diplomaten korps beschikken. En als zou dit ons per direct positief op de wereldkaart plaatsen. Niets is minder waar. Diplomaten zijn uitvoerders van de instructies die zij ontvangen vanuit de leiding van de buitenlandse politiek.

Conform onze grondwet is dat de president met een gedelegeerde bevoegdheid naar de minister. Onze internationale woordbreuk inzake erkenning van Staten, onze ondersteuning van repressieve regimes zoals in Venezuela, Equatoriaal Guinee en anderen, en onze veroordeling door rechtbanken in de wereld inzake personele kwesties (India en Indonesië) zijn het resultaat van de keuze en deskundigheid van de huidige leiding van ons land. De wet op de Buitenlandse Dienst verandert daar niets aan.

Opmerkelijk is ook dat er op geen enkel moment gesproken is over een overgangsregeling. Want de nu dienende diplomaten voldoen - met grote mate van zekerheid - niet aan de minimaal gestelde eisen van de wet en evenmin al de ambtenaren nu in dienst van het ministerie. Het zou van goed bestuur getuigen als de wet ook melding had gemaakt van een overgangsperiode en er tegelijkertijd een proces vorm had gekregen dat duidelijkheid en ruimte gaf voor een juiste inpassing in de nieuwe structuur.

DA’91 is groot voorstander van een deskundig team voor de uitvoering van een professioneel, krachtig en effectief buitenlands beleid. Het is daarom dat wij het jammer vinden dat deze bijzondere gelegenheid voor het aannemen van een Wet op de Buitenlandse Dienst, niet is aangegrepen om een product te leveren dat de daadwerkelijke garanties voor de verwezenlijking hiervan biedt.
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May