Oppositie wil vergadering over agrarische sector

De oppositionele fracties VHP, ABOP, Pertjajah Luhur, NPS, DOE en PALU willen een vergadering over de agrarische sector. De regering moet De Nationale Assemblee zo omstandig mogelijk informeren over de door haar voorgestane korte en middellange termijn aanpak ter ondersteuning van de rijstsector. De regering moet aangeven op welke wijze de zware verliezen van de agrariërs als gevolg van het gevoerde beleid zullen worden gecompenseerd. Welke mogelijkheden zullen geboden worden om de productie en productiviteit te behouden en verder te versterken.

Het interpellatievoorstel is donderdag ingediend bij Assembleevoorzitter Jennifer Geerlings-Simons. De overwegingen om de regering te interpelleren zijn:
- dat de regering in haar ontwikkelingsplan 2017-2021 en in haar jaarrede 2018 heeft aangegeven de agrarische ontwikkeling de nodige aandacht te geven, met als doel de veerkracht van de sector te vergroten, onder andere, door:
- de ontwikkeling in de sector in samenspraak met alle belanghebbenden en actoren te doen plaats vinden;
- de agrarische ontwikkeling middels een strategische visie ter hand te nemen;
- dat de regering onderkent dat de inkomsten vanuit de agrarische sector bijdragen aan het bbp en zorgen voor deviezenopbrengst, werkgelegenheid, inkomstenspreiding en armoedebestrijding;
- dat de agrarische gemeenschap als producent van agrarische producten geconfronteerd wordt met sterk fluctuerende prijzen van inputmiddelen, enorme hoge brandstofprijzen en hoge bankrentes waarbij het elk seizoen steeds moeilijker wordt om te produceren;
- dat het gevoerde beleid door verschillende ministeries niet heeft gezorgd voor voldoende regulier onderhoud van de nodige natte en droge productie-infrastructuur hetgeen heeft geresulteerd in extra hoge kosten voor de productie van onder andere padie, waardoor de boeren grote verliezen lijden en in grote financiële problemen zijn terechtkomen;
- dat het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij equipment had aangeschaft voor onderhoud van de productie infrastructuur, maar dat deze machines voor privédoeleinden worden ingezet in plaats van voor de sector Infrastructuur;
- dat de huidige zware verliezen van investeringen in de rijstbouw in het Wageningen- gebied (rechteroever) te wijten zijn aan gevoerd beleid welke gekenmerkt werd door met mismanagement, onkunde en vriendjespolitiek;
- dat de reguliere afzetmarkten, alsook de nieuwe potentiële afzetmarkten voor rijst en rijstproducten gefrustreerd worden door het ontbreken van gericht beleid bij de Petrocaribe deal en blijken de primaire producenten geen baat te hebben;
- dat het steeds opslaan van de voorgaande oogsten, noodzakelijk door opzettelijk laag gehouden opkoopprijzen, zeer negatief doorwerkt op de kostprijs en de kwaliteit van de rijst;
- dat armoede, verloedering en verval vooral de jongeren, de mogelijkheden ontnemen om zich in de landbouw te vestigen en zich verder te ontwikkelen, hetgeen het productieniveau van padie in de toekomst zeer nadelig zal beïnvloeden;
- dat deze situatie verergert door de onvoldoende zaaizaadproductie door Adron waardoor de boeren niet in staat zijn om kwalitatief goede rijst te produceren;
- dat de producenten genoodzaakt worden in Guyana ontwikkelde variëteit te gebruiken waarvoor een lagere prijs wordt aangeboden.

Het interpellatievoorstel is ingediend door Chan Santokhi, Asiskumar Gajadien, Dew Sharman, Jitendra Kalloe, Mahinder Jogi, Riad Nurmohamed (VHP), Diana Pokie, Dinotha Vorswijk (ABOP), Ingrid Karta-Bink (PL), Gregory Rusland, Patricia Etnel (NPS), Carl Breeveld (DOE) en Cleon Gonsalves Jardin de Ponte(PALU).