Regering kampte vanaf aantreden met geldtekort

De regering-Bouterse/Ameerali had vanaf haar aantreden op 12 augustus 2010 te kampen met een tekort aan liquide middelen. Minister Wonnie Boedhoe van Financiën presenteerde de cijfers in De Nationale Assemblee. Verschillende leden vroegen tijdens de behandeling van de financieel-economische situatie om het financiële plaatje bij overname van 's lands bestuur. Volgens de minister was op 12 augustus vorig jaar het tekort ruim SRD 33 miljoen. Dit bedrag vermeerderde op 27 augustus tot SRD 82 miljoen en op 3 september was het tekort bijna SRD 160 miljoen.

De minister gaf ook een uitleg van de opbouw van diverse werkrekeningen. Groep 31 is de werkrekening van het ministerie van Financiën. Groep 32 bestaat uit verschillende werkrekeningen. Zij ging uitgebreid in op de ruim SRD 700 miljoen die volgens ex-president Ronald Venetiaan gereserveerd was voor de uitvoering van diverse projecten. Venetiaan merkte op dat de regering een verkeerd beeld geeft door te stellen dat een lege kas is geërfd.

In groep 32 zitten volgens Boedhoe ook de rekeningen voor diverse projecten, zoals hiv/Aids, het decentralisatie programma, AZV, Trade sector support program, BEIP- programma, de zogenaamde 11-jarige basis onderwijs programma; een IDB lening, de rekeningen uit de leningen van de Islamic Development Bank (ISDB), zoals de bouw van het radio therapeutisch centrum.
In deze groep horen ook de PLOS-projecten, zoals Wakay rehabilitatie, dat zijn de middelen uit het rijstkredietfonds van de Europese Unie die nu gebruikt worden om de Wakaypompen te rehabiliteren, de diverse infrastructuur projecten uit de
NHAS-leningenswap of de Brazilië schuldaflossing, de dijken, upgrading luchthaven Zanderij en Nickerie, enkele sectorfondsen die nog lopen, zoals die voor de technische assistentie ter versterking van de capaciteit van het ministerie van Financiën, de CLAD en Rekenkamer, de resterende JUSPOL projecten.

De minister zei dat de verdragsmiddelen zijn gebruikt om de schuld af te lossen. "Dus het geld was toen op. Want als je slechts 1 pot gratis geld hebt en je gebruikt die om je schulden te betalen heb geen geld meer. Met Nederland is toen afgesproken om te doen 'alsof': dus als de verdragsmiddelen de schulden niet zouden aflossen, zouden wij, Suriname deze verplichting uit de begroting moeten nakomen. Er is vanaf toen gedaan alsof er wel sprake is van aflossingen en deze middelen zijn uit de Surinaamse begroting toen regelmatig op de momenten van de vervaldata, alsof het echte aflossingen zijn, in valuta gestort op rekening 324719. Daarom zeg ik dat het onze eigen begrotingsmiddelen zijn", aldus Boedhoe.

Zij benadrukte dat Suriname niet zelf mocht bepalen wat "wij ermee mochten doen, want de projecten moesten de goedkeuring van Nederland hebben. Ze zijn ook getenderd conform de regels die gelden voor die projecten. Maar uiteindelijk zijn verdragsmiddelen gebruikt om de leningen af te lossen en met onze
'spaarmiddelen' worden nu de projecten betaald". Van het totale saldo van de 32 groep rekeningen circa SRD 750 miljoen, was ten tijde van de overname slechts circa 233 miljoen SRD bestemd voor deze projecten, zei de minister.
"Tellen we daarbij op ongeveer 100 miljoen, lopende projecten 'niet-PLOS' dan
komen we op circa 333 miljoen aan projecten die doorlopen van voorgaande
regeringen. Het verschil van circa SRD 400 miljoen zijn de andere rekeningen", aldus de bewindsvrouw.

Zij vindt dat alle rekeningen die van de verschillende instituten zijn uit deze groep gehaald moeten worden, omdat die middelen niet gebruikt kunnen worden door de regering. "Ik kan aan het Planbureau of aan het ABS (Algemeen Bureau voor de Statistiek) niet zeggen dat ze hun geld moeten terugstorten of dat ze het niet mogen gebruiken. Trouwens de werkrekening van het ministerie is al belast toen deze werden overgemaakt naar de rekening van het instituut. Er is een bestelbon uitgeschreven en de begroting is belast", legde de minister uit aan het parlement.