Onderhoud is behoud
15 Nov 2016, 18:45
foto


Wie mijn artikelen met een kritische blik heeft doorgelezen, zal wellicht tot de ontdekking zijn gekomen dat ik mij niet graag naar de 'Klaagmuur' begeef. Klagen is in mijn opinie een van de meest subtiele vormen van tijdverspilling, zeker als er (uiteindelijk) geen oplossing komt in hetgeen waar men over zit te klagen.

Ik heb ontdekt dat er in dit leven veel is om over te klagen. Daarentegen heeft dit leven mij ook geleerd dat steen en been klagen geen zoden aan de dijk legt. In (moeilijke) situaties is het zaak dat je niet bij klagen blijft steken, maar in actie komt. Dat is dan ook mijn levenshouding, wat er ook op me afkomt. Geen gemakkelijke opgave, maar ook in deze geldt oefening baart kunst.
Nu moet ik echter eerlijk zijn en toegeven dat er in dit land wel dagelijks iets is, waar we reden(en) hebben om over te klagen. In het algemeen roept de hele politieke/sociaal-maatschappelijke situatie op tot klagen en voor sommigen misschien ook wel tot huilen, omdat ze door de bomen het bos niet (meer) zien. Het is elke dag een klaagzang over prijzen die de pan uit vliegen, de hoge wisselkoers, het verkeer dat totaal verkeerd is en haast elk weekend een dode of meer opeist, (corrupte) politici, de stijgende/verruwende criminaliteit en ga zo maar door. Dit is onze sombere realiteit, eentje die gaarne uitnodigt tot klagen. Dat wil ik vandaag doen.

Onderhoud is behoud zeggen we meestal. In Suriname lijken we daar niet zoveel van te begrijpen. Alle zaken, eens prachtig gecreëerd, roepen na een poosje enorme ergernis op, omdat er geen onderhoud gepleegd is geworden. Ik moet me haasten en hieraan toevoegen dat we in Suriname ook een soort van verniel-cultuur hebben. Un lobi broko sani! We zijn erg slordig en doen niet in voldoende mate ons best om zaken te helpen conserveren. Integendeel werken we eraan mee, dat ze eerder kapot gaan door de manier waarop we ermee omgaan. Zo zitten we bijvoorbeeld in plaats van op de bank(zitting), op de leuning en gaan onze voeten op de plek waar ze niet thuishoren. We schrijven op pas beschilderde (school)muren en na een (nationale) feestdag is het meer dan duidelijk dat Surinamers op straat geweest zijn. Het beeld van de volgende dag klinkt als het bekende wandelmars liedje flessen hier, flessen daar, plastic (bakjes) overal. Haast overal ligt er zoveel troep, omdat er waarschijnlijk ook onvoldoende vuilnisbakken zijn waarin men zijn vuil kwijt kan, dus ook daaraan moet er gewerkt worden.

Ruim een jaar geleden heb ik in dit kader een hele pijnlijke ervaring gehad. Bij het vervullen van de droeve plicht, werd onze droefheid nog meer gevoed door een begraafplaats die zonder te overdrijven op moerasachtig land leek. Ten eerste was er bij aankomst niemand die ons de weg kon wijzen naar de plek van de laatste rustplaats. Ons een weg banend door de woestijn met tranen in onze ogen, werd ons voor de zoveelste keer duidelijk hoe betrekkelijk het leven is en hoe slecht het is gesteld met het onderhoud in ons land. Ik heb mij de dag kapot geërgerd. Begrijp me niet verkeerd, een begraafplaats hoeft er niet als een paleis uit te zien, maar netjes onderhouden is toch niet veel gevraagd, aangezien er doorgaans ook geld wordt opgehaald bij deze gelegenheid?

En dan nog iets over onze gouvernementele (monumentale) gebouwen. Het is jammerlijk te zien hoe vele van deze (belangrijke) gebouwen erbij staan. Jammer, omdat vele van ze zijn opgenomen op de werelderfgoedlijst van erkende internationale organisaties. Het is dan erg triest dat er haast niets gedaan wordt aan deze gebouwen die het stadsbeeld danig verpesten. Het is er beschamend wanneer ik toeristen zie die er foto’s van schieten. Over het onderhoud van onze wegen valt er ook veel op te merken, maar daar zullen wij in deze niet verder over uitweiden. Kortom, het onderhoud in ons land laat op vele gebieden veel te wensen over.

Ik wordt niet alleen kwaad, maar ook erg misMOEdig, omdat in mijn optiek dit land te klein en te mooi is om er zo uit te zien. Waarom kunnen we het weinige dat we hebben niet behoorlijk onderhouden? Dit heeft Nedra prachtig bezongen als hij zingt: Sranan mi ati e brudu te mi e luku yu. Maar zoals ik ben begonnen eindig ik, als een optimist. Ik heb er alle hoop in dat het (ooit) goedkomt, misschien zullen wij, de huidige generatie, de veranderingen niet meemaken, maar tenminste het nageslacht bika Gado de wi fesiman.

Nathalie Valpoort Bsc.
Advertenties

Monday 06 May
Sunday 05 May
Saturday 04 May