Gouden Eeuw Holland, gruwelijke slavernij Suriname
01 Jul 2017, 03:52
foto


Aangeboden

Overal te lezen in de geschiedenisboeken - van 1667 tot 1975; 308 jaren lang was Suriname een kolonie van Nederland.
Daarvóór al begonnen de vruchtbare tijden, de Gouden Eeuw voor dit land, de succesvolle VOC- en WIC-handel genoot de overhand.

Landen bezetten en koloniën vormen, Nederland en andere Europese landen waren daarin zeer ervaren.
Gold ook voor Suriname, de gronden werden bezet en bezeten door meerdere Nederlandse grootgrondbezitters en plantage-eigenaren.

Vredige bedoelingen? Niets is minder waar; op deze plantages moest suikerriet gedwongen worden verbouwd door de inheemse bevolking, de Indianen.
Dat was de voorbode van de mensonterende Surinaamse slavernij, van machtsmisbruik, van beginnend leed gepaard met bloed, zweet en tranen.

Dit volk bleek niet sterk genoeg te zijn en met deze wetenschap werd het voor een sterker volk, de West-Afrikaanse negers, een ware beklemming.
Voor een half miljoen slaven die door Nederlanders uit West-Afrika werden gehaald, was Suriname voor het leeuwendeel de eindbestemming.

Voedsel en drank waren karig en eenzijdig, eens per jaar werden kledingstukken en andere goederen uitgedeeld.
De slavenmeesters bleven maar misbruik maken en sloten hun ogen voor het feit dat er met mensenlevens werd gespeeld.

Zij waren niet allemaal beesten uiteraard, er leefden ook goede meesters en sommigen waren aimabel, goedhartig en aardig.
Dat betrof een kleine groep, want de meesten waren zeer streng en de slaaf was in hun ogen inferieur en minderwaardig.

Veel slaven werden zeer slecht behandeld; lange werkdagen, weinig tot geen privileges, zware straffen en vernederende tuchtiging.
Een slavenleven was niets waard, soms kreeg je niet eens een naam, je was per direct vervangbaar, zonder enige aarzeling.
Men praat er nu veeleer niet over en sluit de ogen, maar het was echt een onbarmhartige tijd, niets in dit gedicht is gelogen of gechargeerd.
Dergelijke soortgelijke feitelijkheden gebeurden werkelijk waar volgens geschiedkundigen, dus alles wat je hierin leest, is puur op de waarheden gebaseerd.

Alle dagen der weken, maanden en jaren kritiekloos keihard werken en geen tijd om aan te sterken.
Alles onder dwang en commando, in de hoop dat de slavenmeesters het opmerken en het geselen beperken.

Zij kregen bij het minste of geringste zonder te vragen meerdere zweepslagen op de armen, benen of rug.
Eraan wennen lukte nooit, liefst dat het wel snel voorbij was, alstublieft niet te vaak, vlug en weer terug.

Liever normaal pak slaag dan de beruchtste straf die je kon krijgen, de gevreesde Spaanse bok.
Alleen al bij het lezen van uitvoer van de daad en bekijken van de tekeningen krijgt men een afkerende brok.

Een brok in de keel, wetende en visualiserende dat het slachtoffer werd kromgetrokken rondom een stok.
En met een bos twijgen hevig en oneerbiedig werd geslagen en daarna werd gedumpt, bloedend in een klein hok.

De slaven zochten gelukkig hun heil in zang en in die liederen vertelden zij elkaar de verhalen die ze hadden beleefd.
Intussen baden de gelovige slavenmeesters met een slecht en schuldig geweten dat God hen voor hun wandaden vergeeft.

Het waren verschrikkelijke tijden, met afgrijselijke omstandigheden in godsgruwelijke situaties die dezer dagen nauwelijks zijn te behappen.
Het leven van een gemiddelde slaaf was een verdoemd lijdensweg, het is dan ook geen wonder dat veel van hen probeerden te ontsnappen.

Vluchten, een risicovolle optie, diep in het oerwoud, onvindbaar voor de beulen, liefst langs een stromende rivier.
Een goede gok om te wagen, liever daar overleven dan als een slaaf beven, in ieder geval niet meer leven als een dier.
Alle dagen genieten, eten van eigen verbouwde suikerrieten, in plaats van al dat bloedvergieten.
Niet meer zien en ervaren hoe elite bandieten met geweren op ongewapende mannen en vrouwen schieten.
Zij konden de zon werkelijk zien schijnen, en nooit meer al die verschrikkelijke pijnen lijden.
Voelde goed om gevlucht te zijn en op nog onbekend terrein een nieuw leven te leiden.

Geëtiketteerd en bestempeld als een marron, een ‘businengre’ in het sranan tongo, een weggelopen, of beter gezegd, gevluchte slaaf.
Vluchten was voor velen bijna onmogelijk maar wel een redding waarbij hij of zij het leven voortzet in een nieuwe paragraaf.

Godzijdank, 154 jaar geleden op 1 juli 1863 was het na abundant beraad eindelijk zover; de beruchte slavernij werd in Suriname afgeschaft.
Keti-koti, ‘ketenen gebroken’ vrij vertaald, alle slaven werden verlost van hun kettingen, maar vele gruweldaden bleven onbestraft.

Na de afschaffing konden de vrije geëmancipeerde slaven naar de Christelijke kerk, want die werd door alle Surinamers, ongeacht ras of gender, geëerd.
De kerk, het geloof en de vrijheid gaven elke slaaf hernieuwde hoop, maar zij moesten wel eerst worden gekerstend en gechristianiseerd.

De mentale slavernij, definitief voorbij, het werd hoogtij, voor mij en voor gij, zij aan zij, iedereen dolblij...eindelijk… VRIJ!
Tot op de dag van vandaag en in de toekomst vieren we met optimale vreugde deze gebeurtenis dato één julij.

Daryl Fernald
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May