Reactie op 'docenten vwo en havo krijgen training
16 Mar 2017, 07:36
foto


Toen ik de titel docenten vwo en havo krijgen training in opstellen toetsen las, slaakte ik een zucht van verlichting; eindelijk zag ik de bittere noodzaak van deze training, waarvoor ik al jaren pleit, in vervulling gaan.
Maar mijn enthousiasme verdween als ijs voor de zon bij het lezen van: 'Hebben de vragen wel betrekking op de belevingswereld van het kind hier. Er kan niet gesproken worden over sneeuw en treinen, wanneer we ze hier niet hebben', aldus de trainer. Dit is precies hoe het niet moet; de trainer slaat de plank volkomen mis. Dat repetitie- en examenvragen op vwo en havo niveau betrekking moeten hebben op de belevingswereld van het kind hier is kolder. Deze opvatting zou min of meer van toepassing kunnen zijn op lagere school niveau waar aanschouwelijkheid een grote rol speelt. Op middelbaar niveau wordt er voortdurend beroep gedaan op het voorstellingsvermogen/abstract denken van de studenten.

Als wij de opvatting van de trainer in ogenschouw nemen, zou de vraag 'Waarom moet een walvis boven water komen om adem te halen' op vwo en havo niveau niet gesteld mogen worden, want we hebben hier geen walvissen. En ook niet de vraag: waarom spugen sommige vulkanen lava? (want we kennen geen actieve vulkanen in Suriname). Een repetitie/examen vraag moet voldoen aan een aantal voorwaarden zoals:
1. De vraag moet voor de studenten eenduidig zijn; de vraag mag niet voor meerdere uitleg vatbaar zijn, voor iedereen moet de vraag dezelfde betekenis hebben. Het moet voor de student duidelijk zijn wat het antwoord moet bevatten en hoe volledig het antwoord moet zijn.
2. Zet de student niet op het verkeerde spoor, stel geen strikvragen.
3. De vraag moet voor elkeen begrijpelijk zijn, waarbij lange, omslachtige zinsconstructies achterwege gelaten moeten worden.
4. De vraagstelling moet objectieve scoring mogelijk maken; slimme leerlingen moeten goed kunnen scoren en minder slimme leerlingen minder goed.
5. De vragen moeten representatief zijn voor en evenwichtig verspreid over de doelstellingen ( behandelde leerstof). Er moet een goede spreiding zijn over de te toetsen leerstof.
6. Er moet een goede balans zijn in moeilijkheidsgraad tussen gemakkelijke, middelmatige en moeilijke vragen/vraagstukken.

Zelf heb ik de training niet gevolgd, maar bij navraag bij enkele deelnemers bleek dat de training vrij theoretisch van opzet was. Zo zou de taxonomie van Bloom aan de orde zijn geweest, maar of de trainees (deelnemers) na afloop een vraag op toepassingsniveau kunnen opstellen is zeer de vraag.

Ik heb de volgende artikelen geschreven waarin ik aandacht vraag voor nijpende kwesties aangaande ons voj en vos onderwijs:

1. Veel leraren beheersen specifieke vaardigheden onvoldoende
2. Hoe betrouwbaar zijn onze eindexamens
3. Minister Peneux met zijn bezem
4. Minov laat onervaren leraren aan hun lot over
5. Studenten verliezen soms een hele punt doordat leraren proefwerken slordig nakijken
6. Factoren die het eindcijfer voor een proefwerk kunnen beinvloeden

Geen haan die ernaar kraait. Twee studenten (een van IOL en een van Adek) hebben nader onderzoek gedaan over twee van mijn artikelen. Tevergeefs heb ik mijn diensten kosteloos aangeboden aan Minowc. Uiteindelijk heb ik op eigen initiatief in samenwerking met schoolbesturen en schooldirecteuren kosteloos trainingen verzorgd aan leraren van vijf middelbare en zestien mulo/lbo scholen.

Het gebrekkige beleid dat jarenlang wordt gevoerd op het Minocw moet in versneld tempo worden omgebogen in gedegen beleid:
a. Het niveau van onze onderwijsopleidingen moet waar nodig worden opgekrikt.
b. Er zouden schoolbegeleiders moeten komen voor onervaren leraren op voj en vos niveau, voor elk vak tenminste een begeleider.
c. In het curriculum van het IOL (leraren opleiding) zou moeten worden opgenomen toetsconstructie (opstellen, corrigeren en evalueren van toetsen). Naast gedegen theoretische kennis van een toets, zou de toekomstige leraar zelfstandig goede toetsen moeten leren opstellen, corrigeren en evalueren.
d. Applicatiecursussen zouden moeten worden geven aan leraren bij invoering van nieuwe schoolboeken.
e. Om te voldoen aan de eisen van de tijd zouden alle leerkrachten periodiek moeten worden bijgeschoold.

Het initiatief om tot innovatie te komen moet uitgaan van het Minowc en niet zozeer van onderwijsgevenden zoals mevr. K. Doerdjan (hoofd BVO) het toejuicht. Het Minowc zou een meerjarenbeleid moeten maken ter realisering van nijpende vraagstukken. Anders zullen er elk jaar veel drop-outs zijn en de examenresultaten steeds tegenvallen.

Jack Mohanlal
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May