Drie jaar cel voor smokkelen van hasj naar Suriname

Quincy E. heeft op 31 juli van dit jaar de Wet op Verdovende Middelen overtreden. Hij kwam vanuit Nederland met 5020 gram hasj in zijn bezit. Op Zanderij viel hij door de mand. De drugs waren in krantenpapier gewikkeld en dichtgeplakt. Rechter Marie Mettendaf heeft hem veroordeeld tot een celstraf van drie jaar en een boete van SRD 3000 of een hechtenis van twee maanden.

De kantonrechter voerde aan dat de gevolgen van drugs ernstig zijn. “Weet jij hoeveel jeugdigen verslaafd zijn aan drugs? Het is een zeer ernstige zaak. En weet jij hoeveel levens en gezinnen je met deze hoeveelheid zou vernietigen?”, zei Mettendaf. Officier van justitie, Reshmi Rathipal, had een celstraf van drie en een half jaar en een boete van SRD 5000 of een hechtenis van vijf maanden geëist in deze zaak.

De veroordeelde heeft een volmondige bekentenis afgelegd. Hij was met vakantie naar Nederland. Hem werd gevraagd om de drugs mee te nemen naar Suriname. In ruil daarvoor zou hij 500 gram van de drugs krijgen. Die zou hij verkopen om zijn geld terug te verdienen. “Ik ben zo dom geweest om niet na te denken. Ik hou mij helemaal niet bezig met drugszaken. Ik rook niet eens. Ik weet niet hoe ik zo dom ben geweest. Mijn familie, vriendin en zoontje lijden er nu onder. Ik ga nog naar school en mijn toekomst wordt nu verpest. Geeft u mij een kans meester,”, vroeg Quincy E. huilend. De kantonrechter hield hem voor dat elke persoon die overgaat tot dit feit, eerst duizend keren moet nadenken wat de gevolgen ervan zullen zijn.

Raadsman Lesley Rogers die Quincy E. bijstond, voerde aan dat het om de onervarenheid van zijn cliënt gaat. Hij vroeg de kantonrechter om een mildere straf op te leggen dan de eis van het Openbaar Ministerie. Verder is zijn cliënt voor het eerst in aanraking met justitie gekomen.

Wanita Ramnath