Onderwijzersbestand binnenland 2015-2016
02 May 2017, 04:18
foto
Aantal onbevoegde leerkrachten op scholen in het binnenland.


Ingezonden
Scholen in het binnenland komen voor in delen van Suriname waar de bevolking in stamverband leeft. De gebieden zijn zowel geografisch als demografisch bepaald. Kenmerkend voor deze gebieden zijn onder ander de identieke stagnerende sociaal-maatschappelijke, cultureel, educatieve en economische ontwikkelingen. Verder is zichtbaar, de verzorgings- en toeleveringsstatus die toegekend worden aan deze gemarginaliseerde gebieden, het binnenland. Concreet kunnen de districten Marowijne, Brokopondo, Sipaliwini, delen van Para, Wanica en Saramacca op basis van de voornoemde kenmerken tot het binnenland gerekend worden. Dat onder ander het urbanisatiepercentage uit deze gebieden veel hoger ligt dan het tegenovergestelde, is mijns inziens meer dan logisch. Ik kom in een aparte bijdrage op dit vraagstuk terug. In dit artikel zal ik ingaan op de loze beweringen van mensen over het opleidingsniveau van de meeste leerkrachten werkzaam in het binnenland. Vooruitlopend hierop geef ik een samenvattende ontwikkelingsloop ter zake.

Zeer recentelijk is de uitspraak gedaan, dat het grootste deel van de leerkrachten werkzaam in het binnenland, de Boslandakte (BA) bezit of Districtskwekeling (DK) is. Deze leerkrachten, nader te noemen BA en DK, zijn onderwijsgevenden die niet op een Pedagogisch Instituut zijn opgeleid. Zij worden derhalve gecategoriseerd onder de noemer onbevoegde leerkrachten in het Gewone Lager Onderwijs of Basisonderwijs. De leerkrachten met een diploma behaald op een Pedagogisch Instituut, zijn wettelijk bevoegd om lessen te verzorgen op het GLO/Basisonderwijs. Dit is zowel in de Landsverordening als in het Ambtenaren Bezoldigingsbesluit (ABB) geregeld.

Ik zal in dit artikel niet expliciet ingaan op de ontstaansgeschiedenis van het onderwijs in het binnenland, doch zal slechts volstaan met op te merken, dat de titulaturen BA en DK inherent zijn aan de ontstaansgeschiedenis als voornoemd. In de Landsverordening van 1876, laatstelijk gewijzigd in 1960, is in artikel 17 gewag gemaakt van nadere regeling van het Boslandonderwijs, bij Landsbesluit, thans Staatsbesluit. Deze regeling (materiële wet), heb ik nimmer kunnen achterhalen. Ik neem echter gevoeglijk aan, dat er iets over de bevoegdheid/status van de leerkrachten in het Boslandonderwijs in deze materiële wet moet zijn opgenomen.

In 1969 is door de regering per Landsbesluit/Staatsbesluit of Resolutie, het Boslandonderwijs (eerder getransformeerd tot Beperkt Lager Onderwijs), verklaard tot GLO. Dit betekent een juridische gelijkstelling van het Boslandonderwijs aan het Gewone Lager Onderwijs.

Beleidsmaatregel rechtspositie BA en DK
In 1973 heeft de regering, in casu het toenmalige Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling, het plan gemaakt om alle onbevoegde leerkrachten (BA en DK) up te graden tot bevoegde leerkrachten binnen het GLO. Dit is te zien in de jaarplannen 1974, 1977 en 1978. Het plan zou partieel met middelen van de IDB worden gerealiseerd. De realisatie van dit plan is echter pas in 1983, met de instelling van de afdeling Onderwijs binnenland, ten uitvoering genomen. Deze afdeling maakte in 1984 allereerst een landelijke inventarisatie om kwantitatieve data vast te stellen m.b.t. de Non-Qualify leerkrachten (BA/DK). Het resultaat was 197 niet gekwalificeerde leerkrachten op een totaal van afgerond 400 leerkrachten in het binnenland.

Uit de inventarisatie is gebleken dat 80 van de BA en DK leerkrachten langer dan twintig jaar te werk waren gesteld in Paramaribo, Commewijne, Nickerie, Suriname/Wanica, Para en Coronie. Dus op een niet Boslandschool. In 1985 begon de opleiding als een schriftelijke (op afstand) cursus, welke 4 jaren zou duren. In 1986 begon de Binnenlandse Oorlog. Alle scholen in het binnenland werden gesloten. Alle leerkrachten kwamen naar de stad. De opleiding werd voortgezet als een middagcursus in Paramaribo. Vier dagen volgden de BA/DK theorielessen en één dag in de week moest gehospiteerd worden onder begeleiding van een pedagoog. Leerkrachten met een vooropleiding lager dan mulo 3 moesten eerst een basisniveau programma van twee jaar afwerken om te kunnen starten met de upgradingscursus. De leerkrachten met een mulo 3 vooropleiding en hoger, werden direct toegelaten tot de upgradingscursus.

Na afronding van de upgradingscursus zijn de meeste leerkrachten niet teruggekeerd naar het binnenland, maar gingen op de avondopleidingen verder studeren. Het gevolg was dat bij de start van het onderwijs (leer)proces in 1990, er sprake was van een kwantitatief en kwalitatief tekort aan leerkrachten op de scholen in het binnenland. Er werd een ‘noodoplossingsinterventie’ gepleegd middels een 9 tot 11 maanden durende cursus voor leerkrachten in het binnenland. In die dagen heerste er nog duidelijk een post oorlogse vrees bij leerkrachten om naar het binnenland te gaan. Het opstarten van het onderwijs (leer)proces ging erg moeizaam tussen 1990 en 1995. Het aantal niet gekwalificeerde leerkrachten was in met name Brokopondo, Marowijne en Sipaliwini proportioneel groter dan de gekwalificeerde leerkrachten. Op sommige scholen was de verhouding zelf 90% tegen 10%.

Successievelijk is op de meeste scholen balans gebracht in de scheve verhouding als hierboven bedoeld. Met de instelling van dependances van de avondopleidingen (onderwijzersakte en Hoofdakte) in Brokopondo, Marowijne en Sipaliwini, is het aantal BA en DK zeer sterk gereduceerd. Voorts zijn in de loop der jaren steeds meer bevoegde leerkrachten bereid gevonden om hun krachten te geven aan het onderwijs in het binnenland. Omdat er meer Kweek-A leerkrachten worden opgeleid door de Pedagogische Instituten, bestaat er nog op scholen in vooral het district Sipaliwini een andersoortige of andere scheve verhouding. De Kweek-A leerkrachten zijn namelijk wettelijk bevoegd om les te verzorgen in de kleuterklas en in de eerste en de tweede klas van het GLO. Door het tekort aan leerkrachten voor de derde tot en met de zesde klas, worden Kweek-A leerkrachten ook ingezet in de hogere leerjaren. In die klassen zijn deze leerkrachten wettelijk gezien onbevoegd. Echter kan mijns inziens, vanwege hun opleiding ook een beperkte bevoegdheid status toegekend worden. Het blijft toch wel een ongewenste verhouding die nog goed in kaart gebracht moet worden.

Opmerking: Het aantal BA en DK is in 2016-2017 verder afgenomen, omdat enkele van hen ondertussen zijn afgestudeerd voor de onderwijzersakte. Een klein aantal heeft geen contract verlenging gehad. Ik schat dat het aantal nog actief dienende BA en DK in de orde zal liggen tussen 150 en 175. Maar ik kom binnenkort met de actuele data hierover.

Bert Eersteling
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May