Erwin de Vries, Waka Bun
05 Feb 2018, 18:31
foto
Carla Bakboord en Erwin de Vries bij het plekje bij 't Vat dat vernoemd is naar de kunstenaar. (Foto: Carlo Jadnanansing)


“Ik heb een artikel van je gelezen, je bent bijzonder en ik wil dat jij me interviewt wanneer ik 88 word”. Ik ben stil en weet even niet wat ik moet zeggen. Aan de andere kant van de lijn is niet zomaar iemand. Het is Erwin de Vries. En dan zeg ik heel verlegen dat ik mij wel zeer vereerd voel. Dat uitgerekend ik over hem, één van 's werelds grootste beeldende kunstenaars, mag schrijven.

Ik stem natuurlijk toe en vertel hem hoe belangrijk ik het vind dat wij onze mensen eren tijdens hun leven. Dat doen wij namelijk veel te weinig. En dat is wat Erwin zelf ook heeft ervaren. Hij wil dat ik hem in december moet interviewen. Weken verstrijken nadat telefoontje op die ochtend in oktober. Hoewel ik tot over mijn oren in het werk zit, besef ik dat ik alles opzij moet zetten om het verzoek van deze grote kunstenaar die zoveel voor ons land betekent, in te willigen. Op 22 december is het zover.

Het werd een fantastische aangename middag in Pallacio Artes de Erwin de Vries. Eén die mij altijd zal bijblijven. Op de eerste werkdag in januari komt mijn artikel Ik zou niet de Erwin de Vries zijn die ik nu ben, uit in de Genderoptiek. Nietsvermoedend dat hij op de laatste dag van de maand zijn laatste adem zou uitblazen. Ik had maar 950 woorden ter beschikking, maar zou pagina’s over hem willen delen. Ik wil de lezers laten meevoelen hoe Erwin gepassioneerd vertelt hoeveel hij van al zijn kinderen en zijn vrouw Lilian Abegg houdt. Hoe hij huilde toen zijn dochter Sabine zijn karakter en leven voor hem beschreef op zijn verjaardag. Wie en wat de belangrijkste personen en gebeurtenissen in zijn leven zijn.

Zo vertelt hij heel trots: “Dat ik mijn vrouw Lilian heb ontmoet. Dat zij talentvol is. Dat zij is gaan schilderen en dat zij het goed doet. Dat Lilian het conservatorium heeft afgemaakt en in Jamaica een concert heeft mogen geven. Ook dit zijn mijn hoogtepunten. Zij is een belangrijk deel in mijn leven en zij betekent heel veel voor mij. Ik zou haar niet willen missen.” Twee januari belt Erwin mij op. Hij is zeer tevreden over het artikel en zegt met blijde stem: “Eindelijk iemand die op een andere manier over mij schrijft en zo in mij is kunnen kruipen. Ik ben zo blij dat je dit voor me doet, Carla.” Hij nodigt mij uit om naar ’t Vat te komen. Daar ontmoet ik Carlo Jadnanansing, Jan Curie en Erwin’s neef. Een zeer gezellige avond.

Carlo schrijft in zijn artikel hoe gelukkig hij is samen vereeuwigd te mogen staan op de foto met Erwin. Erwin zelf begrijpt het vaak niet wanneer mensen zeggen dat zij zich vereerd voelen wanneer ze met hem op de foto mogen of hem een handdruk mogen geven. “Soms denk ik dat ze je een beetje blij willen maken, omdat ik zo simpel ben. Ik ben dus eigenlijk bijna een begrip geworden. Want weet je ik denk dan toch van shit man, ik was toch die kleine domme jongen?” Dit heeft Erwin zijn leven lang achtervolgd.

Zo waren zijn pijnlijkste momenten de angst naar school te gaan om vernederd te worden en pak slaag te krijgen van zijn onderwijzeres, omdat hij linkshandig was. Opvallend zijn deze woorden waarmee hij direct begint tijdens ons interview. “Ik ben echt niet honderd procent maar ja, ik zie wel hoelang ik het maak.” Ik glimlach en zeg hem dat dit nog wel een poos zal duren. Echter krijg ik op 1 februari een app dat Erwin de stap naar de overkant heeft gemaakt. Ik word stil. Ik heb niet kunnen vermoeden dat ik hem, na onze ontmoeting bij ’t Vat, nooit meer zou tegenkomen.

Zou de innerlijke ik al onbewust geleidelijk aan afscheid nemen van het aardse? Waarom moest ik voor eind december al over hem schrijven? Waarom belde Erwin Carlo Jadnansing, Jan Curie en mij op? Waarom wilde hij ons zo graag zien? We zullen het nooit weten. Maar ik ben dankbaar dat ik zijn wens op tijd in vervulling heb kunnen brengen. Een mooie reis grootmeester Erwin de Vries, Waka bun.


Carla Bakboord
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May