Coupplegers zijn 'dragers gouden ster van de revolutie'

Op basis van een decreet van 1985 kregen de negen coupplegers die nog in leven zijn van president Desi Bouterse een speciale onderscheiding. Zij zijn 'drager van de gouden ster van de revolutie'. Donderdagavond waren lijfelijk aanwezig in het presidentieel paleis, Benny Brondenstein, Roy Esajas, Ernst Geffery, Arthy Gorré, John Nelom en Marcel Zeeuw. Wegens omstandigheden waren Steven Dendoe en Ruben Rozendaal er niet. John Hardjoprajitno woont in het buitenland. Hun onderscheiding is door een vertegenwoordiger aangenomen.

Ook Badresein Sital, Ramon Abrahams en Laurens Neede kregen dezelfde onderscheiding. Deze drie personen waren bestuurslid van de militaire vakbond in februari 1980. Zij zaten opgesloten in het hoofdbureau van de politie aan de Waterkant. Dit gebouw is door de militairen in brand geschoten. Bouterse zei bij de decoratie dat deze drie mannen deel uitmaakten van de plannen om de coup te plegen. Zij waren op de hoogte van alles. Hij zal het verhaal over hen een andere keer vertellen.

Bouterse zei dat hij nu als president in de positie is om de mannen te bedanken voor "wat ze voor land en volk hebben gedaan". Volgens de president was het land toen vastgelopen. De bestuurders waren arrogant. Er zou een etnische strijd losbarsten. Er heerste een enorme werkloosheid, mensen hadden geen uitzicht. Bouterse zei dat de militairen hun leven op het spel hebben gezet om het land te bevrijden.

De president merkte op dat 31 jaar later hij op democratische wijze aan de macht is gekomen. Hij benadrukte dat "altijd de kant van het volk gekozen zal worden. Er zal hard gewerkt worden voor welvaart en welzijn voor eenieder". Bouterse zei dat er veel geleerd is uit de fouten die gemaakt zijn. Hij riep zijn gehoor op om zich te blijven inzetten voor het volk.
Rond middernacht zullen er kransen gelegd worden bij het 'Revoplein'.