"Kwalificatie U-20 stap op weg naar professionalisering”

Harold Deyl, bondscoach van het Surinaamse U-20 voetbalelftal, klinkt een dag na de kwalificatie voor het eindtoernooi om de Concacaf-titel, nog altijd enthousiast. De trots op zijn jongens overheerst, zegt Deyl: “De spelers hebben deze prestatie volledig aan zichzelf te danken. Ze hebben mentale weerbaarheid laten zien door twee keer terug te komen na een achterstand. Daar hebben we ook hard aan gewerkt de afgelopen weken. Altijd doorgaan, ook wanneer je moe bent. Dat was het motto. De tegenstander is dan meestal ook niet zo fris meer en dan komt het vooral aan op vertrouwen.”

De Surinaamse U-20 voetballers plaatsten zich dit weekend voor het eindtoernooi om de Concacaf-titel dat van 3 tot 17 april wordt gehouden in Guatemala. In het Franklin Essedstadion werden achtereenvolgens Curaçao, Guyana en Bermuda opzij gezet. De uitslag was telkens 2-1 en in de laatste twee partijen keek Suriname eerst tegen een achterstand aan. De beste vier landen van het Concacaf-toernooi doen automatisch mee aan het toernooi om de wereldtitel U-20 in Colombia dat van 29 juli tot 20 augustus wordt gehouden.

Deyl verwacht in Guatemala tegenstanders van een ander kaliber dan tot dusver. Daarom is het zaak om zijn jongens daar zo goed mogelijk op voor te bereiden. Ook dat is volgens hem een kwestie van mentaliteit: “We moeten ons zelf voorhouden dat we nu gewoon één van de twaalf beste landen in de regio zijn. Ook al zitten daar landen als de VS, Mexico en Costa Rica bij. Behalve trainen moeten we ook goed op de jongens inpraten. En ik moet zeggen dat deze mannen dat goed oppikken.”

De U-20 selectie en de technische staf hebben morgen een bijeenkomst met het bestuur van de voetbalbond. Volgens Deyl heeft het bestuur de spelers al “iets” beloofd. Verder is de bedoeling om "ontspannen te trainen, wat te lummelen en na te babbelen".

Daarna wil Deyl snel verder met de trainingen. Mogelijk roept hij nog nieuwe spelers op om zijn selectie te versterken. De bondscoach ziet de kwalificatie als een stap verder op weg naar professionalisering van het Surinaamse voetbal: “SVB-voorzitter Giskus heeft ons gisteren uitvoerig bedankt. Hij vertelde dat de bond nu met meer overtuiging naar de regering kan stappen om ondersteuning te vragen.” Daarnaast volgen gesprekken met het bedrijfsleven om financiële steun los te krijgen. Deyl hoopt straks door middel van die extra ondersteuning zijn spelers tegemoet te komen: "Een spelersfonds zou een goed idee zijn. Dan kun je ook betere prestaties en optimale inzet van voetballers eisen."