Pick en Lobo: Meinedige verklaring Juspol minister

De raadslieden Benito Pick en Raoul Lobo die de verdachte Romano Meriba bijstaan, hebben dinsdag samen een pleidooi van 29 pagina’s gehouden. De raadslieden benadrukten de afwezigheid van Meriba tijdens de beroving en de meinedige verklaring van minister Jennifer van Dijk-Silos van Justitie en Politie (JusPol). Beiden hebben gevraagd om hun cliënt vrij te willen spreken, omdat wettig en overtuigend bewijs volgens hen niet geleverd is. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft tegen Meriba een celstraf van tien jaar geëist.

Meriba wordt ten laste gelegd uitlokking van de beroving, poging tot doodslag, zware mishandeling van de politie en overtreding van de Vuurwapenwet. Dit zou hij tezamen en in vereniging gepleegd hebben. Meriba wordt samen met Ruben S. (39), Errol S. (41) en Anthony C. (55) verdacht van het beroven van de ondernemer R.S. op 9 november 2015. Pick vroeg zich af hoe betrouwbaar de opsporing en de vervolging zijn. Hij zei dat er teveel toevalligheden op die bewuste dag waren. De politie was te snel ter plekke en er werd toevallig gesurveilleerd. Minister Van Dijk-Silos had in een radioprogramma volgens hen aangegeven dat de politie voorkennis over deze beroving had. Op de rechtszitting ontkende zij dit. Raadsman Lobo overhandigde een CD van het interview aan de rechter. Hij voerde aan dat het OM niet ontvankelijk verklaard moet worden, omdat een beroving plaatsvond. terwijl de politie voorkennis had. Bij de beroving zijn Melvin Tob en Sigmund Struiken, die betrokken waren, omgekomen. Drie andere zijn met ernstige verwondingen afgevoerd naar het ziekenhuis. De advocaat vroeg zich af hoe Meriba tezamen en in vereniging ten laste gelegd kan worden, terwijl hij niet ter plekke aanwezig was. Pick voerde aan dat slechts de bezwarende verklaringen van zijn cliënt aangevoerd zijn. Volgens de advocaat is er een telefoonuitdraai gepresenteerd, terwijl dat nummer niet op naam van Meriba geregistreerd staat. Ook zijn er geen camerabeelden, waar het feit zich heeft voltrokken, getoond. De raadsman merkte op dat er zoveel zakenpanden in de omgeving zijn en de beelden niet moeilijk te achterhalen zouden zijn.

Pick merkte op dat Meriba vanaf het begin bevooroordeeld is door de samenleving en media. Hij wordt met naam en toenaam genoemd. Ook hij heeft recht op een eerlijk proces, voerde advocaat aan. Hij vroeg vrijspraak voor Meriba. Lobo bleef erbij aan dat justitie wel op de hoogte was van het feit. Uit de cd is volgens hem overduidelijk gebleken dat de minister van tevoren op de hoogte was dat er een overval gepland stond. De minister gaf aan dat het A-team niet zomaar daar was. Volgens Lobo kloppen de verklaringen van de verschillende leden van het A-team niet dat zij niet op de hoogte waren en dat ze gewoon op 'reguliere' patrouille was.

De advocaat benadrukte dat Meriba niet ter plekke was. Ook zou hij geen motief hebben om de beroving te plegen. “Welk motief heeft een persoon die zeer welgesteld genoemd mag worden om een beroving te plegen waar slechts $ 20.000 is buit gemaakt? Is het dan om de adrenalinekick? Hoe geloofwaardig dient dat geacht te worden? Hij zit op een Hogeschool en heeft reeds zijn propedeuse gehaald. Wat moet een boef met een propedeuse? Die heeft hij toch niet nodig bij het beroofvak”, stelde Lobo. De raadsman vindt het absurd dat het voertuig waarmee de beroving gepleegd was, teruggeven is aan de benadeelde. Dit sluit verder onderzoek aan de auto en de manier waarop er geschoten zou zijn uit. De bezwarende verklaringen van Anthony C. in het vooronderzoek zijn duidelijk geworden op de rechtszitting. Hij is teruggekomen op zijn verklaringen. Eerste instantie dacht hij dat Meriba hen verlinkt had en uitte daarom de bezwarende verklaringen. Lobo merkte op dat de verklaringen van de medeverdachten niet uit waarheid en consistentie blinken.

Vreemd vindt Lobo dat een brigadier die als getuige gehoord was in deze zaak een strafbaar feit constateert, namelijk het manipuleren van de cijfers van het kentekenplaat van de zwarte Blade, maar dan niet optreedt. Lobo benadrukte dat door de aanwezige voorkennis de opsporing en vervolging belaste ambtenaren ernstige inbreuk gemaakt hebben op beginselen van een goede procesorde waardoor doelbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekort gedaan. Justitie mag nimmer op een dergelijke wijze handelen en had dit bloedbad dienen te voorkomen, stelde Lobo. Meriba had ook duidelijk kenbaar gemaakt dat hij het vermoeden had dat de politie voorkennis droeg van de beroving van de ondernemer R.S. Volgens Meriba lag het in de bedoeling om hem te vermoorden. Deze zaak zal op 4 april verder behandeld worden.

Wanita Ramnath