Moestadja: Binnen 4 weken plan van aanpak dwangarbeid
01 Jun 2018, 17:17
foto
Het verdrag over dwangarbeid wordt met algemene 29 stemmen goedgekeurd. (Beeld: DNA)


“Ik zeg u toe dat uiterlijk binnen vier weken u van ons de aanpak kan verwachten zoals het verdrag ons voorschrijft”, is het antwoord van minister Soewarto Moestadja van Arbeid aan de leden van De Nationale Assemblee (DNA). Zij willen van de regering weten wat de status van dwangarbeid in Suriname is en hoe dit probleem wordt aangepakt. Het verdrag 'Protocol of 2014 to the Forced Labour Convention 1930' is donderdag met 29 algemene stemmen goedgekeurd.

De bedoeling van dit nieuwe verdrag is om de tekortkomingen van het oorspronkelijke verdrag uit 1930 weg te werken, de niet toepasbaarheid van de overgangsbepalingen vast te stellen en deze formeel af te schaffen. De definitie van dwangarbeid zoals deze is opgenomen in het protocol luidt als volgt: alle werkzaamheden of diensten die afgedwongen worden onder dreiging van een straf en waarvoor de betreffende persoon zich niet vrijwillig heeft aangeboden. Het protocol treedt twaalf maanden na de registratie van de ratificatie in werking in Suriname.

Enkele Assembleeleden benadrukken de relatie tussen werken onder dwang en het armoedevraagstuk. Zo vraagt Mahinder Jogi (VHP) hoe de regering de ratificatie van het verdrag ziet in verhouding met het armoedevraagstuk. “Dit ontneemt mogelijkheden van velen in de samenleving om te functioneren zoals men zou willen functioneren”, merkt Jogi op. Ook Particia Etnel (NPS) wilt weten wat de regering heeft gedaan om de armoede in Suriname aan te pakken. “Ik vind dat er heel weinig wordt gedaan. We wachten nog steeds op het rapport van armoedebestrijding. Ik zal het blijven aanhalen, omdat ik vind dat we wanneer we hier praten over zaken als armoede, dan moeten we wel praten met concrete richtlijnen richting de toekomst”, verduidelijkt het Assembleelid haar standpunt.

Etnel vraagt ook of de Arbeidsinspectie nu de capaciteit heeft om landelijk te functioneren. Moestadja antwoordt hierop dat Arbeid ervoor gaat zorgen dat deze afdeling wordt versterkt. “Ik neem mij voor om gerealiseerd te krijgen dat er een speciale arbeidsinspecteur komt, die vanuit het ministerie het dwangarbeidsaspect zal monitoren”, zegt de bewindsman, “Ik doe geen belofte, als het mij niet lukt, heeft het voor mij geen zin om op deze voet verder te gaan. Ik zal ervoor zorgen dat we inderdaad een functionaris hebben die zich specifiek bezig zal houden met de aanpak van dwangarbeid en kinderarbeid”.

De voorzitter van de commissie, Patrick Kensenhuis (NDP), vraagt aandacht voor de jongeren die veroordeeld zijn en hun reclassering en resocialisatie. Het protocol tegen dwangarbeid is volgens hem niet in overeenstemming met de wetgeving als het gaat om reclassering. “Men praat alleen over straffen en taakstraffen, maar niet hoe om te gaan met het resocialiseren van deze jeugdigen. Er wordt vaker aangegeven dat de jeugdigen niet de juiste behandeling krijgen met betrekking tot de internationale standaarden”, verduidelijkt Kensenhuis. Hij zegt dat er instanties in leven geroepen moeten worden om het resocialisatieproces tot uitvoering te brengen. “De bestaande instanties die hiermee belast zijn, moeten zo nodig getraind worden hoe uitvoering te geven hieraan”, vult hij aan.

“Dwangarbeid is absoluut afkeurenswaardig”, luidt het statement van Assembleelid Carl Breeveld (DOE). Hij haalt het feit aan dat Suriname in 2016 opnieuw voorkwam in het jaarlijkse verslag over mensenhandel door het State Departement in Washington, DC. Breeveld citeert uit het rapport 'Suriname is een bronland, doorvoerland, alsook het land van bestemming voor vrouwen en kinderen die onderworpen worden aan sekshandel, en voor mannen, vrouwen en kinderen die onderworpen worden aan dwangarbeid'. Breeveld haalt aan dat volgens de samenstellers van dit rapport, Suriname geen aanzienlijke inspanningen pleegt om te voldoen aan de minimumnormen. Vandaar de daling van de Tier 2 Watch List naar Tier 3.

“Het aantal gerapporteerde gevallen van mensenhandel in het afgelegen door oerwoud overdekte binnenland is toegenomen in de afgelopen jaren; beperkte aanwezigheid van de overheid in het binnenland maakt dat de volle omvang van het probleem onbekend is . Vrouwen en meisjes uit Suriname, Brazilië, de Dominicaanse Republiek, Guyana en Venezuela worden onderworpen aan sekshandel in Suriname, waaronder in afgelegen en illegale goudwinningskampen in het binnenland van Suriname”, benadrukt Breeveld. Het rapport laat volgens Breeveld duidelijk de samenhang zien tussen mensenhandel en dwangarbeid.

Yvanka Ozir-Awailame
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May