Belijders Winti geloof vinden dat Meye respect moet tonen
05 Feb 2011, 13:30
foto
De yorkawasi voor de Banyaprei. (Foto: www.wintigeloof.com/Stichting Tata Kwasi ku Tata Tiensensi


Bisschop Steve Meye keurt het voornemen van de regering af om de Winti religie formeel te erkennen. Er zijn groepen in de samenleving die dit verzoek hebben gericht aan de regering. Zij vinden dat Meye meer respect moet tonen voor anderen hun geloofsovertuiging. Minister Soewarto Moestadja bevestigde woensdag op een persconferentie van de Raad van Ministers dat de regering van plan is dit verzoek in te willigen.

Meye laat een waarschuwend geluid uitgaan naar de regering. Hij verwacht niet veel goeds. Hij verwijst dan ook naar Haïti dat in de midden vorige eeuw één van de welvarendste landen was op het westelijk halfrond. “Maar vanaf de voodoo cultuur officieel is opgenomen in de grondwet, is het land sociaal-maatschappelijk, economisch en moreel achteruitgegaan. Haïti behoort nu tot het armste land op het westelijk halfrond, om niet te spreken over de natuurrampen”. De geestelijke adviseert de regering om niet toe te geven aan dit soort wensen om de Surinaamse samenleving in een rampzalige toestand te storten.

Armand Zunder, voorzitter van het platform Un Bondru is hier kort over: “de uitspraken van meneer Meye zijn niet op wetenschappelijke basis gestoeld. De Winti cultuur is vanuit Afrika naar Suriname gekomen, een deel van de nakomelingen belijdt het Winti geloof, en ander deel niet. Maar het gaat om respect, want dat is één van de basiszaken van democratie. Respect voor jezelf en ook voor anderen”.

Stichting Tata Kwasi ku Tata Tiensensi, een overkoepeling van religieuze organisaties, heeft het initiatief genomen om een verzoek te richten aan de minister van Binnenlandse Zaken om het Winti geloof officieel te erkennen. Voorzitter Juliën Zaalman zegt dat de organisatie de Winti cultuur positief wil propageren. “Wij willen openheid en transparantie zodat anderen ook diepere inzichten krijgen over de betekenis van de winti cultuur”.

Sedert de koloniale tijd hadden de slaven denkbeelden hoe zij zich kunnen richten tot de Hoogste Macht. Hierdoor hadden zij houvast om het zware leven het hoofd te bieden. Tussen 1850 en 1855, toen bekend werd dat de slavernij in 1863 zou worden afgeschaft, kwamen er missionarissen naar Suriname met als doel de slaven te maken tot slaafse inwoners. Op verzoek van de Evangelische Broedergemeente Suriname en de Rooms Katholieke kerk werd het geloof van de Afrikaan officieel als bijgeloof beschouwd. Men moest het christendom als officieel geloof aannemen. Met de komst van de immigranten, werd dat losgelaten met ondersteuning van gouverneur Kielstra. In 1973 heeft Jnan Adhin, de toenmalige minister van Justitie en Politie (nu wijlen), het voor elkaar gekregen om de discriminerende bepaling in het Wetboek van Strafrecht te schrappen. Vanaf 1875 is eenieder vrij om een godsdienst naar keuze te belijden.

Anderen hebben hun bezwaren, maar zullen dit niet in het openbaar bespreken. “In de koloniale periode was het stokpaardje van de overheerser om mensen in het systeem van de Nederlandse kolonie te houden”, zegt Zaalman, die vindt dat sommige geestelijken zijn blijven steken in de koloniale tijd. “Je zal ons die het Winti geloof belijden niet horen schreeuwen dat dit of dat van het christendom niet goed is. We moeten het leven beleven zoals het is. Je hebt buren en je moet een manier vinden om vreedzaam met ze te leven. Meye komt op voor zijn belangen, wij komen ook op voor onze belangen. Maar schelden is een vorm van toorn. Toorn is onrecht en onrecht is kwaad. Het gaat om tolerantie en verdraagzaamheid. We moeten met elkaar communiceren en kijken wat we voor elkaar kunnen betekenen”, betoogt Zaalman.

(Josta Bauw)
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May