Politieke Borrelpraat (PBR) deel 37
13 Mar 2011, 16:30
foto
In beslag genomen wapens. (Archief Korps Politie Suriname)


“He Ron, sang psa, die pantserwagen van die Veepee van je wilde niet starten.”
“Hij is ook jouw VeePee. Hij wordt uit ons beider belastingsgeld betaald.””
“Volgens mij hadden die lijffies met die chauffeur de tijd zitten doden in die tien cilinder, met radio en airco, maar zonder motor aan.”
“Jij was weer daar.”
“Dan ding mang booster a pantser nanga wan gewoon four wheel drive.”
“Die tankwagen van Veepee heeft zeker een batterij van 20 ampère.”
“Overdrijven jullie weer eens; dat ding is geen tank.”
“Okee, een YP dan.”
“Wat is een Ai-Pie?”
“Jij studeerde nog in Nederland toen die YP’s van de nieuwe (h)orde van 25 februari door onze straten denderden.”
“Kennen jullie dat liedje nog? Pa-ra-ma-ri-bo was in paniek... op vijjjj-fentwintig fe-bru-waaa-ri. Ik hoorde kanonnen en uzuzi en lalala- lala, de rest ben ik vergeten.”
“Je bedoelt, de sopie heeft dat deel van je hersencellen verbrand.”
“Maar die pantser van Veepee is geen YP, het is een kleine YP.”
“Okay, je krijgt je zin, het is een YP’tje.”
“Stel je voor dat zoiets gebeurt midden in een action, dan Veepee no mang moef.”
“Nou, dan zou ik net zoals hem doen: gaan lopen, de benen nemen.”
“Ja, vaker doen, z’n werkplek is toch net om de hoek.”
“Hij boort dwars door het erf van dat Feesboeklyceum.”
“Dat andere Lyceum is intussen het spacekeeklyceum.”
“Tjeezis, wat een sensatie om een ganjataart, oen lob blaas san op dja ien’a kondre.”
“Hee, mang, het zal je zoon wezen die misselijk wordt na een hap uit zo een wirikoekoe.”
“Nou, maar die ophef rond die roof op Alkmaar vond ik terecht; die criminelen gaan te ver; je gaat geen zwangere vrouw in d’r buik schoppen.”
“Dat foe mi Marijke; die zei toch eens: En wat moeten we met ze doeeeen? Jaaaa? Doooodschieten.”
“Alsof dát de oplossing zal brengen.”
“Nou, if’ie klaar wan toe, gewoon ophangen en een dag laten bengelen aan de Waterkant, net als in de koloniale tijd, dan schrikt dat wel af.”
“Als het toen had geholpen, zaten we er nu niet meer mee.”
“En geweld lokt altijd meer geweld uit.”
“Onderwijs, onderwijs geven, tot in alle uithoeken van dit land.”
“Ben jij bereid 15% meer belasting te betalen om dat mogelijk te maken of moet Holland dat weer eens voor ons komen doen?”
“Dan komt die slissende minister in DNA zwakjes uitleggen dat hij bezig is met structuren te praten, te praten en te praten en het leger wil niet meer meepatrouilleren met de politie.” En dat terwijl het leger paraat is.
“Nogal wiedes, op straat zie je twee agenten fier lopen en een soldaatje slingert er maar een beetje wildvreemd bij. Belachelijk.”
“Gewoon de Militaire Politie weer algemene opsporingsbevoegdheid geven.”
“Mi jedo, nee mang, als die een huis binnengaan om iemand te arresteren, schoppen ze de deuren en muren en iedereen omver.”
“Ik denk toch dat dat beter preventief werkt dan de doodstraf; laat die MP alvast die bevoegdheid weer krijgen; als ze te hard schoppen, trekken we het weer in, simpel toch?”
“En een permanente controle bij de brug te Stolkertsijver, de Bosjebrug, die van Marshallkreek, de Coppenamebrug en te Atjonie. Gewoon vaste militaire posten daar bouwen, met woningen voor de dienders.”
“Intussen is die arme vrouw geschopt en getraumatiseerd.”
“En die arme minister weer eens gecriminaliseerd, alsof omdat hij marron is, die jongens die op hem lijken vrij spel hebben.”
“En denk je dat die zes drugsbaronnen die nu in die megacokezaak zijn aangehouden op de minister lijken?”
“Tijdens de vorige ministers had je Sampie, Seghe Bai, Rogier Khan en noem maar op.”
“En in de jaren vijftig sidderde de hele kolonie een tijdlang van Lal Bahadoer die iedereen neerknalde die hem wilde arresteren.”
“Criminaliteit is niet aan ras gebonden.”
“Ik hoor dat het bij die Alkmaarroof vier even-werknemers zijn geweest; twee die op de huidige en twee die op de vorige Juspolminister leken.”
“Jij met je radio Mi Jere.”
“Criminelen wachten echt niet op een minister die wel of niet op hun lijkt.”
“Eh heren, maar wat gebeurt er, benzine is weer flink gestegen.”
“Wacht maar, straks ga je zien hoeveel mensen lopend en fietsend naar het werk en de winkel zullen gaan.”
“Waar moet dat naar toe met dit land en in dit land?”
“Is niet dit land, is die wereld.”
“Da la we een ander land gaan zoeken om te wonen, Libië bijvoorbeeld.”
“No mang, lieb Libië fo go libi now, soso war drape.”
“Doe als m’n Veepee: loop terug naar je werk.”
“Toch vond ik die gesprekken tap’a stoepoe leuker; er was meer action daar; nu is alles zo stijf en opgeborgen in een padvinderszaal.”
“Ai, daar in de hal van dat Essedgebouw was echt een kiek, Minister Raghoebari wordt in die ene hoek door journalisten over z’n zoveelste ruzie met melkboer Perijaah onder vuur genomen, Sherrif krijgt in een andere hoek een opvlieging tegen een journalist die hem over het huis van z’n bijna ex-partner ondervraagt, Lucky Luke Tjon Tjien Fafie babbelt de ene djoteh na de andere over z’n gronduitgifte, Alice staat buiten haar wagen te beschermen tegen kwaadwillige journalistieke blikken, de lachende Wolf lacht wat journalisten van de trap, Willem de arrogante Zwijger, zweeg in de maik over de overschrijding van het leningenplafond en Shant-shanti komt lichtelijk vals lachend de heren roepen om naar boven te gaan.”
“Werkelijk, die persontmoetingen van nu zijn stijf en nep; ministers kunnen netjes dokken. Die van Front waren leuker en hadden meer action en ministers konden niet dokken; ze moesten langs de journalisten om in de lift te kunnen komen.”
“Daarom moest het nu anders; er zou namelijk teveel democratie zijn. Ze wisten dat ze binnen de kortste keren door de pers flink onder vuur genomen zouden worden.”
“En na de vergadering kan dan die persontmoeting plaatsvinden, zoals nu naast Parima, want dat is ook nodig, niet alleen ministers in hoeken drukken met maik en camera.”
“Ik zie Van Vreddricslust al op Rasta afstevenen, maik recht vooruit: minister, minister, er is wat onder de vork....”
“En ik zeg: heren, heren, m’n glas is weer leeg.....”

Rappa
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May