De president en ons 'presidentieel' stelsel
03 Apr 2018, 09:23
foto
Hans Breeveld (politicoloog)


Tot 1980 werd Suriname bestuurd volgens het parlementaire stelsel; zo u wilt parlementair systeem. Voorafgaand aan het wederom aantreden van een burgerregering in 1987 werd aan het Surinaamse volk een concept grondwet gepresenteerd dat het parlementaire stelsel achter zich liet. Middels een referendum hechtte het volk daar zijn goedkeuring aan.

Ten minste één van de ontwerpers van de huidige grondwet zei mij later dat enkele van de overige ontwerpers het nog niet aandurfden direct het presidentieel stelsel te omarmen. Er was echter afgesproken dat tien jaar na de introductie van die grondwet – van 1987 – deze zou worden geëvalueerd. Helaas is dit niet gebeurd.

Taken en bevoegdheden van de president
De grondwet van 1987 heeft een drastische verandering gebracht in de taken en bevoegdheden van de president. De president kreeg naast ceremoniële, ook executieve bevoegdheden. De persoon die dit ambt bekleed, werd naast Staatshoofd ook regeringsleider. In tegenstelling tot de grondwet 1975 berust thans de uitvoerende macht bij de president.

In de grondwet van 1987 zijn wat onvolkomenheden en overlappingen ingeslopen. De Staatscommissie Grondwetsherziening o.l.v. Mr. S. F. Polanen heeft getracht meer consistentie in de grondwet te brengen. Het valt dan ook te betreuren dat meer dan een jaar na afronding van haar werkzaamheden, dit rapport De Nationale Assemblee nog niet heeft bereikt.

In afwachting van wat De Nationale Assemblee van dit eindrapport vindt, zou toch getracht moeten worden deze grondwet zoveel als mogelijk na te leven. Dat dit – ondanks haar onvolkomenheden – wel kan, is aangetoond in de periode 1996 – 2000. Geen president voor of na drs. Jules Albert Wijdenbosch heeft de grondwet van 1987 zo goed begrepen en in praktijk gebracht als hij. Wijdenbosch heeft daarbij het achterhaalde contrasigneren gewist uit ons staatsrechtelijk bestel (SB. 1996 nr. 54).

Waarom het handelen van de president nauwgezet volgen?
Wij kennen in Suriname de odo: “Te yu no wani odi-odi, no bow yu kampu na seypasi”. Equivalenten in het Nederlands zijn o.a.: “Wie aan de weg timmert, heeft veel bekijks” of “Hoge bomen vangen veel wind”. Maar toepasselijker bij de onderhavige materie is: 'Adeldom verplicht'.
Maar puur zakelijk moeten we vaststellen dat de president uit onze belastinggelden wordt betaald. De president is dus in dienst van het volk van Suriname en dient daarom verantwoording af te leggen.
De president hoort – als eerste burger van ons land - een voorbeeldfiguur te zijn. Hieruit vloeit voort dat als u wilt dat een volk optimaal presteert, de president daarin voor moet gaan.

Maar belangrijker is dat het constitutioneel recht bestaat uit geschreven en ongeschreven regels. Iedereen die dit ambt bekleedt, geeft vorm en inhoud aan de organen van de Staat en helpt zodoende het ongeschreven staatsrecht te “schrijven”. De betekenis van het ambt van de president van de USA is vandaag wat het is, vanwege de invulling die - door de eeuwen heen - door de opeenvolgende presidenten daaraan gegeven is.

Ten slotte stel ik vast dat bij de beoordeling of Suriname uiteindelijk voor het presidentiële stelsel dan wel het parlementaire stelsel zal moeten kiezen, te vaak als criterium wordt gehanteerd hoe functionarissen zich als president behoren te gedragen, hoe ze zich gedroegen c.q. gedragen. So one person can give the 'presidential system' a bad name. A name the system doesn’t deserves.

Parlementair stelsel als alternatief?
Regelmatig hoor ik geluiden en lees ik beschouwingen van enkelen die in Suriname weer een bestuur willen op basis van het parlementaire stelsel. Deze personen gaan lichtvaardig voorbij aan het feit dat het parlementaire stelsel zijn wortels heeft in de monarchie. In ieder geval zouden wij bij de eventueel wederom invoeren van het parlementaire stelsel, personen zien te vinden die net als koningen de fictie hoog kunnen houden dat zij boven partijen staan. Het koningshuis in Nederland heeft die fictie niet alleen in stand kunnen houden, maar brengt van tijd tot tijd ook geld in het Nederlandse laadje. Daarom zijn ze er nog. Het is evenwel bekend dat hoewel koningin Beatrix – vaak geroemd werd om haar kwaliteiten als staatsvrouw, ze aan het eind van haar loopbaan niet veel meer in de Staatsrechtelijke melk te brokkelen had. Dat is voor haar troonopvolger niet anders.

Vragen rond het overdragen van presidentiële taken aan de vicepresident.
Het wekt wel bevreemding dat in De Nationale Assemblee geen vragen gesteld zijn naar aanleiding van de mededeling van de president dat hij presidentiële taken en bevoegdheden wenst over te dragen aan de vicepresident. Toen de president op 28 juli De Nationale Assemblee verliet hoorde ik hem – via een video – tegen voorzitter Simons zeggen dat hij serieuzere zaken te doen heeft, of woorden van die strekking.

Als er iets serieus is, dan is dat zeker het feit dat presidentiële taken en bevoegdheden op een ‘blauwe maandag' aan de vicepresident overgedragen kunnen worden. De klemmende vraag is dan ook, waarom de president zo dringend bevoegdheden over wenst te dragen. De grondwet geeft duidelijk aan wat de taken van de vicepresident zijn en wanneer hij met presidentiële taken belast kan worden (art 116 en 98). Bij het uitoefenen van presidentiële taken door de vicepresident is de duur afhankelijk van de omstandigheden. Bij de mededeling van het overdragen van taken en bevoegdheden heeft de president – voor zover mij bekend - geen termijn, maar ook de reden niet genoemd.

Het is te hopen dat deze overdracht niets van doen heeft met het feit dat de president zich vrij wenst te maken om volop als voorzitter van zijn partij – nu al – op verkiezingscampagne te gaan. Dat in het paasweekend niet de president, maar de voorzitter van de NDP voedingsmiddelen verstrekte aan een tweetal kinderhuizen heeft de nodige verbazing gewekt.

Dit artikel heeft niet als oogmerk de heer D.D. Bouterse onaangenaam te zijn, maar om een bijdrage te leveren in het voorkomen dat Suriname internationaal niet als Staatsrechtelijke Koprokanu of nog erger als spotpopki gezien zal worden.
Het lijkt mij dat een serieus debat over deze aangelegenheid zeer wenselijk is.

Dr. Hans Breeveld
(Politicoloog)
hansbreeveld@gmail.com
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May