Humphrey Lamur en Oscar Harris op bezoek bij Moestadja

Humphrey Lamur, gepensioneerd hoogleraar van de Universiteit van Amsterdam en de internationale artiest Oscar Harris, hebben afgelopen week afzonderlijke bezoeken gebracht aan minister Soewarto Moestadja van Arbeid. Moestadja noemt de mannen, die in het buitenland wonen, maar hun liefde voor Suriname altijd hebben getoond, bijzondere persoonlijkheden en voorbeelden voor de Surinaamse samenleving.


Lamur is in de jaren tachtig hoogleraar geweest van Moestadja op de universiteit in Amsterdam, Nederland. Hij heeft onder andere een bijdrage geleverd aan de Surinaamse Encyclopedie en is schrijver van het boek ‘The Production of slaves and the reproduction of slaves at plantage Vossenburg 1705 -1863’. Ook is hij één van de auteurs van het boek ‘West Indische contractarbeiders in Suriname 1863 – 1899’. In 1988 is hij begonnen met een data-bestand van de slavenbevolking in Suriname. Het streven van Lamur is om de slavengeschiedenis zo nauwkeurig mogelijk vast te leggen voor komende generaties, zegt de voorlichting van Arbeid.

Moestadja noemt de zanger Oscar Harris die hij al heel lang kent, een inspirator om van zang en muziek als vrijetijdsbeoefening, een industrietak te ontwikkelen in Suriname. Een muziekindustrie kan volgens Moestadja nieuwe werkgelegenheid creëren op de krappe Surinaamse arbeidsmarkt. Hij noemt in dit verband de ontwikkeling van het toerisme dat potentie biedt voor werkgelegenheid.

Harris meent dat de overheid nu meer dan eens prikkels moet geven aan ondernemers om te investeren in deze sectoren. Zelf heeft hij plannen om in zijn geboortedistrict Marowijne te investeren op het gebied van toerisme. Als het toerisme in de lift is, zal deze sector volgens hem een positieve impact hebben op de gewenste muziekindustrie als nieuwe economische tak.