DOE vraagt strenge controle prijzen importen olie

In een open brief aan minister Michael Miskin van Handel en Industrie en Wonnie Boedhoe van Financiën, vraagt de politieke partij DOE om strenge controle van de brandstofprijzen. Volgens de partij moet nagegaan worden waar de brandstof wordt gekocht en wat de kwaliteit hiervan is. Hieronder volgt de tekst van de open brief:

"De Partij voor Democratie en Ontwikkeling in Eenheid(DOE) is zich ervan bewust dat wij als onderdeel van het mondiaal geheel niet gespaard zullen blijven van de gevolgen van de sterk fluctuerende marktprijzen van “ruwe” aardolie en geraffineerde aardolie-producten, zoals brandstof. Na een stijgende trend gevolgd te hebben vanwege de onrusten in het Midden-Oosten, daalden de prijzen lichtelijk door de tragische gebeurtenissen in Japan. Echter verwachten wij na de recente ontwikkeling in het Midden-Oosten, weer een stijging van de wereldmarktprijzen, en voelen we ons op basis daarvan verplicht om onze bezorgdheid kenbaar te maken.

In Suriname zien wij dat, geheel aannemelijk, de prijzen van onze brandstof de laatste tijd enorm zijn gestegen door deze internationale gebeurtenissen. Uiteraard zijn deze prijsstijgingen verergerd door de maatregelen van uw regering, waarbij gekozen is voor een verhoging van de government take op brandstof voor de burger, in plaats van de invoering van de government take op het brandstof-verbruik van rijke multinationals, zoals Suralco en Iamgold. Bij elke aanvoer van brandstof door de in Suriname opererende retailmaatschappijen Sol en Chevron, worden de prijzen verhoogd met de internationale ontwikkelingen op het prijzenfront voor aardolie als argument.

Hoewel dit verhaal erg logisch lijkt, vragen wij van DOE u om in deze tijd van crisis, er extra voor te waken dat de in Suriname opererende retailmaatschappijen niet de kans krijgen om woekerwinsten te maken. Middels dit schrijven vragen wij u de olie-maatschappijen te dwingen om meer transparantie te geven aan het publiek van waar ze hun brandstof vandaan halen en tegen welke prijs. Ruwe aardolie komt in verschillende typen voor, waarbij het varieert van zeer hoge kwaliteit (ook wel brent- of marker-/referentie-brent genoemd) tot zeer slechte varianten met veel lood, zwavel en andere schadelijke stoffen. De wereldmarktprijs van de verschillende typen olie, verschillen ook heel erg en wordt bepaald op basis van een referentie- brent (een A-kwaliteit olie, die qua eigenschappen het meeste op die olie-soort lijkt) middels een systeem van strafpunten en beloningen."

Onze eigen Surinaamse trots de “Saramacca crude” zoals door Staatsolie geproduceerd wordt, is daar een goed voorbeeld van. Onze relatief zware olie variant heeft een lage zwavel gehalte en heeft als referentie-brent de 'US Gulf Coast' 2% sulphur”. Op basis van het systeem van beloningen en strafpunten zit de prijs van de Saramacca crude steeds op ongeveer 75% van de prijs van zijn referentie-brent.

Met het oog op het voorgaande, lijkt het ons zinnig dat de overheid, in deze vertegenwoordigers van uw ministeries via haar eigen internationale en regionale netwerken regulier nagaan/controleren indien de geoffreerde prijzen van Sol en Chevron, wel conform de prijzen zijn, die ze van hun raffinaderijen krijgen, en dat ze de samenleving de juiste prijzen in rekening brengen. Consumenten hebben het al knap moeilijk met de verhoogde government take en verdienen transparantie, zodat ze weten waarvoor ze betalen. Gaarne uw dringende aandacht hiervoor. Wij en zeker de samenleving als geheel, zien concrete acties terzake met argus-ogen tegemoet.

De Partij voor Democratie
en Ontwikkeling in Eenheid