IMF: "Lonen matigen om inflatiespiraal te voorkomen"

Om te voorkomen dat de Surinaamse economie in een loon-prijsspiraal geraakt, moeten werknemers slechts bescheiden loonstijgingen vragen. Dit adviseert het Internationaal Monetair Fonds (IMF) na zijn periodieke doorlichting van de Surinaamse economie.
Ook dringt het IMF er bij de overheid op aan de eigen overheidsbestedingen omlaag te schroeven. Het IMF herhaalde zijn twijfels over de invoering van Fiso II, welke loonstijgingen in de particuliere sector kan uitlokken en zo alle voordelen van de recente devaluatie kan wegvagen.

De devaluatie heeft, naar het zich laat aanzien, de formele koers van de SRD grofweg in lijn gebracht met die op de parallelle markt, en zo rust gebracht op de valutamarkt, stelt het IMF.
Maar omdat, mede door de verhoging van de government take, de benzineprijs zo sterk is gestegen, loert het gevaar van hoge inflatie.
De IMF-experts voorspellen dat de devaluatie, gecombineerd met de stijging van de benzineprijs, andere belastingverhogingen en hogere voedselprijzen op de wereldmarkt, de inflatie in 2011 omhoog zal duwen naar circa 16 procent. Dat betekent dat een gemiddeld mandje boodschappen dit jaar gemiddeld naar verwachting 16 procent duurder zal worden.
Omdat de lonen niet met 16 procent stijgen, gaat de koopkracht dus achteruit.

Het IMF waarschuwt voor hogere looneisen, om die inflatie te compenseren, omdat het land daarmee in een loon-prijsspiraal terecht komt. Dit voorkomen, noemt het IMF 'de belangrijkste uitdaging' voor de autoriteiten. Anders boet Suriname aan concurrentiekracht in op de exportmarkt.
Beter is het om de inflatie te lijf te gaan door de overheidsuitgaven zo beperkt mogelijk te houden - dus ook de uitgaven aan ambtenarensalarissen. Als de private sector meewerkt door ook daar de loonstijgingen te beperken, kan een loon-prijsspiraal worden voorkomen. De prijs wordt betaald door de werknemers: zij zien op korte termijn hun koopkracht dalen, zolang de inflatie niet onder controle is.

Voor de lange termijn adviseert het IMF de overheid om 'een evenwicht' te vinden tussen het deels opsparen van de inkomsten uit de mijnbouw voor toekomstige generaties, en het deels investeren van deze inkomsten in 'productieve infrastructuurprojecten' die helpen bij de diversificatie van de economie en die duurzame groei ondersteunen in andere sectoren dan de mijnbouw.

De adviezen staan in een zogeheten Artikel-IV consultatie. Dat zijn periodieke economische rapporten die het IMF opstelt over de landen die geld lenen of anderszins steun krijgen van de internationale instelling. Instemmen met een Artikel IV consultatie is een voorwaarde om IMF-bijstand te krijgen. Het onderzochte land mag wel zeggen of de consultatie wel of niet openbaar mag worden gemaakt. Suriname heeft ingestemd met openbaarmaking.