Database slavenregisters in Suriname én Nederland

De lancering van de database van de slavenregisters heeft vandaag in Nederland plaatsgevonden. In Suriname had het Nationaal Archief Suriname (NAS) de primeur om de lancering zaterdag te doen geschieden. Met de lancering van de database worden de gegevens van ongeveer tachtigduizend mensen tussen 1830 en 1863 online beschikbaar worden gesteld.

Het NAS heeft in het begin van 2017 een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de Radboud Universiteit over het digitaliseren van de 43 slavenregisters over de periode 1830–1863. De medewerkers van het NAS, met name die van de restauratie- en digitaliseringsafdeling, hebben kwaliteitswerk geleverd bij het restaureren en digitaliseren van de registers.

Minister Mike Noersalim van Binnenlandse Zaken sprak de aanwezigen toe tijdens de launch en stelde dat de terugkeer van de Surinaamse historische archieven merkbare positieve veranderingen teweeg heeft gebracht in het geschiedkundig onderzoeksklimaat van Suriname. Het stemt de bewindsman goed dat de zoektocht naar kennis over ons verleden niet alleen door academici wordt ondernomen. De interesse is ook bij de bredere bevolking waar te nemen. Noersalim juichte de samenwerking met de Radboud Universiteit en de Archiefinstellingen in Suriname en Nederland dan ook toe. Hij sprak de hoop uit dat er meerdere archieven op die publieksvriendelijke manier zullen worden ontsloten.

Hoewel de slavenregisters reeds vóór de aanvang van dit project voor het publiek toegankelijk waren, was het moeilijk om de informatie over de voorouders direct te vinden. Het NAS heeft moderne technologie ingezet om de archieven op een gebruiksvriendelijke manier aan het publiek aan te bieden. Onderzoek naar het verloop van de levens van onze voorouders kan door gebruik van de database vergemakkelijkt worden; 155 jaar na de afschaffing van de slavernij zijn wij beter in staat nader onderzoek te verrichten naar onze afstamming.

Tijdens de launch waren ook aanwezig de projectleiders van het project 'Maak de slavenregisters openbaar', Coen van Galen, Maurits Hassankhan, de Surinaamse counterpart van het project en Johan van Langen, vertegenwoordiger van het Nationaal Archief Nederland.