Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 29
16 Jan 2011, 17:30
foto
President Desi Bouterse neemt de eed af van Lakshmienarain Doebay. (Foto: Wanita Ramnath)


“Heren, heren, dat was me weer een week, wat een winti waai, overal wind.”
“Lijkt op Kersow: je staat op met wind, je baadt met wind, je eet wind, je drinkt wind, je doet wind...”
“Gek hè, de meteodienst voorspelde het vorige weekend onweer en regen enzo, en het werd droogte met wind.”
“Nee, het weer voorspellen is niet onze sterkste zijde.”
“Maar mi lob’a njoen Deecee foe Nickerie; de man laat op z’n inauguratiedag de president met alle fottoh-mangs rustig wachten, terwijl hij rondfietst door Nieuw-Nickerie.”
“Die vorige had echt moeten fietsen, gezien de omvang van z’n middel.”
“Nou, jouw middel blijft ook niet achter, moet ik zeggen.”
“Maar ik fiets ook.”
“Begin minder te zuipen, dan ben je straks net zo slank als Bhai Doebai.”
“Kan je in De Vesting nog doen; hier in de stad wordt het steeds gevaarlijker voor de tweewielers.”
“Ik zie onze ministers al op de fiets naar het regeringsgebouw komen.”
“Breaking nieuws wordt dat, ik zie minister Rasta al: wapperend met zijn dikke vlechten in de wind.”
“Look me heer’ man, me no have a double agenda like my voorganger, mi a no freak and politieke mislukkeling zoals mijn voorganger zíjn voorganger noemde...”
“Zie je Wonnie al op de fiets, helemaal van Leysweg go miet Toren van Financiën?”
“Waarom niet, dan krijgt de Coppenamestraat dan eindelijk een fiets- en bromfietspad.”
“De straat waaraan en waaromheen de meeste scholen in Suriname liggen, is levensgevaarlijk voor tweewielers.”
“Hoeft niet meer; de meeste leerlingen rijden bus of auto.”
“Wacht maar als de Lanti-hap op benzine hoger wordt en ook de bustarieven omhoog gaan, dan gaan velen weer een fiets zoeken.”
“Dat is beter dan om als een stel verhitte benzinofielen bij elk benzinegerucht elke benzinepomp te bespringen als dorstige kamelen in de Sahara.”
“Tjeezis Ron, wat praat je bijna poëtisch.”
“Over twee jaar volgt hij Ismene bijna op met de Henny de Ziel cultuurprijs.”
‘Met z’n alcoholische lullificaties krijgt hij die prijs zeker.”
“He, geen vieze woorden hier.”
“Staat in Henny de Ziels dagboek en in het woordenboek Nederlandse Taal, het betekent ‘vervelend geklets’.
“Jazeker, en hoe noem je in de stereometrie een lullificatie?”
“Een stereopeni.”
“Maar ze vonden dat Bhai Doebai geen Deecee kon worden, omdat hij geen titel heeft.”
“Nonsens, titels alleen maken je nog geen goede manager.”
“Ik ken er genoeg met titel die in beleidsfuncties grote mislukkelingen zijn geworden en de belastingbetaler met miljoenen aan schade hebben opgezadeld.”
“Maar er zijn er ook genoeg zonder titel die ‘stereopenisch’ bezig zijn, dus in de ruimte zwammen.”
“Maar Bhai Doebai heeft zichzelf een titel gegeven: Nickeriandicus.”
“Schitterende vinding.”
“Maar ook onze pres heeft geen titels voor zijn naam.”
“Godzijdank, en toch heeft hij vooral na 13 augustus 1980 zijn stempel op de Surinaamse geschiedenis helpen drukken, meer dan al onze doctorandi bij elkaar.”
“En nog steeds, of je het nou leuk vindt of niet.”
“En hij krijgt navolging, want die geachte Naikerieman had het over ‘een kleine arme hindostaanse jongen uit de Oostelijke polders.”
“We wachten op die kleine Javaanse jongen uit Mariënburg of Zoelen.”
“Of die kleine Marronjongen uit Kwam-allamala-soetoe.”
“Tjeezis Jules, wat schiet je weer tekort in de kennis van je land! Ten eerste heet dat dorp niet zo en ten tweede wonen daar geen Marrons.”
“En dan komt dat kleine Chinese meisje, die in de winkel van haar vader droomde over de eerste vrouwelijke president te worden en toen de oversteek naar het Kabinet maakte.”
“Maar wacht, als een vrouw pres wordt, wat wordt haar man?”
“First man, natuurlijk.”
“Dan zal hij lintjes moeten knippen en bij oudjes op bezoek moeten gaan en de laatste veteranen uit de tweede wereldoorlog en de Koreaoorlog gaan bezoeken of kransen gaan leggen voor de gevallenen.”
“Eh, a ne pai, no mik mi vrouw trong pres.”
“Maar first lady e pai now, ze krijgt achtduizend-zoveel per maand.”
“Weet je hoeveel lady’s zich nu al op facebook facen als first lady?”
“A no kang, a no kang, ze smijten met geld en functies, ze regelen zichzelf, ze verloederen.....”
“Ober, ober, breng veel ijs voor Sjaak, hij flit hier, hij spuugt gal.”
“Maar vrouwe Liesbeti kreeg ook een salarisje.”
“Ja, maar zij was al in overheidsdienst, vrouwe Bouta niet. En het is goed dat het instituut van First Lady wordt geïnstitutionaliseerd.”
“Jakkes Ron, wat praat je weer moeilijk; zeg toch gewoon: sit’a tori f’a vrouw.”
“Jongoe, die pers sprong op deze case, vooral dat koloniaal Van-Oost-naar-Westblad, wat een dankbaar onderwerp om op te blazen.”
“Maar manlief had haar al voorbereid, weet je nog: “Je moet niet lopen, Inke, maar schrijden, kijk, zo schrijd je naar het Best Western Hotel, en vandaaruit schrijden we voort: up to the final bastion, The Palace.”
“Nou, jij begint ook Engels uit te slaan als die rasta-minister.”
“En het is fair dat dan Liesbeti voor de vorige termijn ook een twk krijgt voor deze functie. Ze heeft het ten volle verdiend.”
“Ze heeft geweigerd. Ze vindt het onethisch zo’n groot bedrag te ontvangen.”
“Maar iemand anders vond het niet onethisch om tien jaren vakantiegeld op de valreep te ontvangen.”
“Daar had hij recht op en hij gaf aan zichzelf en kreeg van zichzelf. En hij zal tegen Liesbeti gezegd hebben:”Jaaah, nee! No tik neks foe.. foe.... a monsterman; neem niets aan van vreemde mannen.”
“Ach, jij verzint weer dingen, maar het is goed dat ze weigert te nemen, anders helpt ze dat ding legaliseren.”
“Maar het instituut van First Lady is al tijdens Bosje ingesteld.”
“En opa Ronald heeft het wijselijk zo gelaten.”
“Net als die geheime rekening van de President, die Bosje ook had ingesteld, Vene lieb’ing ook toe.”
“En Bouta lieb’ing ook toe, te lik now althans.”
“Zo zie je, Front kan wel dingen van Millennium of Mega handhaven als ze er voordeel aan hebben.”
“En Mega doet dat ook.”
“Dat is politiek, mi boi, laat je tegenstander de maatregelen nemen die jij wel moet, maar niet kan nemen; stimuleer dan de ontevredenheid die daardoor ontstaat en profiteer daarvan om weer aan de macht te komen.”
“Zie je die etnische opa-club weer aan de macht komen?”
“Als ze hun voorzittersbestanden opschonen, misschien wel: Gregory Sovjet Unie bij Groen Djari, De Sherrif bij Den Ellefant, Moestadrape bij de Djadja’s, Die-Koh bij de Broederschap, Eenheid en Partijbelangen-uitvechtend-partij.”
“Maar naast de First Lady heb je ook de Second Lady en de Third Lady. Wattebout die?”
“Eh oen keba now, only the first.”
“En wattebout de Veepee, die heeft ook een first Veepeelady.”
“Geef ze maar, geef iedereen maar, onthef al je tegenstanders, ik zeg jullie, dit is geen normale regering, al hebben ze legaal de macht, dit is abnormaal, ongerijmd, ongecontroleerd, dwars door alles heen...”
“Stil nou, die etnische schraapselclub van jou had tien volle jaren de tijd en als ze meer aandacht voor de noden van het gewone volk hadden gehad, waren ze weer teruggekomen.”
“En Ronald-met-het-Hoge-hart is nu adviseur van ‘deze’ kant, en hij zegt weer van die aardige dingen.”
“Ja, zoals: voer Fiso II voor de ambtenaren door en haal die 20 miljoen die dat gaat kosten weer uit de samenleving door de stroom- en waterprijs voor iedereen te verhogen.”
“Ik denk dat Meer-Ali en z’n Koophandelboys en die Bedrijfslevenclub daar niet mee eens zullen zijn.”
“In feite heeft Hoogie gelijk: door de armen zogenaamd te subsidiëren met lage stroom- en watertarieven, laat je vooral de rijken daarvan profiteren.”
“En zeer zeker al degenen in die informele sector die nauwelijks belasting betalen.”
“No boi, a no kang, die stroom- en waterprijzen mogen niet omhoog, het volk gaat op straat komen, die arme mensen gaan pinaren, de prijzen zullen stijgen, ze gaan...”
“Prijzen gaan niet ongelimiteerd kunnen stijgen, kijk maar naar de broodprijs, anders prijs je jezelf uit de markt.”
“En velen zullen moeten leren beter met hun geld om te gaan en zich niet door opjuttende advertenties te laten verleiden om alles te kopen wat ze zien of lekker vinden.”
“Begin jij het goede voorbeeld te geven en minder aan die sopie uit te geven.”
“En begin jij je hand eerst in eigen boezem te steken, want je zit hier echt geen water te drinken.”
“Wil je een lullificatie op je hoofd?”
“Ober, veel ijs, de coalitie en de oppositie zijn weer eens op dreef.”
“Er is geen ijs meer, heren.”
“Jakkes, la we snel in een ijsrij gaan staan.”
“Heren, blijf zitten, door nu ijs te gaan hamsteren, heb je straks alleen maar koud water en een lege portemonnee in je handen.”
“Dan maar sopi zonder ijs.”
“Heren proost.”

Rappa
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May