Vuile oorlog Argentinië: Moordenaar krijgt huisarrest

Een rechtbank in Argentinië heeft huisarrest verleend aan de 88-jarige voormalige politieman Miguel Etchecolatz, die werd veroordeeld voor misdaden tegen de menselijkheid. Hij was het hoofd van politieonderzoeken in de provincie Buenos Aires van 1976 tot eind 1977, toen Argentinië werd geregeerd door een militaire junta.

Etchecolatz bekende dat hij politieke tegenstanders onder de militaire heerschappij heeft gedood, maar hij heeft nooit verteld hoeveel. Hij werd ook schuldig bevonden aan het stelen van de baby van twee Uruguayaanse militanten.

De rechtbank oordeelde dat vanwege zijn "fragiele gezondheid" Etchecolatz moet worden overgebracht van de gevangenis naar huisarrest, waar zijn vrouw voor hem zal mogen zorgen. Hij zal een elektronisch bewakingsapparaat moeten dragen.

De beslissing om Etchecolatz huisarrest toe te kennen heeft woede ontketend onder mensenrechtenactivisten in Argentinië, die oproepen tot straatprotesten. Tijdens zijn tijd als hoofd van politieonderzoeken, beheerde Etchecolatz 21 clandestiene detentiecentra waar de gevangenen werden gemarteld en met geweld verdwenen of werden gedood.

Hij was ook de baas tijdens de "Night of the Pencils", toen in september 1976 veiligheidsdiensten tien studenten ontvoerden in de stad La Plata bij Buenos Aires. Zes van de tien waren met geweld verdwenen, hun lot is nog onbekend. De vier overlevenden zeiden dat ze vreselijk werden gemarteld.

Etchecolatz werd in 1986 tot 23 jaar gevangenisstraf veroordeeld voor zijn rol in de "Night of the Pencils" en andere misdaden, maar hij werd vrijgelaten krachtens een daaropvolgende amnestiewet. Na zijn vrijlating schreef hij een boek met zijn versie van de gebeurtenissen. Daarin betoonde hij geen spijt.

"Ik heb nooit gedacht, of dacht te hebben, of werd achtervolgd door, enig gevoel van schuld. Voor het hebben gedood? Ik was de uitvoerder van een wet gemaakt door de mens. Ik was de houder van goddelijke voorschriften. En ik zou het opnieuw doen," schreef hij.

In 2004 werden hij en politiearts Jorge Bergés de eersten die werden veroordeeld voor de diefstal van een baby tijdens het militaire bewind van Argentinië. Ze werden schuldig bevonden aan het regelen van de diefstal van Carmen Gallo Sanz, een baby meisje geboren in 1977. De ouders van het kind waren Uruguayaanse oppositieactivisten die waren opgesloten in een clandestiene detentiecentrum.

Haar ouders zijn nooit meer gezien en behoren tot de 30.000 mensen die zijn gedood of zijn verdwenen onder de jarenlange militaire heerschappij van 1976 tot 1983. Gallo Sanz, die door Bergés een nep-geboortebewijs had gekregen, ontdekte pas in 1999 haar identiteit.

De eigen dochter van Etchecolatz, Mariana, gaf eerder dit jaar een interview aan het tijdschrift Anfibia, waarin ze haar vader een "kwaadaardige narcist zonder scrupules" noemde. De 47-jarige zei dat ze haar achternaam had veranderd, omdat ze niets te maken wilde hebben met haar vader, die ze omschreef als "koud, als een robot".