Virale hepatitis schiet omhoog op lijst doodsoorzaken
28 Jul 2017, 18:42
foto


Virale hepatitis is een belangrijke doodsoorzaak, die wereldwijd ook voor handicaps zorgt. Tussen 1990 en 2013 steeg de globale sterfte als gevolg van virale hepatitis van 0,89 miljoen tot 1,45 miljoen. In 2013 was virale hepatitis de zevende voornaamste doodsoorzaak wereldwijd, terwijl het in 1990 nog op de tiende plek stond.

Virale hepatitis veroorzaakte in 2015 ruim 1,34 miljoen sterfgevallen. Dat is net zoveel doden als bij tuberculose (tbc). Virale hepatitis zorgt zelfs voor meer dodelijke slachtoffers dan hiv. En het aantal sterfgevallen als gevolg van virale hepatitis blijft toenemen, terwijl die van de tbc en hiv juist aan het dalen zijn. Jaarlijks wordt tijdens Wereld Hepatitisdag op elke 28e juli extra aandacht gevraagd voor hepatitis in al zijn vormen.

Wereldwijde cijfers
De meeste hepatitisoverlijdens in 2015 waren te wijten aan chronische leverziekte (720.000 sterfgevallen door cirrose) en leverkanker (470.000 sterfgevallen als gevolg van hepatocellulair carcinoom). In datzelfde jaar leefden er naar schatting wereldwijd 257 miljoen mensen leefden met een chronische hepatitis B-infectie en 71 miljoen mensen met een chronische hepatitis C-infectie. Epidemieën van hepatitis B komen vooral voor op het Afrikaanse continent en de Westelijke Pacifische regio. Maar de epidemie die door het hepatitis C-virus wordt veroorzaakt, heeft gevolgen voor alle regio's. Het oostelijke Middellandse Zeegebied en de Europese regio hebben de hoogste gerapporteerde prevalentie van hepatitis C.

Hepatitis A
Hepatitis A is een leverziekte, veroorzaakt door het hepatitis A-virus (HAV). Het virus wordt voornamelijk verspreid wanneer een niet-geïnfecteerde (en niet-gevaccineerde) persoon voedsel of water inneemt, dat is besmet met de ontlasting van een besmet persoon. De overdracht van de ziekte is nauw verbonden met onveilig water of voedsel, inadequate sanitaire voorzieningen en slechte persoonlijke hygiëne. Het hepatitis A-virus is één van de belangrijkste oorzaken van voedselinfectie. Epidemieën in verband met besmet voedsel of water kunnen explosief toenemen, zoals de epidemie in Shanghai in 1988, waarbij ongeveer 300.000 mensen besmet raakten. Een goede hygiëne, goede voedselveiligheid en op de juiste manier de handen wassen zijn belangrijke maatregelen om hepatitis A te voorkomen. In tegenstelling tot hepatitis B en C, veroorzaakt hepatitis A geen chronische leverziekte en is het zelden dodelijk, maar het kan slopende symptomen opleveren en ook uitmonden in acuut leverfalen, die vaak fataal is.

Hepatitis B
Het hepatitis B-virus (HBV) verspreidt zich via blootstelling aan geïnfecteerd bloed, sperma en andere lichaamsvloeistoffen. HBV kan ook bij de geboorte overgedragen worden door de besmette moeders op hun kinderen. Een belangrijke manier om hepatitis te stuiten, is een vaccin. Niet tegen alle hepatitis-virussen is er nog een vaccin beschikbaar, maar tegen hepatitis B bestaat al sinds 1982 een effectief vaccin. In 2015 was de wereldwijde dekking met drie doses hepatitis B-vaccin bij baby’s rond de 84%. Hiermee wordt de kans op een HBV-overdracht in de eerste vijf jaar van het leven aanzienlijk verminderd, en wel tot 1,3%.

De meeste mensen ervaren geen symptomen tijdens de acute infectiefase. Anderen hebben symptomen die enkele weken duren, waaronder vergeling van de huid en ogen (geelzucht), donkere urine, extreme vermoeidheid, misselijkheid, braken en buikpijn. Een kleine groep personen met acute hepatitis kan acuut leverfalen ontwikkelen, die tot de dood kan leiden.
Bij sommige mensen kan het hepatitis B-virus ook leiden tot een chronische leverinfectie, die later kan leiden tot leverkanker. De kans dat infectie chronisch wordt, hangt af van de leeftijd waarop een persoon besmet raakt. Kinderen jonger dan 6 jaar die geïnfecteerd zijn met het hepatitis B-virus lopen de meeste kans om chronische infecties te ontwikkelen.

Hepatitis C
Het hepatitis C-virus (HCV) veroorzaakt zowel acute als chronische infectie. Acute HCV-infectie is meestal asymptomatisch, en is slechts zeer zelden geassocieerd met levensbedreigende ziekte. Bij ongeveer 15-45% van de geïnfecteerde personen gaat het virus binnen zes maanden na infectie weg zonder behandeling. De resterende 55-85% van de personen zullen chronische HCV-infectie ontwikkelen. Van degenen met een chronische HCV-infectie loopt 15-30% het risico levercirrose te ontwikkelen binnen 20 jaar. Hoewel het gebruik van injecties de belangrijkste manier is waarop HCV-overdracht in bepaalde gebieden plaatsvindt, blijken nog onvoldoende effectieve maatregelen te worden genomen om de risico’s te verminderen. Wereldwijd bleef 5% van de in de gezondheidszorg gerelateerde injecties onveilig. Als gevolg hiervan kwamen er in 2015 een geschatte 1,75 miljoen nieuwe HCV-infecties bij.

Hepatitis D
Een infectie met het hepatitis D-virus (HDV) ontstaat alleen bij diegenen die besmet zijn met HBV. De dubbele infectie van HDV en HBV kan resulteren in een nóg ernstigere ziekte en een nóg erger resultaat. Hepatitis B-vaccins bieden ook bescherming tegen de HDV- infectie. De routes van hepatitis D-overdracht zijn hetzelfde als voor HBV: door contact met geïnfecteerd bloed of bloedproducten. Vaccinatie tegen HBV voorkomt HDV-co-infectie, en bijgevolg heeft de uitbreiding van HBV-immuniseringsprogramma's bij kinderen geleid tot een daling van de incidentie van hepatitis D wereldwijd.

Hepatitis E
Hepatitis E is een leverziekte, veroorzaakt door het hepatitis E virus (HEV): een klein virus met een enkelstrengs ribonucleïnezuur (RNA) genoom. Het virus wordt uitgescheiden in de ontlasting van geïnfecteerde personen, en komt het menselijk lichaam via de darm. Het wordt overgedragen hoofdzakelijk via besmet drinkwater. De ziekte komt veel voor in landen met een beperkte toegang tot essentiële water- en sanitaire voorzieningen, hygiëne en gezondheidszorg. Sommige uitbraken zich hebben voorgedaan in conflictgebieden en humanitaire noodsituaties, zoals oorlogsgebieden, en in kampen voor vluchtelingen en intern ontheemden (IDP), situaties waarin sanitaire voorzieningen en veilige watervoorziening grote uitdagingen zijn. Sporadische gevallen worden ook verondersteld verband te houden met verontreiniging van water of voedsel, zij het op een kleinere schaal. In gebieden met betere sanitaire en watervoorzieningen is hepatitis E zeldzaam.

Suriname en hepatitis
In Suriname is er een nationaal strategisch plan, dat zich vooral richt op de preventie en controle van virale hepatitis, waarbij andere aandoeningen ook zijn geïntegreerd. Het plan voorziet in de bewaking, vaccinatie, preventie van de overdracht in de gezondheidszorginstellingen en co-infectie met hiv. De overheid heeft een virale hepatitis preventie- en controleprogramma, dat activiteiten omvat, gericht op specifieke populaties zoals gezondheidswerkers (Inclusief afvalverwerkers voor gezondheidszorg), mensen die leven met hiv en zwangere vrouwen. Pasgeborenen krijgen de eerste dosis van het hepatitis B-vaccin binnen 24 uur na de geboorte. Naar schatting 86% van alle eenjarigen (leeftijd 12-23 maanden) heeft drie doses van het hepatitis B-vaccin gekregen.
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May