Buitenlandse investeerders geïnteresseerd in ngo’s via digitale registratie

De digitale registratie van niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) in Suriname, begint vruchten af te leveren. Sinds het gedigitaliseerd systeem op internet is geplaatst, zijn Surinaamse ngo’s in de belangstelling. Nu is het de US-Aid and Partners for the America’s die serieuze belangstelling heeft. De Amerikaanse ngo is nu in Suriname en voert gesprekken met een zevental ngo’s. De bedoeling is dat deze ngo’s na meerdere gesprekken een training ondergaan en bij de Amerikaanse partner hun projecten mogen indienen om gefinancierd te worden.

De digitale registratie is het vorig jaar een project geweest van Suriname NGO Institutional Strenghtening Program (Snis). Er zijn ruim 700 organisaties in een database gebracht. Projectmanager van Snis, Asha Sohanpal, zegt ingenomen te zijn met de manier waarop nu blijkt dat de digitalisering heeft gewerkt. “We zijn op het niveau van de Caricom ook nog het enig land met een database voor ngo’s”, zegt Sohanpal. De Amerikaanse organisatie heeft na de database geraadpleegd te hebben, contact opgenomen met Snis. Gevraagd is naar een lijst van organisaties die passen in de projecten die gefinancierd kunnen worden. “Voor nu hebben we zeven ngo’s geselecteerd, waarmee gesprekken worden gevoerd”, zegt Sohanpal.

Op het kantoor van Snis vonden vrijdag de gesprekken plaats tussen de Amerikaanse counterpart en de zeven Surinaamse ngo’s. Het gaat om de stichtingen, Un pikin, Tana, Wan mamam pikin, de Letitia Vriesde stichting, Un Bundro, een jeugdorganisatie uit Coronie en een stichting die actief is op het gebied van jeugd en sport. Leroy Jack van Wan Mama Pikin zegt dat de Amerikaanse investeerder zich bereid heeft verklaard projecten te financieren.

Jack en Letitia Vriesde benadrukken dat het vooral gaat om ontwikkelingsprojecten, gericht op jongeren, sport en capaciteitsversterking.
Sohanpal zegt dat bij Snis de organisaties verder begeleid worden. Het ligt in de bedoeling dat zij daarna alleen verder kunnen. “Wij leren ze nu nog hoe projecten te schrijven en in te dienen”, zegt de projectdrager. Na de serie gesprekken die met de Surinaamse ngo’s gevoerd worden, krijgen vertegenwoordigers van deze organisatie de kans een training te volgen in het buitenland. Daarna moeten de getrainde personen, die kennis overbrengen aan andere ngo’s. Het is de bedoeling dat in augustus van dit jaar de eerste projecten ingediend kunnen worden voor financiering.