Meerderheid bushouders accepteert voorstel regering

In een bijzonder rumoerige vergadering is de meerderheid van de Particuliere Lijnbushouders Organisatie (PLO) akkoord gegaan met het tweede voorstel van de regering.
De bustarieven worden niet verhoogd omdat de regering een subsidie geeft aan de PLO. De bushouders krijgen op 20 liter brandstof per dag voor de stadsroute, een subsidie van SRD 1.25 per liter. Langere routes zullen meer gesubsidieerde brandstof kunnen tanken.

Een deel van de bushouders was het niet eens met het voorstel en liet dat op de spoedvergadering vrijdagavond duidelijk blijken. Na veel discussie werd het voorstel in stemming gebracht en de meerderheid ging uiteindelijk akkoord.

Eisen gedeeltelijk ingewilligd
De eisen van de bushouders zijn gedeeltelijk ingewilligd. Donderdag wezen de PLO-leden de SRD 1.20 die de regering had aangeboden, af. Vrijdag werd het bedrag verhoogd met 5 cent.
Mensen die met vergunningen van anderen rijden, hebben drie dagen de tijd om zich te registreren bij het PLO-bestuur. Hierna wordt de lijst ingediend bij het ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme.

De leden van PLO hoeven geen invoerrechten te betalen wanneer ze bussen importeren.
Het ministerie van Financiën heeft geld vrijgemaakt voor de subsidie. De bushouders zullen contant worden uitbetaald door de PLO. Er is dus geen sprake van bonnen. Belangrijk is dat er controle plaatsvindt door TCT, waardoor bushouders die de route onderhouden, de subsidie krijgen.

Goede deal
De afspraken die nu gemaakt zijn, gelden voor zes weken. "Daarna zullen wij overgaan tot evaluatie en kijken wat er gewijzigd moet worden", zegt PLO-voorzitter John Mahadewsingh. Hij merkt op dat er altijd leden zullen zijn die het niet eens zijn met wat er bereikt is.

Mahadewsingh vindt het een goede overeenkomst. "Het volk wordt niet gedupeerd omdat de tarieven niet verhoogd worden. De bushouders hebben zekerheid en veel zaken kunnen nu geordend worden", aldus Mahadewsingh. Hij merkt op dat binnen zes weken het duidelijk wordt waar er knelpunten zijn en deze kunnen dan weer besproken worden met de regering.