Repliek: Jeroe ‘op Heterdaad Betrapt’
04 Sep 2017, 02:34
foto


Met genoegen heb ik kennis genomen van 'de reactie" d.d. 1 september 2017 van de heer Humphry Jeroe op mijn artikel d.d. 30 augustus 2017 met als titel: Comité 'straffeloosheid 8 december moordenaars'. De heer Jeroe geeft in zijn reactie 'antwoord' op mijn stellingen. Wel, hierbij dien ik de heer Jeroe gaarne van 'repliek'.

Voorstander Straffeloosheid
Mijn eerste stelling en ook de eigenlijke opzet van mijn artikel, is om aan te tonen dat de heer Jeroe en zijn Burger-Cmité en zijn Kabinets-Commissie, het als hun belangrijkste taak zien om te voorkomen dat de 8 december moordverdachten eindelijk berecht en zo nodig bestraft worden. De centrale stelling in mijn artikel is dat de heer Jeroe met zijn voor 6 december 2017 geplande Nationale Conferentie voor Dialoog en Verzoening slechts 'straffeloosheid van de 8 december moordenaars' beoogt.

Over die stelling, dat zijn Comité straffeloosheid voorstaat, heeft de heer Jeroe in zijn reactie met geen woord gerept. Dat noemen we een stilzwijgende erkenning, omdat hij dat gewoon niet kan ontkennen. Immers, het Burger-Comité van de heer Jeroe heeft toch op 21 augustus 2017 aan de Secretaris-Generaal van de OAS meegedeeld, dat zij “niet achter straffen staat” en daarom voor stopzetting is van het 8 decembermoorden strafproces. Is dat niet straffeloosheid voorstaan van verdachten tegen wie na 17 jaar strafrechtelijk onderzoek, door het Openbaar Ministerie van Suriname, 20 jaar gevangenisstraf geëist is?

Belastinggelden voor Burger-Comité
De tweede stelling in mijn artikel is dat de heer Jeroe “ongemerkt belastinggelden ter beschikking heeft” voor de organisatie van zijn activiteiten, terwijl de samenleving in de waan gelaten wordt dat het organisatiekracht van zijn Burger-Comité is. Jeroe erkent nu in zijn reactie in klare woorden dat de door de regering ingestelde Kabinets-Commissie, met de zelfde naam als zijn Burger-Comité, inderdaad bedoeld is om belastinggelden ter beschikking te kunnen stellen aan zijn Burger-Comité.

De heer Jeroe stelt in zijn reactie woordelijk:
“Het Comité heeft bij de regering erop aangedrongen om een Nationale Commissie in het leven te roepen om het werk van het Comité te ondersteunen met de middelen en infrastructuur van de overheid. Het werk van het Comité is van nationaal belang en daarom moet de Staat dat werk ondersteunen. Het Comité ontvangt geen subsidie, maar de activiteiten kosten wel geld. Om ervoor te zorgen dat de ondersteuning vanuit de overheid op een vlotte manier verloopt heeft het Comité de regering voorgesteld om Comité voorzitter Jeroe tot voorzitter van de Commissie te maken”.

Volmondige bekentenis
De heer Jeroe bevestigt dus dat zijn Burger-Comité belasting 'middelen' en “infrastructuur van de overheid” ter beschikking heeft en bevestigt dus voor de volle 100% die door mij gestelde feiten. De heer Jeroe claimt zelf dat het zijn administratieve constructie is om hem tot voorzitter van de Kabinets-Commissie te benoemen en roemt ook dat daardoor, de belastinggelden op een “vlotte manier” ter beschikking van zijn Burger-Comité komen.

Dank u wel, heer Jeroe, voor deze volmondige bekentenis, waarmee uw Burger-Comité evenwel de verplichting aanvaardt om rekening en verantwoording af te leggen voor de aanwending van de aan uw Burger-Comité ter beschikking gestelde belastinggelden en infrastructuur van de overheid. Als de Regering dat van opvanghuizen voor kinderen in nood verlangt, dan moet dat toch ook van het Burger-Comité van de heer Jeroe verwacht worden.

8 december huurling
De heer Jeroe stoort zich ook aan mijn derde stelling namelijk dat de heer Dew Baboeram door het Kabinet van de President is ingehuurd. Hij vindt dat ik dat moet bewijzen. De heer Jeroe is blijkbaar kort van geheugen. Is hij vergeten de heer Baboeram de Surinaamse gemeenschap publiekelijk heeft uitgelegd dat hij met de heer Melvin Linscheer, de veiligheidsadviseur van de President, "heeft afgesproken” hoe zijn waarheidsvinding-project uit te voeren en dat hem “logistieke steun” is toegezegd? Die logistieke steun bestaat onder meer uit het fourneren van reiskosten Den Haag Paramaribo vise-versa, alsmede buitenlandse dienstreizen naar Zuid-Afrika en Washington. Dew Baboeram deelde de gemeenschap op 10 augustus 2015 mede dat hij zelfs bewaakt wordt door een door “de regering” ter beschikking gestelde “veiligheidsfunctionaris” die voorzien is van “alle logistieke faciliteiten in geval van problemen”.
Ik hoef dus helemaal niet te bewijzen dat Dew Baboeram door het Kabinet van de President is ingehuurd. Dew Baboeram heeft dat zelf wereldkundig gemaakt.

Op heterdaad
Waar ik de heer Jeroe in ieder geval ook dankbaar voor ben is dat hij in zijn reactie duidelijk de ideologische grondslag voor zijn eigen uitspraken jegens “de 8 december nabestaanden” bloot legt en zich als het ware op heterdaad laat betrappen. Die grondslag lijdt in ieder geval aan een chronisch tekort aan juridische basiskennis. De heer Jeroe stelt in zijn reactie: “Iedereen heeft het recht op vrijheid van meningsuiting, dus ook het recht om haat te zaaien en mensen te beledigen. Dat is in de wet vastgelegd”. Ook al voegt de heer Jeroe er aan toe dat hij daar niet voor kiest, het is zo klaar als een klontje wat hij denkt.
De heer Jeroe denkt dat het recht “om haat te zaaien en mensen te beledigen” in “de wet is vastgelegd” en verklaart daarmee perfect de ideologische grondslag voor zijn onophoudelijke verwijtende uitspraken aan het adres van “de 8 december nabestaanden”. Hij zou misschien dialoog kunnen bevorderen als hij ophoudt met zijn ongefundeerde verwijten aan “de 8 december nabestaanden”.

Levensovertuiging
Ik verwijs de heer Jeroe naar artikel 175 van het Surinaams Wetboek van Strafrecht. Daarin is bepaald dat hij die zich “opzettelijk in beledigende of minachtende vorm uitlaat over een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of hun levensovertuiging” strafbaar is. Krachtens artikel 175 bis is hij die “aanzet tot haat” tegen personen, wegens “hun levensovertuiging”, eveneens strafbaar.
Misschien begrijpt de heer Jeroe niet dat het standpunt van de 8 december nabestaanden dat berechting en bestraffing van de daders nodig is, gegrond is in hun levensovertuiging dat misdaad niet straffeloos mag blijven.

Geen onvertogen woord
Ten slotte verzoek ik de heer Jeroe die mij beticht van haat te zaaien, beleefd om in zijn 'dupliek' één citaat van mij aan te halen waarin ik mij beledigend of hatelijk heb uitgelaten jegens de 'slachtoffers en nabestaanden' voor wie hij meent op te komen. Over de heer Jeroe en de heer Baboeram heb ik, voor hun zeker onprettige stellingen geponeerd en verdedigd, maar over 'de slachtoffers en nabestaanden' voor wie zij menen op te komen, heb ik nooit een onvertogen woord gesproken.


Mr. Hugo A.M. Essed
Paramaribo 3 september 2017
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May