Ingezonden: “Idee van centralisatie is goed, maar uitvoering hapert”
18 Feb 2011, 10:45
foto
Kabinet president


Er is momenteel in Suriname nogal wat discussie over de werkwijze van de regering. De oppositie verwijt de regering dat zij het parlement niet serieus neemt. Ook coalitieleden hebben zich beklaagd over de structurele afwezigheid van het staatshoofd in het parlement. Daarnaast probeert de regering verschillende sectoren te ordenen door middel van allerlei “ordeningscommissies”, die regelmatig buiten de bestaande ministeries om lijken te werken.

Over de ontwikkelingsdoelen van deze regering bestaat onder de coalitiepartners een hoge mate van overeenstemming. Ook steunt iedereen de president, al was het omdat hij nu eenmaal het democratisch gekozen staatshoofd van alle Surinamers is. Ook meent mijn politieke groepering (A-Combinatie) dat de president door zijn charisma en visie, in staat is om het land vooruit te brengen. Waar het mijns inziens hapert binnen deze regering, is dat er verschillende ideeën bestaan over de juiste werkwijze. Ik moet daarbij wel opmerken dat ik niet de wijsheid in pacht heb en dat wij vanuit Nederland ook niet alles goed kunnen beoordelen.

Al eerder heb ik in mijn artikel “twee stromingen binnen de coalitie” erop gewezen, dat er enerzijds een groep binnen de coalitie is (met name in het kabinet van de president, maar ook binnen de regering), die de uitvoerende macht van de president tot het uiterste wil oprekken en die de communicatie met het parlement, niet zo van belang acht. Aan de andere kant van het spectrum vinden we binnen de coalitie - en ook binnen de NDP - juist voorstanders van de parlementair-democratische werkwijze. Mijn eigen inschatting is dat de parlementair-democratische werkwijze beter overeenstemt met de cultuur, mentaliteit en geschiedenis van de Surinamers. Ik kan mij werkelijk niet voorstellen, dat de meerderheid van de Surinamers zo geregeerd wil worden als Chavez dat in Venezuela doet, als een almachtige president!

Wat betreft de centralisatiegedachte, steunen wij als A-Combinatie de gedachte dat het regeringsbeleid meer centraal wordt aangestuurd, hoewel er in de uitvoering juist een decentralisatie gaande is. Het oude systeem waarbij ieder ministerie een losstaand eiland is waar een partij kan doen en laten wat zij wil, is niet meer van deze tijd. De vraag is echter, hoe deze centralisatie vorm moet krijgen. Mijn suggestie zou zijn, zorg dat president en vicepresident sámen het team van ministers zo goed mogelijk aansturen en neem belangrijke besluiten pas na afstemming met het parlement. Organiseer een centrale financiële auditing en controlling voor de ministeries. Communiceer de uitkomsten daarvan steeds met álle ministers. Stel taskforces op voor belangrijke thema’s met vertegenwoordigers van meerdere ministeries, zoals werkgelegenheid, armoedebestrijding en ordening van de goudsector.

Wat we nu zien bij de regering, is enerzijds dat er een soort kernteam is van vier of vijf ministers, die de belangrijkste thema’s uitwerken met de president en/of de vice president. Klaarblijkelijk wordt daarbij veelal “vergeten”om de betreffende vakministers te informeren. Daarnaast zien we allerlei ordeningscommissies oprijzen, waarbij vaak onduidelijk is hoe deze commissies zich verhouden tot de betreffende ministeries.

Het zijn vaak persoonlijke vrienden van de president, zoals Boerenveen of Brunings, die min of meer op eigen houtje bezig zijn om een sector te “ordenen”. Het lijkt erop dat zij daartoe weer hun eigen medewerkers aanstellen, terwijl er al duizenden ambtenaren zijn die eigenlijk hetzelfde werk moesten doen! Het komt dus op mij zo over, dat allerlei nieuwe structuren als paddenstoelen uit de grond reizen, maar dat men eigenlijk nalaat om eerst de bestaande ministeries te reorganiseren. Ook is er nauwelijks een inspanning waar te nemen, om de verschillende ministeries samen te laten werken op belangrijke thema’s. Zie ook het rapport van de IDB inzake armoedebestrijding, dat in feite tot dezelfde conclusies komt.

Ik zou daarom de daadkracht en energie van deze regering willen prijzen, maar toch willen adviseren om misschien een stap terug te doen en goed te kijken naar de processen en de werkwijze van de regering. Het zou prachtig zijn, als de president, de vice president en de andere coalitieleiders, eenstemmig tot de conclusie komen dat de parlementair-democratische werkwijze de beste is voor Suriname. Tevens hoop ik, dat zij de gewenste centralisatie van het beleid vormgeven vanuit de Raad van Ministers en daarbij niet een heel netwerk van parallelle structuren opzetten, waardoor uiteindelijk niemand meer door de bomen het bos zal zien.

Jan Gajentaan (secretaris ABOP Nederland)
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May