Fols en BvL willen Peneux niet als interim manager Examenbureau

De Federatie van Organisaties voor Leerkrachten in Suriname (Fols) en de Bond van Leraren (BvL) willen een dringend gesprek met minister Edwin Wolf van Onderwijs en Volksontwikkeling (Minov). Het gaat om de aanstelling van een interim manager op het Examenbureau van het ministerie. Beide bonden zijn principieel tegen de aanstelling van Robert Peneux.

De bonden verwijten Wolf en zijn staf ervan meer dan een jaar niets te hebben gedaan om een volwaardige opvolger te zoeken voor Mechtelly Mohamedradja die met pensioen gaat. Peneux die volgens de bonden plotseling is aangewezen in die functie wordt getypeerd als ondeskundig en controversieel. “Wij gaan niet toestaan dat een politiek vriendje van de minister op zo’n een cruciale post binnen het onderwijs wordt geaccommodeerd”, verwoordt BvL-voorzitter, Wilgo Valies, het standpunt van de onderwijsbonden.

Valies zegt dat Mohamedradja al ruim een jaar geleden heeft aangegeven dat zij met pensioen gaat. Zij heeft ook aangeboden een eventuele opvolger in te werken voor de functie. “Het ministerie is hier gewoon aan voorbijgegaan en heeft niet eens een open sollicitatieperiode ingebouwd. Toen mevrouw Mohamedradja vertrok, hebben ze Peneux gewoon naar voren geschoven”, zegt Valies. Ook Mohamedradja die later dan aangekondigd met pensioen gaat, zegt dat het Minov gemaakte afspraken niet is nagekomen om haar te vervangen. Het voorstel van het ministerie om langer op de post te blijven heeft zij geweigerd.

De BvL-voorman zegt dat binnen de Fols en BvL genoeg capabele personen voor deze functie zijn te vinden. Het stoort de bonden ook dat Peneux nu zou zijn ontlast van zijn taken als directeur van twee Imeao scholen om te kunnen werken als manager van het Examenbureau. “Hij hoeft zijn werk niet te doen, maar blijft de salarissen ontvangen en krijgt er op de koop toe een derde functie bij”, zegt Valies. Peneux heeft steeds aangegeven bekwaam te zijn voor zijn nieuwe baan. De kritiek vanuit het onderwijsveld ziet hij als persoonlijke aanvallen.