Verdachten in beltwagen-coke voorlopig vrij

Raoul D., Andro M. en Duncan D. hebben de Wet op Verdovende Middelen overtreden. Ze zijn verdachten in de zaak waarbij meer dan 12 kilo cocaïne was gevonden in de machinekamer van een beltwagen op de luchthaven Zanderij. Op verzoek van de raadslieden van deze verdachten, zijn ze voorlopig in vrijheid gesteld.

Op 21 februari 2017 werd op de luchthaven te Zanderij in de machinekamer van een beltwagen 12.277 gram cocaïne aangetroffen. Het spul was verborgen in een sporttas in de machineruimte van het voertuig waarmee bagage wordt getransporteerd. In deze zaak zijn toen de supervisor Raoul D. met teamleden Andro M. en Duncan D. aangehouden. Kantonrechter Siegline Wijnhard heeft drie getuigen gehoord in deze zaak. Zij honoreerde het verzoek van de raadslieden en de verdachten zijn voorlopig op vrije voeten.

Een leidinggevende werd gehoord. Zij vertelde dat een supervisor toestemming nodig heeft van een leidinggevende om meer werknemers aan het werk te laten komen. De verdachte Andro M. was niet ingeroosterd voor die dag, maar meldde zich aan bij Raoul D. zonder dat de leiding iets erover wist. Daarna is Andro M. zonder zich af te melden, weggegaan. Raadsman Irvin Kanhai voerde aan dat Andro M. de dienst geruild had met een andere collega en dus daarom aanwezig was. De tweede getuige, een coördinator van de SLM, gaf aan dat uit het onderzoek niet is gebleken door wie de drugs in de machinekamer gestopt was. De handelingen die personeelsleden uitvoeren, worden niet aangetekend.

De derde getuige was het onderhoofd van de afdeling Security. Volgens hem zijn er vijf ingangen waarvan drie voor het personeel bestemd zijn. Iedereen gaat door de security heen en zij worden geregistreerd op de presentielijst. De getuige verklaarde dat het vaker voorkomt dat het hekwerk van de luchthaven wordt doorgeknipt. Er is een camera door de SLM geplaatst, maar die was defect op het moment van het incident. De raadslieden vinden dat er geen wettig en overtuigend bewijs is geleverd in deze zaak en deden het verzoek aan de kantonrechter om de voorlopige hechtenis van cliënten op te schorten.