Glimp van Surinaamse buitenlandse politiek 1975–2015
30 Jan 2017, 19:18
foto
Rudie Alihusain


Het Instituut voor Maatschappij Wetenschappelijk Onderzoek van de Anton de Kom Universiteit heeft een publicatie uit met als titel 'Een glimp van de Surinaamse buitenlandse politiek 1975–2015' uitgegeven. De schrijver van het boek is Rudie Alihusain die lange tijd als ambtenaar werkzaam is geweest op het ministerie van Buitenlandse Zaken.


In chronologische volgorde verdeeld over tien hoofdstukken heeft de auteur geprobeerd de buitenlandse politiek van de Republiek Suriname weer te geven, waarbij aandacht is besteed aan de aandrijfriemen van die politiek, de belangrijkste zaken ervan en de actoren die daarin een rol hebben gespeeld. De buitenlandse politiek van Suriname en de diplomatie werden bij het ontstaan van de Republiek Suriname bepaald door premier Henck Arron en zijn naaste medewerkers. Na het inwerking treden van de grondwet van 1987 werd/wordt die politiek bepaald door de president, zijn adviseurs en soms ook de partners van zijn coalitie. De inbreng van De Nationale Assemblee is verwaarloosbaar, meestal is dat beperkt tot de parafering van de door de president en zijn kabinet genomen beslissingen.
Ook het diplomatieke apparaat heeft een minimale inbreng in de buitenlandse politiek van het land. In essentie is de buitenlandse politiek van Suriname altijd het privilege gebleven van de uitvoerende macht.

Consensus
Volgens Alihusain is voor wat betreft de belangrijkste pijlers van de Surinaamse buitenlandse politiek consensus onder alle politieke partijen in het land voor wat betreft: vriendschap en samenwerking met alle landen van de wereld op basis van gelijkwaardigheid en gedeelde verantwoordelijkheid voor vrede, veiligheid en welvaart.

De man die de contouren van deze politiek als eerste heeft aangegeven is de eerste minister van Buitenlandse Zaken van Suriname geweest, te weten Henck Arron, die net als vele andere regeringsleiders in de wereld besefte, dat als Oorlog een tragedie is voor de hele mensheid dan zou Vrede ook een zaak moeten zijn voor alle mensen op de wereld.

De auteur wijst er ook op dat in de bilaterale relatie tussen Suriname en het Koninkrijk der Nederlanden duidelijke verschillen zijn tussen de partijen zoals de NPS, de VHP en de NDP. Voor de één is Nederland een belangrijke doch bemoeizieke en bevoogdende partner, voor de ander is een verstoorde relatie met Nederland het beste wat Suriname kan overkomen.

In de meeste landen in de regio is er ook niet veel sprake geweest van sympathie en ondersteuning voor de militaire machtsovername in 1980 en het door hen geleide bestuur in Suriname. Zeker in de periode 1980-1987 heeft de Surinaamse buitenlandse politiek dan ook ernstig rekening moeten houden met de externe politieke en militaire druk. De mogelijkheid om een onafhankelijke buitenlandse koers te volgen was erg miniem. Dat leidde onder meer tot wat getypeerd is geworden als een 'zig-zag' koers van het buitenlands beleid.

Geen welzijn en welvaart
Wie zich ertoe zet om het verhaal te schrijven van de buitenlandse politiek van een land ontkomt er niet aan om aan de ommezijde ook de binnenlandse ontwikkelingen in beschouwing te nemen. De auteur heeft ook aandacht moeten besteden aan de invloeden van deze ontwikkelingen gedurende de periode direct na de onafhankelijkheid, de militaire periode, de terugkeer naar een burgerbestuur, voor de tweede breuk in het burgerbestuur, de periode Venetiaan, Wijdenbosch en Bouterse. Ook aan de acht gehouden ambassadeursconferenties in Suriname is aandacht besteed.

In de conclusies stel Alihusain dat de gevoerde buitenlandse politiek in de periode 1975-2015 geen tot weinig ondersteuning heeft weten te geven aan de economische ontwikkeling van Suriname. Ze heeft geen welvaart en welzijn gebracht voor alle Surinamers. Suriname vertoont langzaamaan de kenmerken van een land waar er sprake is van de individuele rijkdom en de collectieve armoede.

Het door Alihusain geschreven boek wordt gezien als een belangrijke aanwinst en naslagwerk voor belangstellenden van de buitenlandse politiek van Suriname.


Rudie Alihusain studeerde Culturele Antropologie/Niet Westerse Sociologie aan de toenmalige Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam. Na afronding van zijn studie keerde hij terug naar Suriname waar hij als leraar Sociologie verbonden is geweest aan het J.C. de Miranda Lyceum en de Algemene Middelbare School. Later was hij ook als deeltijdsdocent Ontwikkelingssociologie verbonden aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname.
Nadat hij het ministerie van Onderwijs had verlaten, meldde hij zich voor de Diplomaten Opleiding voor Junior Diplomaten, die hij met succes afrondde, waarna hij in dienst trad van het ministerie van Buitenlandse Zaken waar hij in diverse functies werkzaam is geweest. In 2007 nam hij op eigen verzoek ontslag uit de overheidsdienst.
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May