De coalitie en de steun voor de regering, hoe 'pal'?
08 Aug 2017, 18:57
foto


Met belangstelling heb ik de reactie van drs. André Th. Misiekaba op mijn artikel dd. 3 augustus gelezen. Het blijft mij evenwel een raadsel waarom hij voor die titel gekozen heeft, want het 'struikelen' van mij heeft hij niet kunnen waar maken in zijn artikel. Hij heeft althans wat mij betreft het vermoeden van gijzeling niet kunnen wegnemen.

Misiekaba een goede student
De heer Misiekaba heeft in zijn reactie niet kunnen waarmaken dat ik de basisregels van wetenschapsbeoefening verlaten heb. Maar het is mogelijk dat hij een andere basisregels hanteert dan ik. Ik verneem het graag.
Als oud docent van de heer Misiekaba kan ik niet anders dan zeggen dat hij tot een van mijn beste studenten behoorde. Dit oordeel is niet slechts gebaseerd op de prachtige cijfers die hij steeds haalde voor de verschillende toetsen, maar ook zijn actief aandeel in discussies en zijn verhelderende kijk op zaken.
Tijdens mijn colleges kwam ook het begrip 'Politieke cultuur' evenwel ook aan de orde, met name de politieke cultuur in Suriname. Als we de handelingen nagaan zullen we zien hoe kritisch Misiekaba aan het begin van zijn politieke loopbaan in DNA was. Gaandeweg – of was dat van de een op het andere moment – schijnt er een keer in zijn kritische begeleiding van de regering te zijn gekomen. Is hij aangesproken over zijn aanvankelijk optreden? Ik hoor graag of ik mij vergist heb wat betreft mijn waarneming. Maar nog altijd vind ik hem een volksvertegenwoordiger, die er zijn mag en dus ben ik er ook trots op een bijdrage te hebben mogen leveren aan zijn vorming.

Drang om coalitie en regering te slaan?
De heer Misiekaba stelt dat ik “in een drang de coalitie en de regering te willen slaan” mij laat gijzelen. Ik had gehoopt dat hij daar een voorbeeld van gaf. Misiekaba en grote delen van de Surinaamse bevolking weten dat ik nimmer partij geboden standpunten heb ingenomen, zelfs niet toen ik partijpolitiek actief was. Dit is misschien de reden dat ik het in de Surinaamse partijpolitiek niet ver heb geschopt. Ik huldig de visie dat politici er zijn om de belangen van het volk te behartigen. En niet partij, familie en vrienden belangen als prioriteit zien. Als het goed gaat in Suriname zal het allen, die de handen uit de mouwen willen steken ook goed gaan.

Een samenleving met een ongelijke verdeling van de welvaart is een explosieve samenleving. In mijn leven heb ik hard mijn best gedaan om geen genadebrood te hoeven eten. Ik ben daarom dan niet apriori VOOR iets, maar zekere ook niet apriori TEGEN iets. Ik streef slechts het beste voor mijn land en volk na. Ik heb dan ook vaak gezegd dat ik die scherpe scheiding van oppositie en coalitie niet begrijp en dat die ook niet goed is voor een optimale controle van de regering. Overigens hebben velen uit ook de partij van de heer Misiekaba mij vaker gecomplimenteerd voor de ongebonden wijze waarop ik - als lid van de Democracy Unit - kader trainingen heb verzorgd.

Waar ging het weer over?
Door de accenten in het betoog van de heer Misiekaba zou men wel kunnen vergeten waar het mij om begonnen was. Ik heb aangegeven dat het onbegrijpelijk is dat in eerste instantie een (Memorandum of Understanding) MOU kamerbreed wordt afgewezen door DNA, maar nadat de president eindelijk zijn visie met DNA deelt over de toekomst van de bauxietsector, het blijkt dat de door DNA afgewezen MOU voor de regering nog recht overeind staat. Erger nog dat de fractieleider van de coalitie – zonder om een verduidelijking over de positie van de MOU te vragen - daarna aangeeft dat de coalitie pal achter de regering zal staan wat de onderhandelingen met de Alcoa betreft.
Wat ik bedoel is het volgende: Als in een parlement een document expliciet is afgewezen en de regering daarmee doorwerkt er eerst gevraagd moet worden, waarom de regering toch doorgegaan is met dat document. Als de coalitie haar visie t.a.v. van de MOU wijzigt dan moet dat dan ook expliciet worden aangegeven, onderbouwd met de argumenten waarom.
In ieder geval mag een fractieleider nooit aangeven bij in de toekomst te voeren onderhandelingen pal achter de regering te zullen staan. De fractieleider en zijn fractie kunnen alleen pal achter de BELANGEN van het volk staan; kritisch toezien dat de regering de beste deal uit de onderhandelingen sleept; erop toezien dat niet slechts ENKELEN met de krenten er-van-door-gaan en aan het volk een zure pap wordt voorgeschoteld.
De rest van het betoog van de heer Misiekaba is niet relevant. De opmerking 'Pal staan achter de regering' mocht hij nooit hebben gemaakt. Overigens mag de fractie dat ook niet. We hebben in ons grondwet namelijk gekozen voor het dualisme.

Institutionele versterking van DNA
De heer Misiekaba heeft 100% gelijk dat de huidige voorzitter van DNA dit instituut institutioneel bijzonder heeft versterkt. Voor zover mij bekend is er geen enkele voorzitter die zoveel institutionele veranderingen ten goede heeft aangebracht aan de Nationale Vergadering als drs. J Geerlings-Simons. Zeker werd DNA toegankelijker voor het publiek. Mevr. Simons verdient lof voor het feit dat ze het klaar speelde om ook de openbare vergadering in de huiskamers te brengen. Dat is inderdaad een grootse prestatie. Helaas werpen, de veelvuldige afwezigheid van de president in DNA en de klacht dat de leden van DNA vaker vergaande beslissingen van de regering via de pers of achteraf moet vernemen, een schaduw op deze verworvenheden.

Het is leuk als de VP en de ministers aanwezig zijn bij DNA vergaderingen. Maar als de persoon bij wie de uitvoerende macht berust, de persoon die het best geïnformeerd is – of althans moet zijn; de persoon zonder wiens goedkeuring fundamentele zaken niet plaats kunnen vinden, stelselmatig wegblijft van DNA vergaderingen dan wordt de democratie steeds meer een farce.
De felheid waarmee mevr. Geerlings-Simons - bij de enkele keren dat president Venetiaan niet aanwezig was in DNA - om zijn aanwezigheid vroeg, staat in schril contrast met haar begrip voor de veelvuldige afwezigheid van president Bouterse.
Helaas wordt het optreden van de president weleens als maatstaf gebruikt voor het beoordelen van welke bestuursvorm ons land heeft. Wat dat betreft zou de regeerperiode van drs. Jules Wijdenbosch als voorbeeld genomen moeten worden. Als geen andere heeft de heer Wijdenbosch de juiste invulling gegeven aan onze vigerende grondwet.

Is ook het Onafhankelijkheidsplein ‘gegijzeld’
Aangezien wij spreken over 'gijzeling' is de vraag legitiem of het Onafhankelijkheidsplein momenteel niet 'gegijzeld' is. Sinds 16 mei jl. is het plein afgesloten i.v.m. – zoals het formeel heet - rehabilitatie werkzaamheden. Recentelijk is door een dagblad bekend gemaakt dat per week SRD 22.000 betaald moet worden voor de hekwerk. Anderzijds zien wij dat in al die weken die hopen zand onaangeroerd achter het hekwerk staan. Ik denk dat leden van het parlement de regering hierover flink aan de tand moeten voelen. Als het bedrag, dat door het dagblad bekend gemaakt is klopt, dan zou het een nationale schande zijn dat er maandelijks geen geld voor het betalen van salarissen aan hardwerkende burgers is, maar wel voor een hek waar velen de zin daarvan niet inzien.
Bovendien dupeert dit hek de velen die dagelijks een wandeling willen maakten op het plein, de zangvogel verenigingen die een attractie vormden, de huwelijksparen die foto’s maakten op het plein, de velen die daar terecht konden voor hun religieuze verplichtingen, toeristen die het paleis – hek-loos willen fotografen, maar ook zij die hun grondwettelijk recht om te protesteren zonder belemmering willen exerceren. De heer Misiekaba zou dit kunnen nagaan of het bedrag klopt en hoe lang dit ongerief nog zal duren en aan het volk meedelen.

Overtreft de leerling de meester?
Aan het eind van zijn reactie stelt de heer Misiekaba het vreemd te vinden dat ik geen woord gerept heb over de historische beschouwing van de president. Ik wijd deze opmerking toe aan het feit dat de heer Misiekaba al te lang de universiteit heeft verlaten. Maar hij weet heel goed dat bij het schrijven van een (wetenschappelijke) beschouwen o.a. middels het formuleren van een probleemstelling de schrijver het gebied waarover hij zal schrijven afbakent. Het ging mij niet om de bauxietsector, maar om het functioneren van het Parlement en de regering. Overigens stelt een Duits citaat: “In der Beschränkung zeigt sich der Meister”. De Engelsen zeggen: 'less is more' en in het Nederlands zouden wij kunnen zeggen: 'Hoe beknopter hoe beter'.

Ik wil de uitnodiging van de heer Misiekaba aannemen om de regering kritisch te begeleiden, maar dat kan en wil ik niet doen m.b.t. de Brokopondo Overeenkomst. Ook in Suriname moeten we ons meer met ons vakgebied bezighouden. Mijn vakgebied is een andere. Als volksvertegenwoordiger hoort de heer Misiekaba - mede namens mij - met de nodige deskundige raadgevingen, er op toe te zien dat bij de onderhandelingen het uiterste uit de kan wordt gehaald voor land en volk. Op basis van zijn verzoek aan mij om de regering kritisch te begeleiden hoop ik dat de heer Misiekaba zijn invloed zal aanwenden om o.a. de regering ertoe te bewegen in overleg te treden met de Vereniging van Economisten in Suriname wat het economische gebeuren in ons land betreft.
De laatste zin uit de reactie van de heer Misiekaba geeft aan dat hij een belangrijke opmerking uit mijn eerste college is vergeten.

In mijn eerste college zei ik steevast tegen de nieuwkomers dat ik hoop dat in deze cohort (groep studenten van hetzelfde studiejaar) er studenten zullen zitten die later een president van ons land zullen zijn, Secretaris-generaal van de Caricom of –net als Kofi Anan toen - Secretaris Generaal van de VN. Ik laat mij dan ook zonder problemen overtreffen door drs. André Th. Misiekaba, maar doe voor ons wat u niet nalaten moet.

Hans Breeveld
Politicoloog
hansbreeveld@gmail.com
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May