Toen Fidel Indira omhelsde; Suriname was erbij
27 Nov 2016, 18:15
foto
Omhelzing Fidel Castro en Indira Gandhi in maart 1983.


Het was maart 1983. Premier Indira Gandhi was de gastvrouw van de zevende summit van de ‘Non-Aligned Movement’ (NAM). De voorzitter van de NAM was op dat moment de Cubaanse president Fidel Castro, maar hij moest de voorzittershamer overdragen aan de Indiase premier Indira Gandhi, die haar hand uitstak, maar Castro reciproceerde niet. Dit gebeurde nog twee keer, zij kreeg de hamer maar niet, terwijl Fidel ietwat mysterieus lachte. Dan, voordat zij het doorheeft trekt Fidel de ‘petite’ Indira naar zich toe voor wat wij in Suriname een warme brasa zouden noemen. Toen pas gaf hij haar de voorzittershamer.

De erg formele en zeer gereserveerde Indira is verrast, maar zij maakt zich snel en gracieus los uit de omhelzing. Staatshoofden, regeringsleiders en overige vertegenwoordigers van de aanwezige 140 landen barsten uit in een luid applaus. De hele wereld ziet de foto, die als het ware de tijdgeest van de Koude Oorlog definieert en een reflectie is van het symbool van de NAM, die haar neus optrekt richting de Verenigde Staten van Amerika en de Sovjet Unie, de twee Koude Oorlog protagonisten.

In India, waar publieke omhelzingen tussen man en vrouw niet de gewoonte is, heeft men zich lang afgevraagd waarom die omhelzing. Een theorie is dat Fidel diep onder de indruk was van wat India via zijn wereldwijde diplomatiek netwerk had klaargespeeld. De zevende NAM summit zou namelijk niet in India maar in Irak plaatsvinden. Echter, de uitgebroken oorlog tussen Irak-Iran, verhinderde dat in Bagdad de zevende summit kon plaatsvinden.
Indonesië en Joegoslavië boden zich aan om de summit te organiseren, maar Fidel koos als voorzitter van de NAM voor India, terwijl dat land zich niet als organisator had aangeboden. India had slechts zes maanden de tijd om de summit te organiseren, hetgeen voortreffelijk werd gedaan, misschien daarom de omhelzing van Fidel.

Er dreigde wel een smet op de organisatie te komen toen Yasser Arafat een woedeaanval kreeg op het moment dat hij ontdekte dat hij bij de openingssessie, na de Jordaanse delegatieleider, zou moeten praten. Hij voelde zich diep beledigd hierover en maakte zich klaar om Nieuw Delhi te verlaten. De vroegere Indiase minister van Buitenlandse Zaken, Natwar Singh, weet te vertellen dat toen Fidel hoorde dat Arafat zou vertrekken, hij de Palestijnse leider bij zich liet komen en vroeg hem of hij een vriend is van Indira, waarop Arafat antwoordde: Vriend, vriend, zij is mijn oudere zuster, ik wil alles voor haar doen. Fidel zei toen tegen Arafat: Dan gedraag je als een jongere broer, ga niet weg en woon de middagsessie bij. Arafat deed wat hem gevraagd was.

Suriname, dat onder premier Henck Arron op de zesde summit in Havanna in 1979 lid was geworden van de NAM, was in 1983 op de zevende summit ook aanwezig. Legerleider Desi Bouterse mocht samen met Maurice Bishop van Granada meereizen in het Cubaanse vliegtuig dat Fidel Castro naar India bracht. Fidel introduceerde Bouterse bij vele ‘high ranking’ politici die in Nieuw Delhi aanwezig waren, uiteraard Indira Gandhi, maar ook Julius Nyerere van Tanzania en Robert Mugabe van Zimbabwe.

Indira Gandhi, de nieuwe voorzitter van de NAM, vroeg Bouterse zelfs om co-voorzitter te worden op deze summit. De zevende summit was voor Suriname van belang omdat in het slotdocument de aanwezige staatshoofden en regeringsleiders hun ondersteuning en hoop uitspraken dat de ontwikkeling van Suriname diende plaats te vinden zonder enige buitenlandse interferentie.

Rudie Alihusain
Vertaling en bewerking

Bronnen:
The Times of India van 26 november 2016
The Indian Express van 26 november 2016
The Huffington Post, India van 26 november 2016
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May