Nicaragua ziet nieuwe anti-regeringsdemonstraties

Duizenden demonstranten hebben in de Nicaraguaanse hoofdstad Managua en andere steden gelopen om het ontslag van president Daniel Ortega en zijn vrouw, vicepresident Rosario Murillo, te eisen. De demonstranten blokkeerden hoofdwegen, zwaaiden met plakkaten en scandeerden leuzen.

Weken van anti-regeringsprotesten hebben geleid tot minstens 76 mensen die zijn gedood in confrontaties met veiligheidstroepen. De laatste demonstraties vonden plaats nadat vredesbesprekingen die door de katholieke kerk waren bemiddeld, woensdag mislukten.

Vier mensen werden gedood tijdens schermutselingen op zaterdag, zeggen politie en getuigen. "Ze willen ons van de straat halen met kogels", zei protestleider Francisca Ramírez, die een betoging leidde in de noordwestelijke stad Leon.

De straatprotesten zijn vorige maand begonnen toen president Ortega bezuinigingen op pensioenen en sociale zekerheid goedkeurde. Later heeft hij zijn plannen herroepen, maar de demonstraties veranderden in wijdverspreide onrust tegen zijn regering.

Ortega zegt dat misdadigers en bendeleden in protestdemonstraties zijn geïnfiltreerd, maar activisten van de oppositie beschuldigen hem van repressie. President Ortega is een voormalige linkse Sandinistische guerrilla die in de jaren zeventig heeft bijgedragen aan de omverwerping van de dictatuur van Anastasio Somoza. Zijn critici beschuldigen hem en zijn vrouw echter ervan zich ook als dictators te gedragen. Gesprekken gericht op het verlichten van de crisis begonnen eerder deze maand, maar hebben tot nu toe de impasse niet doorbroken.