SER vindt invoering gefaseerde azv haalbaar

De Sociaal Economische Raad (SER) heeft uit eigen beweging een advies uitgebracht aan de regering over voorstel van de minister van Volksgezondheid, Celsius Waterberg, voor het invoeren van een algemene ziektekostenverzekering (azv). De Raad adviseert in plaats van een onmiddellijke radicale verandering van het bestaande regime, een in fasen uitgevoerd traject voor de realisatie van de azv. De eerste fase betreft maatregelen ter verbetering van het bestaande ziektekostenregime als randvoorwaarde voor de institutionalisering van een algemene ziektekostenverzekering. In de tweede fase gaat het om de institutionalisering van een azv, waarvan de wijze van uitvoering en financiering de duurzaamheid waarborgen.

De SER heeft het voorstel getoetst aan criteria van ‘haalbaarheid en duurzaamheid’, ‘sociale rechtvaardigheid’, ‘kwaliteit’ en ‘efficiëntie’. De conclusie is dat de uitvoeringsmodaliteit en de financieringsmodaliteit kunnen resulteren in een haalbare en duurzame algemene ziektekostenverzekering. Maar daarvoor is noodzakelijk dat vooraf voldaan is aan een aantal randvoorwaarden en maatregelen over de versterking en modernisering van de instituten, die met de regulering, de uitvoering en het toezicht van de gezondheidszorg zijn belast.

De SER kan zich met het oog op eisen van sociale rechtvaardigheid, geheel terugvinden in het algemene karakter van de toegankelijkheid tot het basis gezondheidspakket. De Raad kan zich ook verenigen met het uitgangspunt dat een bestemmingsheffing in beginsel een efficiënte manier van financiering van de meerkosten van deze algemene voorziening is. De Raad kan zich echter niet verenigen met de veronderstelling dat de overheid uit algemene middelen de tekorten zal aanvullen. De opbrengsten uit de bestemmingsheffing zijn onvoldoende om het basispakket aan gezondheidszorg van werknemers, landsdienaren, houders van sociale kaarten en personen die tot nu toe geen gezondheidszorg genieten, te bekostigen.

Nagegaan moet worden of bij de invoering van azv, de huidige kosten die de overheid aan de gezondheidszorg besteedt, op hetzelfde niveau zullen blijven en of verwachtbare tekorten niet kunnen worden voorkomen door sanering van de huidige verstrekking van medische zorg, die de overheid op grond van ‘sociale indicaties’ voor haar rekening neemt.

De Raad vindt dat het voorstel, door de verantwoordelijkheid voor de bewaking van de kwaliteit van de dienstverlening te leggen bij ziektekostenverzekeraars en de op te richten Zorg Autoriteit Suriname, er onvoldoende rekening mee houdt dat de eindverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van medische zorg bij de overheid berust. De Raad constateert dat aan bestaande wettelijke regelingen in de praktijk onvoldoende uitvoering wordt gegeven, door het verouderde karakter van de wetgeving. Institutionele versterking van de gezondheidszorg in de zin van organisatie, beschikbare deskundigheid en normen zijn noodzakelijk. Hetzelfde geldt voor corrigerende maatregelen voorafgaande aan de invoering van azv.

De Raad spreekt van een gemiste kans, indien wordt nagelaten om het kader van een ingrijpende wijziging in de gezondheidszorghervormingen en rationalisaties door te voeren. De SER refereert aan voorzieningen voor het terugdringen van de kosten van de eerste- en tweedelijns gezondheidszorg, onder andere door optimalisering van ziekenhuiszorg en stimulering van zelfregulering door dienstenverleners.

Dit advies is tot stand gekomen op de vergadering van de Sociaal Economische Raad van 31 januari 2011 en draagt de volledige instemming van alle leden en plaatsvervangende leden.

SER_Advies_AZV.pdf