Carl Breeveld: Leiderschap vereist 'kennis, kunde en karakter'

Carl Breeveld (assembleelid/voorzitter DOE) vindt dat naast kennis en kunde een leider ook karakter moet hebben. “Van leiders mag verwacht worden dat zij karakter tonen en een hoge moraal hebben”. Dit zei Breeveld, die gastspreker was bij de herdenking van 50 jaar JCI Paramaribo, dinsdagavond. “Suriname heeft in alle segmenten van onze samenleving leiders nodig die willen bijdragen om welzijn te realiseren. Leiders met een duurzaam goed karakter en een hoge moraal zullen in staat zijn dit te realiseren”, aldus Breeveld.

De inleider bleef enige tijd stilstaan bij de leringen van Mahatma Gandhi en Jezus Christus. “Geweldloosheid, liefde, waarheid, medeleven, allemaal waarden die de basis vormden voor zijn leiderschap. De geestelijke basis was het allerbelangrijkste van Gandhi’s leiderschapsstijl. Gandhi heeft zich laten inspireren door de Bergrede van Jezus Christus en de Bhagvat Gita. ‘Een leider die God en de waarheid centraal stelt kan niet falen’, is een uitspraak van Gandhi”, aldus Breeveld.

Het leiderschap van Jezus was heel bijzonder. “Wat vindt u van uitspraken van Hem als:”Ik ben niet gekomen om mij te laten dienen, maar om te dienen en mijn leven op te offeren voor velen.” Het dienstbaar zijn was Hem op het lijf geschreven. Geen machtsfiguur, maar een dienstbaar leider die miljoenen geïnspireerd heeft en nog steeds doet”, hield Breeveld zijn g
ehoor voor.
De ernstige problemen waar de wereld, vele landen en bedrijven mee geconfronteerd worden zijn volgens de inleider gerelateerd aan het simpele feit dat hun leiders het pad van de waarheid en rechtvaardigheid verlaten hebben en gekozen hebben voor onwaarheid en onrechtvaardigheid.

De echte succesvolle leider in ondernemingen is volgens Jim Collins, de management goeroe:
1. vooral erg bescheiden, soms zelfs een grijze muis;
2. heeft een sterke persoonlijke overtuiging;
3. is gedreven;
4. dient de onderneming en niet zichzelf;
5. heeft absoluut geen groot ego;
6. is vooral gelovig;
7. is langdurig met dezelfde echtgeno(o)t(e) getrouwd;
8. kijkt in de spiegel bij tegenslag;
9. wijst naar medewerkers bij succes
10. neemt verantwoordelijkheid voor falen;
11. ziet de waarheid onder ogen en is open over alles wat niet goed gaat;
12. houdt geen informatie voor medewerkers achter;
13. hecht eerst belang aan een goed team en pas daarna aan een goed plan;
14. werkt niet met motivatieprogramma’s maar zorgt dat er geen demotivatie plaatsvindt;
15. en werkt niet met (steeds hogere) beloning als middel tot motivatie